ei U heeft veel in het buitenland gewerkt. Moet je je, als Heineken-medewerker aan passen aan 's-lands cultuur of is er sprake van een eigen Heineken-cuituur in het buitenland? "Dat verschilt erg van plaats tot plaats. In Nigeria was, toen ik er zat, een grote Nederlandse gemeenschap met zelfs een eigen lagere school met 170 leerlingen. Nu zitten er welge teld nog drie Europeanen op de brouwerij. Terwijl de Europese gemeenschap in mijn tijd wel 2000 mensen telde. Je had de Nederlanders, de Duitsers en de Italianen. Vanzelf heb je dan minder contact met de lo kale bevolking. Dit weer in tegenstelling tot Tsjaad waar de contacten met de lokale bevol king veel inniger waren. In Trinidad waren twee brouwerijen; Heineken met 25% en Carib met 75% van de markt. Tussen deze beide werd een zware concurrentiestrijd uitgevochten. Later werden de twee brouwerijen samenge voegd en moesten mensen en middelen tot el kaar worden gebracht." Dat zal na zo'n zware concurrentiestrijd niet eenvoudig zijn geweest. "Dat viel wel mee. Ik had inmiddels geleerd dat mensen, waar ook ter wereld, in de basis hetzelfde reageren. Men wil gewaardeerd en met respect behandeld worden. Dit geldt zowel voor de bewoners van Trinidad, de Nigerianen, de Nederlanders als voor de Chinezen. Soms kun je trouwens ook gebruikmaken van het cultuurverschil. Chinezen bijvoorbeeld, vonden ons barbaren en noemden ons onder elkaar ook zo. Als er een vergadering was met niet al te hooggeplaatste personen kon je die faam wel eens waarmaken en ongenuanceerd op je strepen gaan staan. Van een barbaar wordt tenslotte niet anders verwacht." Uiteindelijk vond dus de grootste cultuurschok plaats toen u weer terug naar Nederland kwam. "Zeker, bij mijn terugkomst in Zoeterwoude heb ik flink gescholden op de Nederlandse verwencultuur. Het verschil met de doe- cultuur waaruit ik kwam is heel groot. Een mooi voorbeeld vind ik dat, toen ik pas weer in Zoeterwoude was, er een klaringskuip kapot SHmijn terugkomst *n Zoeterwoude heb ik flink gescholden op de Nederlandse verwencult ff ging. Iemand had een poetsdoek in een tand wielkast laten vallen. Deze moest dus worden vervangen. Ik zat op een gegeven moment boven op die kast en zag hoe de groepsleider en teamleider met de handen in de zakken naar boven stonden te kijken. Op dat moment re aliseerde ik mij dat ik het niet erg Nederlands aanpakte. Ik ben er dus vanaf gestapt en heb met grote tegenzin mijn handen in mijn zakken gestopt. Vanuit Zoeterwoude ging ik naar Verpakken in Den Bosch. Daar hebben wij in '87-'88 al het 'team-based denken' geïntroduceerd. Toen ik la ter in 1994 weer terug ging naar Zoeterwoude was het Mensen Maken Heineken-traject offi cieel in gang gezet. De wachtcheffunctie ver dween en het niveau van de teamleidersfunc tie kwam veel hoger te liggen. Je ziet dat ni veau nog steeds stijgen. Er is nu een voortdu rende aanpassing nodig in de kennis en kun de van de teamleider. Toen ik uit Productie vertrok is op korte termijn bijna het voltallige managementteam vertrokken. Ik mis soms nog dat heilige vuur dat je alleen hebt als je als team aan zo'n zware klus hebt gewerkt Gelukkig zijn onze plaatsen inmiddels weer in gevuld door bijzonder kundige mensen."

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1999 | | pagina 4