Zwarte borrel
in verkeerde glas
Artiesten
Ideale bierkelder
ten zwemles nemen. „Er is zoveel water
in Nederland en Amsterdam heeft zoveel
grachten, dat je moet kunnen zwemmen",
placht hij hen voor te houden en dat in een
tijd dat het nog een voorrecht was zwem
les te mogen ontvangen.
Met het opgroeien zagen de kinderen het
Plein veranderen en grote drukte ging alom
heersen. Drukte in zaken bleef evenwel
opeens uit, want de crisis deed zijn in
trede. En juist in die moielijke periode
het was 1937 stierf de heer Reyn-
ders. De beide dochters, Miep en Annie,
waren de enige kinderen die het ouderlijk
huis nog niet vaarwel hadden gezegd en
zij stonden wel wat besluiteloos te kijken
in de zaak die hun erfdeel was (hun moe
der was reeds jaren te voren gestorven)
en zij hebben er een ogenblik aan gedacht
het bedrijf van de hand te doen. Maar de
vele goede herinneringen aan het ouder
huis, deze plaats waar zij waren geboren
en opgegroeid, deden hen besluiten de
zaak voort te zetten. En het ging goed,
later wat beter en juist toen het zover
was, brak de oorlog uit. Een grote slag
voor alle zakenleven, ook voor café Reyn-
ders, dat op rantsoen werd gesteld. De
drankdistributie lokte onmiddellijk de
verkoop uit van de zwarte borrel en dit
fenomeen danste als een verleidelijk duivel
tje tussen de dames Reynders op en neer:
Doen, zei Annie; niet doen, zei Miep.
Ze deden het en schonken hun eerste
zwarte borrel midden in het laatste glaasje
dat zij ooit hadden moeten vullen. Want
in plaats dat een gul proost klonk, werd
er een legitimatiekaart getoond van de
CCD, de controledienst op de naleving der
distributievoorschriften. Zie je nou wel,
zuchtte Miep en samen met Annie en de
ambtenaar bestegen ze de grote trap naar
de huiskamer om daar de zaak tot in zijn
zwartste consequenties onder ogen te zien.
Toen hield Miep het niet langer en barstte
in tranen uit. En kijk, daar kon deze amb
tenaar nu net niet tegen en na het ver
nemen van de goede voornemens van de
beide dames, vergat hij hun vergissing.
Nog menigmaal zagen zij hem terug, op
de achtergrond, tussen de andere klanten,
maar hij kon niet anders vaststellen, dan
dat de belofte gehouden werd.
Na de oorlog is Reynders ook voor de
nieuwe generatie een begrip geworden.
Kunstenaars, groot en klein, zowel toon
kunstenaars als toneelkunstenaars, sier
kunstenaars en kleinkunstenaars kwamen
en dronken, schertsten en confereerden en
gingen. Zij voelden zich thuis in het eta
blissement; ze letten niet op het geringe
comfort en gaven er niet om; ze kleedden
zich zoals hun dat beliefde en ieder had
er vrede mee. Het duurde niet lang of de
aanwezigheid van mensen, wier naam ge
meengoed was door schouwburg, concert
zaal, radio of televisie, begon de aandacht
te trekken van mensen die meer kwamen
om te kijken dan te drinken. Aanvankelijk
vielen ze niet op tussen de niet-artisten,
die Reynders in groten getale telt. Toen
hun aantal groter werd, gingen de artiesten
weg en bij velen van de nieuwelingen bleek
het aantal jaren evenredig te zijn met het
aantal centen in hun spijkerboek. Dit wa
ren niet de cafébezoekers waar Reynders
erg op gesteld was en deze op hun beurt
beschouwden Reynders niet zozeer als een
café, maar meer als een clubhuis, waar je
de hele avond in- en uitloopt.
Het woord nozem deed zijn intrede en al
spoedig paradeerde de naam van het
Leidseplein en die van Reynders in on
gunstige zin in de pers. Dit heeft de
dames Reynders, die aan deze ontwikke
ling geen schuld hadden, met zorg vervuld
en zij namen toen het besluit de jongelui
de deur te wijzen.
Maar Reynders, zij het dan nu voor de
deur of daaromtrent, bleef het trefpunt en
toen de burgers in drommen opkwamen
om de nozems in actie te zien, begon bij
Reynders het brievenkastje te klemmen en
scheurde de badkamermuur. De schutting
was verschenen toen de politie streng moest
worden en de avonden dat de menigte zich
ijlings her en der verspreidde, zaten de
dames Reynders op logeplaatsen in hun
huiskamer en dat waren de enige ogen
blikken gedurende hun verbanning dat zij
blij waren gesloten te zijn.
Het Leidseplein is verlost van de nozems,
Reynders is terug en laat 's avonds zijn
licht weer door de grote ramen schijnen.
Iedereen zal kunnen zien dat Reynders zich
zelf is gebleven, ondanks de nieuwe verf,
een nieuw plafond en een andere vloer.
Maar onder die vloer heeft men geen ver
anderingen geschuwd, daar is op groot
scheepse wijze profijt getrokken van de
mogelijkheden welke deze restauratie bood.
Er is hier een bierkelder ontstaan, waarin
men rechtop kan lopen, waar acht vijftigers
tegelijk aangesloten zijn en waar ondanks
10