Een ons roomboter
en een doos sigaren
De foto op deze pagina werd ons toegestuurd door de heer Akkerman uit Vleuten. De 119 personen
op deze foto, die is genomen in 1948, zijn oudere medewerkers van de Heineken Brouwerij in
Rotterdam.
Houtjes hakken
Tekst Arno Verbaas
"Ik heb ze allemaal gekend", vertelt de heer Akkerman. "Al deze
mensen waren toen de 65 jaar al gepasseerd. Vervroegd
pensioen vóór die leeftijd was er in die tijd niet bij." Zelf is hij
van 1918. Hij herinnert zich nog goed hoe hij als 17-jarig jochie
in juli 1934 bij Heineken begon als schildersjongen. "Ik kwam,
als onnozele gast, van een baas waar ik drie gulden vijftig in de
week verdiende. Bij de brouwerij begon ik met het vorstelijke
salaris van negen gulden per week. Daarnaast kreeg ik negen
dagen vakantie per jaar, en als je op vakantie ging ontving je de
zogenoemde 'reispenning', ook negen gulden."
De heer Akkerman dist uit zijn geheugen een hele serie
smakelijke anekdotes over verschillende medewerkers op deze
foto op. "Het ging er op de brouwerij heel anders aan toe dan
we nu gewend zijn. Zo was er Piet, de vrijgezelle schilder. In die
tijd werkten we nog op zaterdagochtend en daarna kocht Piet,
zo rond enen, vaak een paar sokken, een overhemd of iets
dergelijks. Vervolgens ging hij op het Noordplein een biertje
drinken in een of ander cafeetje. Meestal liep dat uit op een
tocht van café naar café en onderweg vergat hij dan ergens zijn
aankoop, 's Maandags tussen de middag moest ik dan al die
cafeetjes langs om te vragen of er iets van Piet lag. De café
eigenaars wisten dat precies. Als ik binnenstapte, riepen ze van
achter de bar al: 'Hier ligt niks van Piet!' Niet zo'n leuk klusje,
maar ik kreeg er wel 35 cent zakgeld voor."
Ofschoon aangenomen als schildersjongen, omschrijft
Akkerman zichzelf als een manusje-van-alles. "Eigenlijk moest ik
de hele tijd karweitjes doen die niets met de brouwerij van
doen hadden. Voor mijnheer Van der Wijden, de schildersbaas,
moest ik bijvoorbeeld elke dag in de Jonker Fransstraat een ons
roomboter en een doos sigaren kopen. Voor hem moest ik ook
houtjes hakken voor in de kachel. Hij woonde in Rotterdam-Zuid.
Ik laadde dan vier zakken houtjes op een handkar en bracht die
te voet van de brouwerij in Rotterdam-Crooswijk helemaal naar
Zuid. De heen- en terugreis kostten bij elkaar acht uur. En
allemaal onder werktijd."
Helaas ontbreekt hier de ruimte voor meer verhalen van weleer.
Wat de heer Akkerman betreft hadden we nog wel even mogen
doorgaan: "Ik zou er een boek over kunnen volschrijven!"
24
Heineken
Nederlands Beheer