Gambia In het vorige nummer van Vers van 't Vat vroeg de redactie u om leuke foto's en anekdotes van uw vakantie. Op deze oproep hebben wij vele leuke reactie gekregen! Zo vieren de Heineken-medewerkers vakantie! Wij, The Gambia Support Foundation, doen op kleine schaal aan ont wikkelingshulp. Wij zonden een container met hulpgoederen, spullen van verschillende mensen uit Nederland. Een familie gaf tweede hands kleding om een Gambiaanse vriend daar een shop te laten openen. Deze Gambiaan vond de kleding prachtig, alleen hij had geen geld om een shop te openen. Ik gaf hem omgerekend veertig gulden, huur voor een maand. Drie maanden later ging ik weer naar Gambia om uiteraard ook een bezoekje te brengen aan de shop. Tot mijn verbazing was de shop dicht. Ik liet een briefje achter bij een dorpeling. Na een dag stond de Gambiaan bij ons hotel met om zijn nek een dikke gouden ketting. Ik vroeg hem direct waarom de shop dicht was, waarop hij antwoordde met een brede lach: "Binnen twee weken had ik alles verkocht! Kijk maar naar mijn mooie ketting en ik heb ook nog een Europees bed gekocht!" Ik had hem vergeten te ver tellen dat hij van het verdiende geld weer nieuwe kleding moest ko pen in de stad, zodat hij op deze manier zijn shop voort kon zetten. Wij hebben hier beiden van geleerd. Mevrouw Middelburg uit Schoorl Vakantiekiekje van Peter Hegman (Information Services Zoeterwoude) en zijn zoon op het strand. Vier broers, twee zwagers en een neef heb ben iedere dag veertig kilometer gelopen en met succes. Op de camping 'De Geuldert' in Plasmolen stond dit 'mooi weer' bord iedere dag buiten! Marian van Bohemen (Receptie Heineken Export) fotogra feerde haar man (met hoed) en de familie en het Heineken-bord. Zij voegde er nog aan toe: "De he ren verbleven in een legerhut en de dames in een luxe caravan. Dolle pret, dat spreekt voor zich!" David Langeveld, Heineken Brouwerijen Rijnland, op vakantie in Kaapstad bij Houtbay in Zuid-Afrika. "Zelfs in Houtbay Heineken gevonden!"

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 2000 | | pagina 14