Verhuizing it is
„De Soep"
door Mies Bouwman
t Spijt me werkelijk meer dan U, dat ik U een maand in de steek heb moeten laten.
Niet alleen vanwege de nog zo prille kennismaking maar ook omdat ik me zo vast had
voorgenomen in het nieuwe jaar met alles keurig op tijd te zijn. Maar ja, het is anders
uitgepakt, of liever ingepakt. Ik ben namelijk verhuisd en geen vrouw die bij het lezen
van die woorden niet begrijpend en meelevend zal glimlachen. Daar doe ik het niet mee.
Ik sta er op dat U op z'n minst meewarig kijkt en liefst, als het heel even kan, spontaan
een traan naar voren perst om hem vervolgens weg te pinken. Want ik ben, om het nu
nog maar zachtjes uit te drukken, door een hel gegaan.
De decembermaand begon 20 rooskleurig,
jazeker. Het regende niet al te veel zodat
de laatste dagen op onze ene kamer met
gebruik van bouwvallige keuken en onklare
badkamer niet vergald werden door sie-
pelende straaltjes in de nek. Het platje dat
bij de huur was inbegrepen lag zelfs schoon-
geschrobt te blinken en niet bezaaid met
wat gevoegelijk in de riolering pleegt te
zitten. En de kleren in de kast waren alleen
maar klam en niet nat. Nee, het was alle
maal heus nog niet zo slecht en monter
keek ik dan ook op X december tegen de
laatste 30 dagen van het jaar aan in de
wetenschap dat zij in ieder geval twee
enorme evenementen voor me in petto hiel
den: ik zou mama worden en verhuizen.
Nou ja, er was natuurlijk ook nog zoiets
als Kerstmis en Oud- en Nieuw maar die
horen bij december als een sacharijnig ge
zicht bij een belastingaanslag.
Goed. Terwijl de inhoud van m'n huis-
houdkas zoals voorspeld, slonk tot een
makkelijk te tellen beetje en de papieren-
touwen pakjesbende het gemis aan voldoen
de meubilair een beetje verdoezelde, brak
de 5e december aan. Dat mocht gerust
want ik was klaar: klaar voor Sinterklaas
dan wel te verstaan. Na een, ik mag wel
zeggen heerlijke maaltijd van erwtensoep
met appelbollen toe banketstaven en
marsepein vallen dan niet zo in het loze -
voelde ik zo tegen achten iets heel vreemds.
Ik zal het U niet beschrijven omdat ik er
nauwelijks op lette. „De soep dacht ik
simpel en rijmde nog snel een laatste vers.
Dat zei ik om negen uur nóg toen mijn
man aan het informeren sloeg en hield ik
ook om 10 uur nog vol toen hij ongerust
begon te worden. Om U nu een minuten-
getrouw verslag van de avond te besparen
en een lang verhaal kort te makenhet
was de soep niet: maar m'n zoon die op
Sinterklaas' verjaardag 's morgens om 10
minuten voor zeven luid gillend het levens
licht aanschouwde en die we maar Joost
hebben genoemd naar niemand. Ja dank U,
't was een reuze feest. Of hij m'n zoon
dan dat later ook zal vinden en zijn
moeder dankbaar zal zijn voor het uitkie
zen van zijn geboortedag is een tweede.
Met dat tere, loshoofdige, als maar vieze
broeken hebbende hummeltje in m'n armen
kwam ik 10 dagen later weer op genoemde
kamer en vulde de dagen tot Kerstmis als
iemand die zijn straf moet uitzitten met het
gelaten wassen en het daarna zorgvuldig
23