'Dompen' voor biergerst Heineken
Enige tijd geleden stond in deze rubriek een verhaal over Heineken op
binnenvaartschepen. Bij toeval stuitte de redactie op nóg zo'n verhaal, deze keer van
de hand van de heer C. Willemsen, die jeugdherinneringen ophaalt.
Duwen
Anno
Tekst C. Willemsen, redactie Arno Verbaas
"De vader van mijn vrouw had een schip dat ook wel
'Binnenstadter' werd genoemd omdat het op kleine
vaarwaters kon varen. Ik voer af en toe mee.
We voeren door heel Nederland en door grote delen van
België. In Rotterdam brachten we veel lading via de
Leuvesluis, de Vischmarkt en de toen nog open Blaak naar
de Rotte, bijvoorbeeld brouwgerst voor de Heineken
Bierbrouwerij.
De Leuvesluis werd in de oorlog verwoest, zodat we moes
ten omvaren. In de oorlogsjaren werd in Amsterdam niet
gebrouwen en wij brachten met het schip het bier in
houten kratten naar Heineken aan de Stadhouderskade.
Er waren twee modellen, één voor 33cl pijpjes en één voor
50cl pullen. De lege kratten brachten we terug naar
Rotterdam. Het schip werd geladen met behulp van een
rollenbaan, waardoor de laders en lossers niet veel
hoefden te sjouwen. Ze werkten wel stevig door. Tegenover
de aanlegsteiger bij de brouwerij woonden de bazen en die
sloegen veelvuldig hun doen en laten gade. De werklui
durfden nog geen kop koffie aan te nemen van de schipper.
Even rusten kon alleen in het ruim, waar ze vanuit de
woningen niet te zien waren. Het personeel kreeg enkele
munten als beloning, waarmee ze uit een kraan een kan
bier konden tappen.
De hele oorlog hebben we die reizen gemaakt, tot we op
'Dolle Dinsdag' een goed heenkomen moesten zoeken.
We weken uit naar de Drecht, waar we tot het eind van de
oorlog verbleven. Zo hebben we de hongerwinter in
Rotterdam gemist. Kort na het einde van de oorlog werd
weer biergerst voor Heineken aangevoerd, uit het binnen
land of per zeeschip uit het buitenland. Toen de Nieuwe
Leuvesluis was gebouwd, konden we weer varen via de
oude route, onder de Meentbrug door. Om ons door te
laten, ging die ongeveer een meter omhoog. Op de straat
ontvouwde zich dan een trapje, zodat voetgangers niet
hoefden te wachten. Omdat het waterpeil in de Rotte
varieerde, lagen we soms enkele centimeters te hoog op
het water. We moesten dan 'dompen'. Eerst werd de voor
steven met een balk naar beneden gedrukt. Daarna moes
ten mijn vrouw, haar vader, haar zus en ik op het dek gaan
liggen en met onze voeten tegen de onderkant van de brug
duwen, waardoor het schip een heel klein beetje omlaag
ging. Haar moeder zette dan de motor aan en terwijl wij
het schip op die manier vrijhielden van de brug, voeren we
eronderdoor. Zo hebben wij en onze collega's tot 1963
biergerst naar Heineken vervoerd."
Dit artikel is gebaseerd op een artikel van C. Willemsen dat verscheen in
Tijdschrift Ons Rotterdam, nummer 5,1997.