Ifoete-bal nederland-engeland 2-12
Het verhaal van de heer Renes over onze
eerste voetbalclub (Spongat januari I960)
heeft mij verrast en ik wilde op deze plaats
hierover iets meer vertellen. Laat ik be
ginnen met een tijdsbeeld op te roepen.
Als zeventientjarige kwam ik bij de brou
werij als kantoorbediende op het hoofd
kantoor (daar waar nu ongeveer de ver-
bandkamer is). Ik was de enige die voet
balde, want mijn collega's waren veel
ouder; ze droegen wel of niet lusterjasjes-
met-dito-petjes en hadden van sport net
zoveel verstand als een schoorsteenveger
van het Concertgebouworkest.
Toch bewoog ik mij voor mijn doen moe
dig tussen deze schare en dat zou een
geruisloos verloop gehad hebben als niet
het volgende was gebeurd.
Op zekere dag werd ik bij de chef de
bureau geroepen en deze vroeg mij of ik
aan voete-bal (sic!) deed. Ik bevestigde
dit. Toen was de boot aan. Hij wilde dat
beslist niet hebben en als ik in deze zonde
zou volharden, zou hij er met de directie
over spreken.
Ik werd voor een gewetenskwestie gesteld,
want dat dreigement maakte wel indruk
op me; voor zover daarvan sprake kan zijn
bij een loslopende jongeman van zeventien.
Maar naarmate de dagen na dit onderhoud
verstreken, ging het probleem mij steeds
minder drukken en de zondag daarop deed
ik, zonder er verder aandacht aan te schen
ken, weer mee met mijn aloude en bekende
club Neerlandia. Tegen het eind van de
wedstrijd trapte ik echter in de grond en
mijn enkel ging geweldig zwellen. Wat
nu?
Mijn kameraden sjouwden me op een fiets
en zo ben ik thuisgekomen. Tot zover ging
het goed, maar het beroerdste stond mij
nog te wachten; hoe moest ik de volgende
dag naar kantoor komen met die voet...
Dus maar fietsen. Ik maakte dat ik vóór
de chef op kantoor was, waar ik mij op
mijn kruk hees. U weet wel, zo'n hoge,
behorend bij een hoge lessenaar; maar ik
moest hier wel op blijven zitten, want ik
kon er niet af, zelfs niet voor het aller
noodzakelijkste. Maar de opzet slaagde en
de chef merkte van mijn indispositie niets.
Het bloed kruipt echter, waar het niet kan
gaan en mogelijk onbewust en klandestien
maakte ik toch propaganda voor het voet
balspel. Dit begon bij de oudere collega's
vruchten af te werpen, want toen het
Nederlands elftal in Engeland de groot
meesters zou gaan bestrijden, had ik voor
dit gebeuren zoveel belangstelling weten
te wekken, dat allen, zij het voor het eerst,
nieuwsgierig waren naar de uitslag. Wan
neer ik u nu vertel dat de wedstrijd in
Darlington door de onzen werd verloren
met 122, kunt u zich mijn positie in
denken, temeer daar ik had volgehouden,
dat er op zijn minst een gelijk spel in zat.
De volgende dag betrad ik met schroom
het kantoor, waar ik een tumult ontketen
de, dat bij een omgekeerde uitslag niet
erger had kunnen zijn en ik werd in alle
toonaarden gehoond.
Ik schaamde mij diep, maar een pleister
op de wonde was, dat ik niet-sportbeoefe-
naars zodanig had kunnen interesseren,
dat het enige jaren later zelfs mogelijk
werd een club op te richten, waarbij de
directie mij alle mogelijke steun gaf. Hoe
wel vriend Renes geen lid werd, kon de
club toch gebruik maken van zijn energie
en technische kijk.
Wij kwamen uit in de eerste klas van de
bond en werden meteen afdelingskampioen,
dus hoger konden wij niet. Maar onze eer
zucht begon mee te spreken en wij wilden
hogeropdan maar in de Amsterdamse
Voetbalbond. Daartoe hebben wij ons in
verbinding gesteld met het personeel van
andere brouwerijen en wij vormden daar
mee een combinatie, die KAB genozmd
werd, Kantoorpersoneel Amsterdamse Brou
werijen en daarmee werd een heel sterk
elftal in het veld gebracht.
Want namen als die van Wim Volkers
(Heineken), Jurgens en Schreuder (Ge
kroonde Valk), Melchers, Weisenborn,
Drechsel en ondergetekende (Amstel
Brouwerij) zeggen geloven ik wel wat.
En nu vraagt mijn vriend Renes of de tijd
bij mij ook zo snel gaat. Ja, natuurlijk,
ik kan mij dit alles herinneren als de dag
van gisteren en dat vind ik toch maar een
gelukkig teken.
De wedstrijd die gespeeld werd, nadat de
foto werd genomen, die in Het Spongat
staat afgedrukt, ging tegen VVGA, Voet
balvereniging van Gemeenteambtenaren.
Tot mijn schrik zie ik, dat ik al heel lang
aan het woord ben en daarom eindig ik
met het uitspreken van de hoop, dat dit
verhaal bij velen oude herinneringen heeft
gewekt en met hartelijke groeten aan de
bekenden en onbekenden van
ff. A. Hesterman
22