I
ONz tr
të*
rrv#„
mm
"■■w'/i/r*,'//,
Corce^p. adi;eS
ag.17.
"di'Ad - A
brouW(?r}i let 52000 toes' (rei 55
.-■/////v.
ZEILEN EN LEEREN ZEILEN.
don kop in den wind aan den steiger
Zeilen is het ideaal van menigeen4 vastgelegdje moet opletten,dan
Dat er dan ook velen zijn,die de volgt het bevestigen van de vallen
prachtige gelegenheid om deze edele aan het zeil,waarbij je moet op-
kunst machtig te worden met beide letten,dat de sluitingen niet over-
handen hebben aangeg .repen,valt dus boord vallen,want die dingen hebben
niet te verwonderen. <jG onhebbelijke eigenschap om ter-
Als je nu als leek je eerste les stond den boden op te zoeken. Is
krijgt,voel je je als een kat in
een vreemd pakhuis.Je vraagt waar
voor dat touw dient en krijgt ten
antwoord,dat zoo'n ding een val
heet,terwijl bovendien aan boord
van een zeilschip men geen touwen
kent.Katrollen zijn geen katrollen
maar blokken,in de boot ligt geen
vloer maar een buikdenning, het
verschil tusschen giek en gaffel
wordt je bijgebrachtkortorn,vele
'zeiltechnische benamingen en uit
drukkingendie een volleerd zeiler
dient te weten,worden je met meer
of minder moeite aan het verstand
gobrachtNu. volgt de practijk van
alles in orde,dan kunnen groot-
zeil en fok geheschen worden.Staat
1 het zeil er goed bij,dan wordt de
landvast losgegooid en varen we de
I haven uit. Indien de weergoden met
i ons zijn en or een flinke wind
staat,dan belooft deze zeilavond
1 een succes te worden.Onde loer-
I
meester brengt ons de eerste be
ginselen van het zeilen bij.Zoo
zeil je voor den wind,wil je wenden
dan ga je- overstag. Bij gijpen
draaien we juist andersom.Doe je
dit laatste,zorg er dan voor,dat
je hoofd lager is dan de giek,want
deze is hard en geeft niet mee.Bij
het optuigen.De boot wordt eerst met; een stevige bries laten we het
f
!-■
SSseer' A'f(#V