schrijven om de zon. Niets zou hier ooit
zijn rust verstoren tenzij -wat haast on
denkbaar was hij in botsing zou komen
met een komeet, die uit haar baan was ge
schoten.
Voor het laatst controleerde hij alle meters
die Marbuk voor hem had ontworpen, toen
verdween hij in de kleine ruimte, in het
midden van het ruimteschip, en verzegelde
hij de deur. Als die deur ooit weer open
zou gaan zou hij het geheim kennen van de
Mens.
Hij was vrij van iedere emotie toen hij zich
langzaam uitstrekte op het gemakkelijke bed.
Zelfs het sissen van de luchtstroming in de
andere vertrekken drong maar nauwelijks
tot hem door. De gassen deden hun werk
en zijn bewustzijn vloeide weg als het wa
ter aan de stranden.
Langzaam stroomde de lucht weg uit het
schip en werd de ruimte gevuld met de
onmenselijke koude uit het heelal. Geen
ontbinding of stoffelijke verandering zou
ooit hier door kunnen dringen. Tibor lag
in een grafzerk, zó ingenieus geconstrueerd,
dat zij zélfs de wereld beneden hem zou
kunnen overleven.
Zo sliep hij in het koude schemerlicht ach
ter Pluto, niets wetend van de eeuwen die
verstreken op de aarde en alle andere pla
neten; eeuwen die verstreken en tot tien
duizenden jaren werden. Op de planeet, die
Tibor eens had verlaten, schrompelden de
bergen ineen en stortten in de zee; het ijs
van de Poolkappen gleed langzaam naar be
neden zoals het al zo vaak had gedaan en
nog vele malen zou doen. Op de oceaan
beddingen werden laag voor laag nieuwe
bergen gevormd, kwamen langzaam aan de
oppervlakte en verdwenen weer, zoals de
Himalaya's en de Alpen voor hen.
Al met al was de zon weinig veranderd toen
het geduldige mechanisme in Tibors ruimte
schip zichzelf begon te regelen. Langzaam
stroomde de lucht terug in de compressie-
kamers en steeg de temperatuur weer tot
een hoogte waarop het menselijke leven
kon beginnnen. Voorzichtig begonnen de
honderden instrumenten aan de taak om
hun meester Tibor weer tot leven te
brengen.
Maar hij bewoog niet. Gedurende de eeu
wen die waren verstreken sinds hij zijn vrij
willige slaap was begonnen, was er iets mis
gegaan met de berekeningen van Marbuk.
inderdaad was het al verbazingwekkend dat
tot zover alles feilloos had gefunctionneerd.
Tibor sluimerde nog steeds in de voorka
mers van de dood onbereikbaar voor de
magere erfvijand van de mens hoewel
het mechanisme hem niet meer tot leven
kon brengen.
Nu herinnerde zich het ingenieuze schip
zelfs de voorschriften, die het zo lang ge
leden had meegekregen op haar reis. Even
maar, terwijl het gecompliceerde mechanis
me warm moest lopen, zweefde het op haar
oude baan; de zon zwak weerkaatsend op
de witte wanden. Toen begon het steeds
sneller terug te vallen in de baan, die het
eeuwen geleden gekomen was; in tijden, dat
de wereld nog jong was.
Het verminderde geen snelheid tot het weer
tussen de andere planeten was. Daar scheen
het een ogenblik te twijfelen toen het zich
op een planeet moest richten, die vroeger
Aarde had geheten, maar die het nu niet
meer herkende.
De grootte was dezelfde, maar al het an
dere was anders geworden. Waar waren de
oceanen waar zij vroeger zo trots op was
geweest? Zelfs de beddingen waren verdwe
nen en bedekt met de stof van vergane berg
ketens. En waar was de maan Wanneer had
de ondergang plaats gevonden en was de
smalle cirkel van stofdeeltjes rond de pla
neet gelegd zoals men die vroeger alleen
maar van Saturnus had gekend?
Een tijdlang zocht het schip in haar electro-
nische herinnering naar een aanknopings
punt voor het tot een beslissing kwam. Als
het mechanisme ook maar iets menselijker
was geweest, zou het met de schouders heb
ben geschokt. Maar zoals het nu was zocht
het een landingsterrein en zakte het lang
zaam door de dunne luchtlaag naar beneden,
en landde op een steenvlakte in de schaduw
van een somber, grijs bergmassief. Het had
Tibor thuisgebracht. Nu kon het niets meer
voor hem doen. Als er nog leven op aarde
was dan zouden de bewoners Tibor vroeg
of laat wel vinden.
Zo gebeurde het, dat de heren van de Aarde
Tibors schip op de verlaten vlakte vonden,
en het ogenblik was aangebroken waarop
misschien het geheim van de Mens ont
sluierd zou worden. Hun herinnering was
lang en het vreemde, metalen voorwerp dat
zij vonden was niet geheel vreemd voor hen.
Zij bespraken de situatie met al het en
thousiasme dat zij konden opbrengen en be
gonnen langzaam, maar voorzichtig, met
hun eigen instrumenten de metalen vogel
open te breken. Toen vonden zij Tibor.
Op hun eigen manier waren de wezens zeer
wijs want zij begrepen de reden van Tibors
slaap en de fout in het mechanisme. In korte
tijd hadden hun geleerden de fouten gevon
den en zo goed als mogelijk gerepareerd.
Maar zij hadden maar weinig hoop op suc-
14