Drinken van pin tot pin
Duizend jaar geleden regeerde in En
geland de Angelsaksische koning
Edgar, namelijk van 959 tot 975. Zijn
beleid is gunstig geweest voor zijn land
en hetgeen hij tot stand bracht ontstond
meestal in samenwerking met zijn raads
heer Dunstan, de aartsbisschop van Can
terbury. Deze schijnt de koning o.a. ge
adviseerd te hebben inzake een manier om
te trachten het drankmisbruik tegen te
gaan. De in Engeland levende Denen, na
komelingen van de troepen die eens een
invasie in Engeland ondernamen, hadden
de bevolking vertrouwd gemaakt met veel
en vaak drinken. De ruzies die in de
taveernen ontstonden waren evenwel vaak
het gevolg van de gewoonte om een groep
mannen hun drank te serveren in één
drinkkan. Om beurten werd hieruit ge
dronken en het gelag werd hoofdelijk om
geslagen. Het kwam natuurlijk herhaalde
lijk voor, dat de een meer dronk dan de
ander en al zou dat niet zo geweest zijn,
dan was er altijd wel iemand die de ander
daarvan verdacht, hetgeen deze uiteraard
niet kon tegenspreken, want te bewijzen
viel er niets. Vandaar de ruzies.
Dit verdroot de primaat Dunstan. En hij
stelde een oplossing voor. Het eenvoudig
ste lijkt ons nu, als hij het gezamenlijk
gebruik van één drinkpul had verboden,
maar om een ons onbekende reden ge
beurde dit niet. Samen uit een beker drin
ken, goed, zo redeneerde hij, maar dan
moet ieder weten tot hoever hij mag gaan.
Er kwam nu een verordening, die behelsde,
dat in de drinkkan enkele gouden of zil
veren pinnen geslagen moesten worden en
wel op gelijke afstand boven elkaar. Die
pinnen gaven dan de afbakening van ieders
drankdeel aan.
De eerste dronk tot de eerste pin, de tweede
tot de volgende enzovoort. Ieder dus even
veel, maar omdat de pinnen vrij ver van
elkaar afstonden en de drank tamelijk
sterk was, en ieder nu ook werkelijk zijn
deel wilde binnen krijgen, werkte de ver
ordening averecht. Er werden meer mannen
dronken dan voorheen. De drinkers hadden
bovendien er zelf bij bepaald, dat iemand
die met drinken ophield vlak boven de
pin of iets teveel nam zodat hij net onder
de pin stopte, wéér moest drinken, dus
tot de volgende pin.*) Dat de pinnen kon
den worden aangebracht werd mogelijk ge
maakt doordat de pullen van hout waren.
De afgebeelde kan is van esdoornhout, lich
telijk door de houtworm
aangetast, maar verder
goed geconserveerd; 22
cm hoog, 16,5 cm door
snee; inhoud ruim twee
liter; met zes pinnen
binnenin die dus aan zes
man recht gaven op een
hoeveelheid van 0,37
liter! Hij is rijk gedeco
reerd en van houtsnij
werk voorzien. De drie
pootjes hebben een me
loenachtige vorm. In de
rondte zijn drie evange
listen afgebeeld omgeven
door een krans, die op
vier plaatsen is onder
broken door een ring
van ebbenhout. Mattheus
(met de engel), Markus
(met de leeuw) en Lukas
(met de os), bezig het
evangelie op te schrijven.
Op het deksel staat een
afbeelding van de verlos
ser, ook in een ovale
krans, gezeten op een
wolk, gekroond met de
nimbus en wijzend op wereldbol en kruis
die hij in zijn linkerhand houdt. Boven
zijn hoofd het .woord Salvator. De bin-
16