13.30
13.50
14.05
14.20
Als een gulzige olifant slurpt een enorme zuigslang het ruim
leeg van het binnenvaartschip dat is afgemeerd aan de kade.
De hopen gerst worden zienderogen kleiner en verdwijnen door
een ingenieus buizenstelsel de mouterij in. De brouwgerst kan
trouwens ook per vrachtwagen worden aangevoerd, en binnen
kort zelfs met treinladingen tegelijk als het spoor - dat nu stopt
aan de rand van het bijna acht hectare grote mouterijterrein -
eind dit jaar is doorgetrokken. De meeste gerst komt uit Frankrijk
omdat die, dankzij het zonnige klimaat, droog is, snel ontkiemt
en eigenschappen heeft waar een brouwer iets mee kan.
Ook Denemarken en Groot-Brittannië zijn regelmatige
leveranciers.
De brouwgerst wordt gereinigd, op grootte gesorteerd en ontdaan
van kiemloze korrels. Mouterij Albert beschikt over drie afzonder
lijke mouterijunits - de 'heilige drievuldigheid' volgens de
medewerkers. De eerste dateert van 1980 en werd onlangs
gerenoveerd, de tweede van 1994 en de laatste werd in 2000 in
gebruik genomen. Ze werken alledrie volgens hetzelfde principe:
de gerst weekt eerst een dag om het kiemproces te starten,
mag vervolgens zo'n vijf dagen ontkiemen in zogenoemde
kiemkasten en gaat dan nog een dag op de eestvloer om te
drogen. Daar ontstaan kleur en smaak. Alles volgens het boekje.
Voor quality manager Peter Ketels is het allemaal gesneden koek.
Hij weet alles van de biochemische processen die loskomen in de
gerstekorrel en hoe die uiteindelijk bijdragen aan het ontstaan van
mout van topkwaliteit.
Van de zes enorme weekkuipen van Mouterij 3, elk goed voor zo'n
50 ton ingeweekte gerst, is een aantal in ruste. De andere maken
zo veel lawaai dat de kletterende transportband, die de vochtige
gerst na een dag naar de kiemkasten voert, niet eens is te horen.
In het midden van elke weekkuip loopt een vuistdikke buis recht
omhoog, tot een half metertje onder de rand. Erbovenop staat een
soort Chinese hoed als een hardnekkige kurk in een vulkaan.
Met donderend geraas spuit het gerst-watermengsel onder de
rand van een hoed vandaan, terug de kolkende kuip in. "Het is bij
het weken heel belangrijk dat de gerst in aanraking komt met
zuurstof. Daarom is het mengsel regelmatig in beweging", vertelt
Ketels met gevoel voor understatement. In een andere kuip ligt de
gerst er stilletjes bij, afgedekt door een compacte laag schuim die
verdacht veel wegheeft van de kraag op bier.
Meterdikke gerstdekens bedekken de onzichtbare, vergietachtige
bodem van de zes kiemkasten waardoor verse lucht stroomt om
de korrels te voorzien van zuurstof. Zes enorme kuipen eigenlijk,
van zo'n vijftig meter lang en tien meter breed, waarin de gerst de
tijd krijgt te ontkiemen. In de holle zaal, waar dikke druppels van
Heineken
Nederlands Beheer