Opschieten
Moeder zegt: Eet jij es vlug je bordje
leeg. Vader maant: Haal jij es vlug even
een pakje sigaretten. Broertje roept: 's Kij
ken wie er het eerst op de hoek van de
straat isDe verkoopleider zegtHeren,
wij moeten de concurrentie zien voor te
komen. De sportleider zegt: Jullie zijn te
langzaam, je moet maken dat je vlugger
wordt anders wordt je nooit kampioen.
Sneller.
Letterlijk met de paplepel wordt ons het
voordeel van opschieten en sneller zijn in
gegeven. Niet de snelste zijn is laakbaar,
duidt op verslapping, op luiheid misschien.
De snelste en de eerste worden toegejuicht.
Slepen de prijzen in de wacht en krijgen
hogere beloningen.
Maar zodra we buiten de deur komen staat
er een bordmaximum snelheid. Stop.
Verkeer van rechts gaat voor. Kijk eerst
links dan rechts. Matig uw snelheid.
Er wringt iets. Dat gaat men zich lang
zamerhand bewust worden. W^ij huldigen
een dubbele moraal. In het zakenleven
leidt sneller zijn tot succes ook al be
tekent dat de economische dood van de
concurrent. In het verkeer betekent sneller
zijn vaak schade, kwetsuren, de lichame
lijke dood van de „concurrent". En dat
mag niet. Natuurlijk niet, zegt u? Maar
dan zal er toch IETS moeten veranderen.
Iets in onze zakenhouding of iets in onze
houding in het verkeer. Maar hier botst
het. Want de man die in zaken en in de
sport de eerste wil zijn, wil dit ook in
het verkeer. En alleen de geestelijk hoog-
staanden, de mensen met meer deugden
dan ondeugden (hoevelen zijn dat er?)
zullen een andere houding aannemen.
Maar toch zullen wij aanstalten moeten
maken tot die hoogte te stijgen, anders zal
in de naaste toekomst ons leed niet meer
te overzien zijn. En dit wel in de letter
lijke betekenis van het woord. We zullen
moeten worden als de zwaargewicht bokser,
die in de ring met machtige stoten zijn
titel verdedigt, maar die, zodra hij in de
kleedkamer terug is, met grote tederheid
zijn vrouw en kinderen omhelst. Steeds
zullen wij de krachtige slag en de grote
spoed moeten kunnen omvormen tot de
beheerste streling en de gematigde gang.
Het karakter van de straat is veranderd
en aan het veranderen. Was men vroeger
op straat vrij en buiten, nu is diezelfde
straat volgepakt met voorschriften, geboden
en bepalingen, waar vrijheid uitleven on
mogelijk is geworden op straffe van schade
aan lichaam of materiëel.
Wij houden liever vast aan taaie voor
oordelen, zoals bijvoorbeeld dat een vrouw
op straat niet mag roken (waarom niet?)
dan dat wij het verfoeien als een vrouw
schuin de straat oversteekt. Met roken in
de buitenlucht doet zij niemand overlast
aan, met dwars oversteken brengt zij zich
zelf en anderen in gevaar. Men schudt
liever het hoofd over iemand die op straat
zijn handschoen aanhoudt als hij een ken
nis een hand geeft, dan over het feit, dat
diezelfde mensen de voetstraat blokkeren
en anderen dwingen via de rijweg te gaan.
Twee zingende mensen kunnen op straat
meer ergernis verwekken dan wanneer zij
door het oranjelicht heenrijden.
Aanleiding tot ergernis is er genoeg, maar
laten we oppassen ons niet aan de ver
keerde dingen te ergeren. Ongepoetste
schoenen staan niet netjes, maar zijn vol
komen ongevaarlijk; een bromfietser met
gepoetste schoenen die op onverantwoor
delijke wijze fietsers op een fietspad pas
seert is een gevaar. Moeder die in het
openbaar gedurig aan haar kind zit te
frunnikenmondje afvegen, haar recht-
strijken, en alles verbiedt wat het kind
doet, legt het accent verkeerd als zij vlak
daarop met haar kind op een holletje de
straat oversteekt. Zo zijn er talloze voor
beelden te noemen.
Meer en meer moeten wij de straat gaan
zien als een heiligdom, waar wij slechts op
onze tenen durven gaan en fluisterend (ook
met uitlaten en motor) onze weg zoeken.
Als in een kerk, of in een museum. Uit
eerbied. Eerbied voor de gezondheid en
het leven van de ander.
TISTOCHWAT
Times Square in New York is wel het
drukste punt ter wereldper week passeren
hier 13.000.000 mensen (Piccadilly in Lon
den: 3.500.000); het werd genoemd naar
de New York Times, die hier in 1904 een
gebouw betrok van honderdvijfentwintig
meter hoogte. Door de vele lichtreclames
bedraagt de dagelijkse elektriciteitsrekening
van het plein 15.000. Pepsi-Cola heeft
er een reclamewaterval in werking die per
minuut tweehonderdduizend liter water
over de drempel stort, dat weer wordt
teruggepompt om opnieuw te vallen.
Behalve beton, glas en staal bezit de stad
New York 2.343.472 bomen, waarvan er
552.886 langs de straten zijn geplant.