zijn, de mensen die tot hun aansluitingen in het hoofd hebben...' Voor- en nadelen Haltes en stopplaatsen Yvonne Stolk reist dagelijks met lijn 189. Yvonne komt uit Leiden en werkt op de afdeling MMU. Ze is tevreden over deze busverbinding. Ze vindt fietsen net even te ver en bezit geen auto. Dat maakt de keuze voor het openbaar vervoer wel gemakkelijk. Volgens Yvonne is het vandaag niet drukker of rustiger dan anders. "Het is eigenlijk altijd hetzelfde groepje mensen dat met de bus reist. Je leert elkaar dan ook wel een beetje kennen en maakt eens een praatje. Vooral 's middags, want 's morgens moet iedereen nog wakker worden. Alleen bij slecht weer breidt het aantal reizigers flink uit. Er zitten natuurlijk ook nadelen aan. Soms is de bus vertraagd. Het kan ook wel eens lastig zijn dat de laatste bus terug al om vijf uur vertrekt. Als je nog niet klaar bent met je werk kun je kiezen tussen toch stoppen of een kilometer wandelen naar de bushalte op de Hoge Rijndijk." We draaien het industrieterrein 'Grote Polder' op. Op het Heineken-terrein maakt de bus een grote bocht en stopt netjes bij de bushalte. Eén meisje blijft zitten, met een boek op schoot. Wij staan op en verlaten de bus, Herman en zijn laatste passagier achterlatend. Lijn 189 vertrekt iedere ochtend vanaf Leiden Centraal Station om 07.40 en 08.12 uur. Vertrek vanuit Zoeterwoude is om 16.30 en 17.00 uur. De rit gaat verder richting de toegangswegen naar de A4. Dit is Leiden op zijn drukst. Lange rijen auto's kruipen richting het kruispunt waar iedereen die regelmatig met de auto vanuit Leiden reist, met angst en beven aan denkt. Vanuit de bus bekijk je het van een afstand. Je ziet de file, maar staat er vanwege de busbanen lekker niet in. Het is net of je als busreiziger de start van je dag nog even mag uitstellen. Nog even nergens verantwoordelijk voor, geen beslissingen, maar je gewoon van A naar B laten vervoeren. Het heeft wel wat. Herman Hoezee is onze chauffeur vandaag. Hij is nog even druk met een aantal toeristen uit te leggen dat deze bus niet naar Utrecht gaat. Er is een beperkt aantal haltes tussen Leiden Centraal en Heineken. Er wordt slechts vier keer gestopt, waarvan drie keer op het industrieterrein 'Grote Polder'. De deuren gaan dicht en het speciale 'loeiende' geluid dat alleen een bus kan maken, kondigt aan dat we vertrekken. In de bus zit een aantal Heineken-mensen bij elkaar te praten. De anderen hebben de luxe van een tweezitsbank alleen voor zichzelf en lezen een boek of kijken naar buiten. Als we even onderweg zijn en in het centrum van Leiden rijden, staat een man op en gaat bij de deur staan. Hij verwacht te kunnen uitstappen en is verontwaardigd als de deuren niet opengaan. Hij probeert vanaf de plaats waar hij staat contact te maken met de chauffeur, die in dit drukke gedeelte van de stad zijn aandacht toch echt bij de weg moet houden. In niet helemaal perfect Nederlands roept de man een aantal keer dat hij wil uitstappen. De chauffeur houdt zijn ogen op de weg en antwoordt dat hij pas een halte verder een stopplaats heeft. De woorden van de chauffeur verdwijnen echter in de verontwaardigde zuchten van de man. Hij begrijpt er niets meer van. Tweehonderd meter verderop stopt de bus en kan de man uitstappen. Vers van 't Vat, september 2002 21

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 2002 | | pagina 21