Peter Stuyvesant Tentoonstelling
geopend met Amstel Bier
Op 9 april is er in de Geschiedkundige
Sociëteit van New York (een bibliotheek
en museum aangaande de Amerikaanse ge
schiedenis) een reünie van de familie
Stuyvesant in portretten geopend.
De ongeveer honderd genodigden o.w.
vertegenwoordigers van vooraanstaande
New^Yorkse families kregen uitsluitend
Amstel bier te drinken en Hollandse kaas
te eten. Een groep van belangrijke Ame
rikaanse burgers maakte zodoende, voor het
eerst of bij vernieuwing, kennis met ons
bier.
Acht generaties Stuyvesant, verbonden met
de stad New York, van 1647 af, toen Peter
Stuyvesant hier kwam als directeur-generaal
van Nieuw Nederland, tot de dood van de
laatste directe afstammeling meer dan drie
honderd jaar later (de heer Augustus Van
Horne Stuyvesant jr., overl. in 1953), zijn
op de tentoonstelling van olieverfschilde
rijen, miniaturen, silhouetten en foto's
vertegenwoordigd.
Gouverneur Peter Stuyvesant (1592-1672),
de stichter van de familie in Amerika,
komt op een origineel schilder:; voor dat
tot de collectie van de stichting behoort.
Het is een werk van een onbekende schil
der, naar het leven vervaardigd, volgens
kunstexperts in het jaar 1660.
Peter Stuyvesant, een geboren Fries, was
de laatste gouverneur van Nieuw Neder
land, die in 1664 de kolonie Nieuw Am
sterdam aan de Engelsen moest overgeven,
die haar New York doopten. Deze schil
derachtige figuur verloor zijn rechterbeen
toen hij gouverneur van Curacao was en
het houten been dat hij daarvoor in de
plaats kreeg was versierd met zilveren
ringen. Hij stampte er vaak mee om zijn
(vaak niet altijd even gekuiste) taal kracht
bij te zetten. Nadat hij naar Holland was
gegaan om zich bij zijn superieuren, de
Westindische Compagnie, te rechtvaardigen
(hetgeen hem gelukte), keerde hij terug
naar New York, waar hij tot zijn tachtigste
jaar als een gerespecteerd burger leefde.
schip nam de dozen weer aan boord.
Daar het eerst Japanse en andere Azia
tische havens moest aandoen, keerde
het pas anderhalf jaar na haar vertrek
uit Amsterdam in Nederland terug.
Na onderzoek in het laboratorium bleek
het bier nog in uitstekende staat te zijn.
De kwaliteit van het Amstel Bier had
zich niet verloochend die verloo
chent zich nooit, zelfs niet onder de
moeilijkste omstandigheden.
Een gestileerde wereldbol export naar
meer dan tachtig landen op een draai
schijf, talloze vlaggetjes en een aantal kis
ten en dozen bier completeerden de stand.
De Rijksnijverheidsdienst is een onderdeel
van het ministerie van Economische zaken
en bestaat als zodanig reeds sinds 1910. Hij
heeft tot taak de ontwikkeling van de nij
verheid te bevorderen, in het bijzonder van
de kleinere en middelgrote bedrijven. Dit
geschiedt door het geven van technische en
technisch-organisatorische voorlichting. De
omvang van de werkzaamheden is voort
durend gegroeid: toen de dienst tien jaar
bestond werden duizend aanvragen per jaar
behandeld, nu na achtenveertig jaar is dit
aantal gestegen tot meer dan tienduizend
per jaar. Behalve in Den Haag zijn de rijks-
nijverheidsconsulenten woonachtig in twaalf
grote steden van ons land.
Produkten van goede kwaliteit zijn voor
Nederland van groot belang, zij zijn een
van de pijlers van onze export. Goede kwa
liteit, dus niet te goed, want dat is ver
spilling van geld en materiaal. Maar de
juiste kwaliteit, die constant gehandhaafd
blijft.
De confrontatie met deze manifestatie van
kwaliteitleveranciers is voor vele bezoekers
van de stand verhelderend geweest en heeft
hen tot nadenken gestemd. „Wij gaven de
mensen eigenlijk een lesje", aldus de heer
A. C. Verbeek, de technische hoofdambte
naar van de Rijksnijverheidsdienst, die be
last is geweest met de organisatie, „laten
wij hopen dat het zijn vruchten zal afwer
pen".
Uit Vlaanderen
Dokter Lagire in zijnen tijd deed hem ook
'ne keer scheren. En 't barbierken, die nog
al geerne een boksken dronk, sneed, door 't
beven van zijn hand, tot viermaal toe in
den dokter zijn vel. Lagire werd kwaad en
zei„Dat komt ervan, zieVan altijd maar
die bokskes te drinken 1"
„Ja, mijnhere," zei 't barbierken. „Ik sta
daarop te peizen hoe dat een mens zijn vel
daar zo teer en dunne van wordt".
17