Radio klevers
door Mies Bouwman
In de regel ben ik geen radioklever, 'n
betiteling die mijn grootmoeder pleegt te
gebruiken voor mensen die opstaan met
Arie Snoek en naar bed gaan met Jan
Koopman. Doch met deze winterse zomers
en zomerse winters overkomt je, naast
een chronische bronchitus, wel meer on
gehoords. Toen dan ook het weerbericht
enkele dagen geleden haar gebruikelijke
stukje proza van depressies en in aantocht
zijnd ehittefronten liet horen, besloot ik
eens waar voor mijn luisterbijdragen te
krijgen en een ellendig lange dag met het
luisteren naar de radio te bekorten.
't Begon al vroeg want de ene omroep wil
bij de andere niet achterblijven, dat zit nu
eenmaal in ons zuilenstelsel. De papil-
jotten zaten er dan ook nog stijf in en
de slaap ook. De beide Hilversummen
schijnen echter geen rekening te houden
met 'n normale behoefte aan acclimatisètie
en gooien er meteen om kwart over zeven,
liefst op twee zenders tegelijk, een kwar
tiertje gezongen en gesproken ochtend
gymnastiek tegenaan. Ter voorkoming van
misverstandenin de heupzwaai maakt dat
absoluut geen verschil. Daar ik echter -
zoals gezegd -slechts één dag actief
luisteraarster was, kan ik hier niet ver
klaren welke methode op den duur de
meeste vruchten afwerpt. Maar goed.
Terwijl ik nog amechtig lag na te hijgen
en me bezorgd afvroeg of mijn dag zich
in dit moordende tempo zou voortspoeden,
begon het halve uurtje voor de neder-
landse huisvrouw. Ik wou dat het voor
buitenlandse was geweest want in die 30
minuten die ik gewoonlijk versoes, zijn de
meest afschuwelijke problemen voor me
opgedoemd, variërend van „laat Uw kind
niet te lang aan de fles, anders blijft hij
eraan" tot „bedenk bij het vegen dat Uw
rugspieren zich ontspannen". Ik nam me
voo rhet eerste aan mijn buurvrouw over
te brengen als geruststellende verklaring
voor de eeuwige dorst van haar man en het
tweede te vergeten. Want ik stofzuig.
Vervolgens, het zal ongeveer negen uur
zijn geweest, schakelde men in de cen
trale drastisch over op muziek voor de
arbeiders in de continue-bedrijven, een pro
gramma vol gevraagde grammofoonplaten
die van de eerste tot de laatste groef wor
den gedaaid. Van arbeid kwam dus niets
meer want ik vond hét bijzonder boeiend
om naar de vocale prestaties van crooners
met een vrouwentimbre, en van croonsters
met helemaal geen timbre te luisteren die,
hoewel van vaderlandse bodem, allen in
het engels zongen, waarschijnlijk om hun
slechte nederlands te verdoezelen. Mijn
pogingen hen te verstaan liepen op niets
uit en ik veronderstel dan ook dat zij in
de toekomst weer nederlands zullen moeten
gaan zingen, om hun slechte engels te
verbloemen.
Terwijl afwas en stof zich langzaam maar
oh zo zeker opstapelden en de klok twee
keer had geslagen, begon langzaam een
begrip bij mij door te dringen voor men
sen die boze brieven schrijven aan niets
vermoedende omroepdirecteuren en laaiend
van drift hun theelepeltje terugsturen. Niet
dat ik dat deed, hoor. Nee, ik houd niet
van schrijven en dingen terugsturen ligt
niet in mijn aard.
Nu zal ik U niet gaan vervelen met het
tot op de minuut beschrijven van mijn
dag aan de radio. Het moet voor U vol
doende zijn te weten dat ik in de middag
uren een knipcursus volgde waarin men
de laatste hand aan een positiepak legde
als moeder van een vijf maanden oude
baby kon me dit uiteraard weinig boeien
- een herhaling hoorde van het buiten
lands weekoverzicht dat handelde over de
kabinetskrises in Frankrijk doch het
kabinet was toen al gevallen en werd
voorgesteld aan een debuterende pianiste
die de piano geregeld miste.
Na dit alles lag, wat er nog van mezelf
over was, apatisch achterover op de canapé
door het raam naar de wolkenformaties te
staren en te denken aan eerdergenoemde
grootmoeder die in haar jeugd niet van
wanten, maar alles van frivolité wist; die
niet om vijf uur 's middags via Lopik
door een enthousiaste juffrouw voorbarig
onder de „dameswerd gerangschikt,
noc hnaar de diepste geheimen van een
broodschoteltje hoefde te luisteren. En ik
beneidde haar hartgrondig. In die toestand
van diepste ellende vond mijn man mij
's avonds bij zijn thuiskomst terwijl „zon-
27