Het paard Vosco door J. Mantel
ENIGE TYPEN
De bierkoker is een bosneger. De voorouders van deze Boslandcreolen waren gevluchte
slaven; hun nageslacht vormt nu een belangrijke groep van de Surinaamse bevolking;
als schippers en houtvlotters onderhoudt deze bevolkingsgroep de verbinding tussen de
stad en het achterland. A.
Een man uit de bottelarij, die een goede vertegenwoordiger is van de grote bevolkings
groep die tegenwoordig veelal stadscreolen worden genoemd. B.
De voorman van de gistkelder is een Britsindiér. Het sterk groeiende Hindoestaanse be
volkingselement is niet alleen in de landbouw maar ook in de handel zeer belangrijk aan
het worden. C.
Nog een man uit de bottelarij, ditmaal een Javaan; Javanen treft men overigens meestal
als plantage-arbeiders aan. D.
Met weemoed vernam ik dat Vosco op
zondag 5 januari dood werd aangetroffen
in zijn box. Toen mij werd verteld dat hij
zo aan zijn eind was gekomen, ging er
toch wel wat in me om. Van het ogenblik
af dat hij bij de Amstel Brouwerij is ge
komen, heb ik hem voor de wagen gehad,
en hij verrichtte het werk dat ik van hem
verlangde; het zijn heel wat jaren geweest.
Dat hij zo plotseling stierf is een raadsel
dat wel nooit opgelost zal worden.
Ik heb aardige momenten met hem be
leefd. De eerste jaren dat ik hem had, kon
hij soms, als we uit de wijk naar huis
terugkeerden, als een pijl uit de boog schie
ten, het andere paard Carlo en de wagen
meeslepend, dat ik soms een paar straten
moest omrijden om hem weer in toom te
krijgen en geen brokken te maken. Het was
dan wel eens angstwekkend.
De concierge van de Hogere Burger School
tegenover de stal heeft ook wel eens ple
zier van hem gehad.
Vosco kon de stal soms uitrennen met een
snelheid van een locomotief en in de tui
nen er tegenover een chaos teweeg brengen,
door alle planten en bloemen te vertrap
pen; de directie van de Amstel Brouwerij
moest de schade dan betalen.
Eens op een tweede Kerstdag (het jaar weet
ik niet meer) moest ik de paarden afstap
pen. Met de andere paarden was het goed
gegaan en als laatste nam ik Vosco. Hij
liep heel rustig mee over de Mauritskade
tot bij de 's-Gravenzandestraat. Opeens vier
benen van de straat, een ruk en mij mee
slepend, zodat ik hem moest loslaten, en
hij er van door.
U had eens moeten zien hoe hij langs de
waterkant tot het Tropenmuseum en terug
rende en zo recht door naar stal en daar
stond hij voor de staldeur te wachten.
Dat zijn zo de belevenissen met Vosco, een
van onze mooiste paarden.
4