14.40 15.15 de balken op de schoongeschrobde vloer ploffen, hangt een vochtige waas en een doordringende komkommerlucht. Frans van Cauwenbergh besproeit de miljarden korrels met extra water; een eenzame man in een vrijwel uitgestorven omgeving. Een paar keer per dag wordt de vochtige massa doorgeroerd met een batterij gigantische mixers die in een lange rij op een rail door elke kast trekken. Je ziet er niets van, maar in elke gerstekorrel worden de zetmeelkorrels met behulp van enzymen vrijgemaakt, zodat ze achteraf in het brouwproces kunnen worden gebruikt. "Op precies het juiste moment moet dat kiemen stoppen", weet Peter Ketels. "Dat is de kunde van de mouter. Wij leveren de brouwers in feite pakketjes zetmeel en enzymen." De gerst bevindt zich in verschillende kiemstadia. Ketels grijpt een handvol uit de dichtstbijzijnde kuip en laat de minuscule worteltjes zien ("die halen we er na het eestproces af") en het bijna onzichtbare beginnetje van een steel. Daar zijn al wat dagen overheen gegaan. Het is alsof je bij zonsopgang aan een tropische oceaan staat. Langzaam komt de verlichting in de eestzaal, de droogruimte achter een hermetisch gesloten luchtsluis, op sterkte. Een zwoel briesje dat allerlei exotische geuren meevoert lijkt zo vanaf zee te komen. Zelfs aan het geruis van golven en een idyllisch watervalletje is gedacht, zo te horen. In werkelijkheid blazen grote ventilatoren massa's warme lucht door de nog vochtige groenmout - zo heet de gerst nu het uit de kiemkasten hiernaartoe is gegaan - en condenseert de vochtige lucht hoog achter in de zaal tot een regen van waterdruppels. Mouterij Albert begint in 1954, precies vijftig jaar geleden, aan de oever van het Albertkanaal in Wijnegem - vandaar de naam. De 30.000 ton mout die wordt geproduceerd, gaat voornamelijk naar Nederland. Vanaf eind jaren zestig heeft Heineken het volledige eigendom over de mouterij en in 1980 wordt ook mouterij Roelants in Ruisbroek overgenomen. De mouterij in Ruisbroek wordt in 1994 en 2000 fors uitgebreid, waardoor de oude mouterij in Wijnegem kan worden verkocht. Inmiddels produceert Mouterij Albert 250.000 ton pilsmout per jaar (daar is akkerland ter grootte van ruim 100.000 voetbalvelden voor nodig) die zijn weg vindt naar alle uithoeken van de wereld. Bijna het hele proces gaat automatisch of 'vanzelf; niet meer dan 47 mensen houden het bedrijf, inclusief onder steunende diensten, draaiend. Efficiëntie is troef, net als productie volgens de hoogste kwaliteits- en milieunormen. Mouterij Albert is al referentie mouterij van Heineken maar heeft de ambitie uit te groeien tot 'centre of excellence'. Het drogen stopt het ontkiemen van de gerst en het werk van de enzymen. De gedroogde mout verdwijnt in de koelbunker naast Mouterij 3 en loopt vervolgens naar de moutopslagsilo, klaar voor transport en gebruik. Zo gaat dat ook in de andere twee mouterijen. Bij de uit rode bakstenen opgetrokken moutsilo wordt juist een vrachtwagen beladen. Net als het gros van de andere wagens die hier laden, heeft de auto een Nederlands kenteken. "Ze gaan rechtstreeks naar Zoeterwoude", weet Peter Ketels. Daar wachten brouwers die iets moois met de mout gaan doen. Vers van 't Vat, maart 2004

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 2004 | | pagina 23