Welke karaktereigenschappen heb je nodig om een goede magazijnmeester te zijn? Je moet orde en
netheid hoog in het vaandel hebben staan en je moet jezelf eigenaar voelen van de artikelen die je in
bewaring hebt. Henk van Schaik heeft precies die karaktertrekken. Meer eigenlijk dan hem lief is,
want soms voelt het werk zwaarder dan zou moeten. Dan zakt de moed Henk wel eens in de schoenen.
Dan heeft hij het gevoel dat hij tegen de stroom in moet zwemmen.
Perfectie bestaat niet
Wat doe JIJ eigenlijk?
Tekst Wilma Gertenaar
Binnen een team van veertien mensen - waarvan een groot
deel in vijfploegendienst - is Henk verantwoordelijk voor
ontvangsten in het Centraal Magazijn in Zoeterwoude.
Het magazijn is een aantal jaar geleden gehalveerd.
Alle reclamespullen worden nu opgeslagen door de firma
Vermeer in Den Bosch. Toch liggen er in het Centraal Magazijn
nog zo'n 17.000 artikelen op voorraad. Jassen, broeken,
schoenen en schoonmaakartikelen, maar ook technische
onderdelen voor de machines op de Brouwerij. Alles komt bij
Henk aan; hij neemt de goederen in ontvangst en zoekt uit
waar ze thuishoren. Goederen die zijn geadresseerd aan
Heineken, komen in het magazijn terecht.
Al het andere hoort in het bouwketendorp verderop, waar de
externe firma's kantoor houden. De artikelen die Henk
aanneemt, maakt hij open om de ordernummers te bekijken.
Een TDA-order is voor de Technische Dienst, een TDP-order
voor projecten, zoals het grote Apolloproject dat momenteel
loopt. Een BRZ-nummer houdt in dat de voorraad van het
magazijn wordt aangevuld. Dat betekent ook dat er geteld moet
worden. Een zak met 5.000 oogringetjes bijvoorbeeld moet
eerst worden opgedeeld in zakjes van 100. Dat kost een dag en
soms zelfs anderhalve dag. Op zo'n 'teldag' stapelen alle
binnengekomen goederen zich op. De vraag naar artikelen
gaat echter gewoon door. Ts dit al binnen?', 'Is dat al binnen?'
Inderhaast gaat dan de doos open en worden de papieren eruit
gehaald. Henk moet heel goed in de gaten houden of er wel
voor ontvangst wordt getekend. Want zijn afdeling is daar
verantwoordelijk voor. Als een onderdeel weg is zonder dat
daarvoor een verklaring is, moet het opnieuw worden besteld.
Maar dan wel op het budget van het Centraal Magazijn.
Van iedere verplaatsing moet een bewijs zijn. Ook dat hoort bij
het werken met goederen.
Dat bewijs nodig is, is meteen Henks grootste ergernis. Hij kan
zich nogal ergeren aan de manier waarop sommige mensen
met goederen omgaan. "Je hebt het wel over spullen van een
ander. Een beetje respect kan dan helemaal geen kwaad",
vindt hij. Henk heeft het graag perfect.
In zijn veertig jaar bij Heineken heeft hij inmiddels wel geleerd
dat de perfect georganiseerde werkdag eigenlijk niet bestaat.
Henk begon ooit bij de Brouwerij in Rotterdam als medewerker
in de timmerwerkplaats. Omdat er niet voldoende
werkzaamheden waren, timmerde hij kistjes voor de
verzending van pakketjes naar het buitenland. Toen de
Rotterdamse Brouwerij haar deuren sloot, verhuisde Henk naar
Zoeterwoude, naar het Centraal Magazijn. "Alles was toen nog
in aanbouw. Op de plek waar het magazijn gebouwd moest
worden, lag alleen nog maar een pijp voor de waterleiding of
iets dergelijks. Het had dus geen zin daar met zes of zeven
mensen rond te springen. Ik ben toen naar de bottelarij
verhuisd. Daar heb ik zeven jaar gewerkt. In het begin vond ik
dat erg leuk; ik was er voor de kroonkurken en het lijmen van
de etiketten. Maar toen ik aan de colonne terechtkwam, zag ik
het eigenlijk niet meer zitten. Toen ben ik teruggegaan naar
het magazijn."
De diversiteit van zijn werk vindt Henk het leukst.
"Tegenwoordig heb je veel contacten die je vroeger niet had.
Vroeger onderhield Inkoop alle contacten met leveranciers,
nu bellen we zelf als we vragen hebben over een levering."
Al met al heeft hij zijn roeping wel gevonden. Hij heeft, met
uitzondering van de periode in de bottelarij in Zoeterwoude,
altijd op de spullen van een ander gepast. Het tekent de
magazijnmeester.
Vers van't Vat, maart 2003 11