nadat ze de stad hadden verlaten en eenmaal op de grote weg moest de bakker vaart minderen toen een stor machtige wind de sneeuw in vlagen tegen de voorruit joeg. De vicaris tuurde angstig door de beslagen voorruit en bekeek in het flauwe, gelige schijnsel van een bijna lege zaklantaarn op de landkaan de route die ze moesten afleggen. Hij riep in stilte alle heiligen aan die hem te binnenschoten en foeterde op de bakker die stapvoets was gaan rij den. "Zijn we er al?" vroeg de bisschop na een tijdje, nadat hij ongeduldig op het zakhorloge had gekeken dat hij uit zijn soutane had opgediept. "Ik geloof dat we verdwaald zijn, monseigneur," mompelde de vicaris die zich omdraaide en met een hulpe loze blik zijn superieur aankeek. "Heilige Maria," mompelde de bakker die al zijn stuurkunst nodig had om de overvolle auto op de gladde, smalle weg te houden. "Stop maar bij de eerste parochiekerk die je ziet. In dit beestenweer heeft het geen zin om nog verder te zoeken." "Als we die in dit weer zien, monseig neur." "Kerken zie je niet, eerwaarde, die voel je, die ruik je." Toen de bisschop twee dagen later 's morgens in zijn eigen bed wakker werd kon hij zich de naam van de parochie waar ze het kerstfeest had den gevierd niet meer herinneren, evenals de naam van de pastoor. Hij kon zich nog wel de verbaasde gezichten van de kleine schare gelovi gen voor de geest halen toen ze, ver kleumd en vermoeid, het kerkje bin nenstapten. Het was een mis geweest, die hem had herinnerd aan zijn eerste parochie, een dorpje ver weg in de provincie, bevolkt met arme boeren en kleine handwerkslieden. Zwijgend had hij op de achterste bank van het kleine, sfeervolle kerkje geze ten, tussen de parochianen die zich de tijd niet konden heugen dat een bis schop hen had bezocht. Hij had de pracht en de praal van de kille kathedraal die hij vroeger gewend was geweest niet gemist, evenals zijn mede-bisschoppen waar van sommigen zich heiliger waanden dan Sint Franciscus. Na afloop van de mis had de pastoor hen uitgenodigd om bij hem thuis een eenvoudig maal te gebruiken. Het was ver over twaalven geweest toen de pastoor hem zijn bedstede had aangeboden om de nacht door te brengen, omdat het laat was gewor den en het weer te slecht om nog naar huis terug te gaan. Onwennig in het kleine, vreemde bed met de harde matras en overweldigd door de rust, die hij tussen de eenvou dige en devote parochianen tijdens de mis had gevoeld en die opnieuw was teruggekeerd in het kleine alkoof, had het lang geduurd voor hij in slaap was gevallen, zich steeds weer afvragend waarom hij de brief aan de kardinaal had geschreven. Hij had eigenlijk geen zin meer in kerkpolitiek gekonkel en vage com promissen die afbreuk deden aan zijn gevoel van rechtvaardigheid. De onvrede die hij de laatste weken bij zichzelf had bespeurd was verdwenen en had plaatsgemaakt voor een gevoel van berusting die al zijn ambities lang zaam had verdrongen en die hem in staat stelde te aanvaarden wat was en onvermijdelijk komen zou. Hij wilde niet woekeren met zijn gaven, maar als een rechtvaardig rent meester beheren wat hem was toege wezen, doen waartoe zijn vermogen hem in staat stelde, in nederigheid en eenvoud, een dienaar zijn net als pater Willebrands was geweest. Schorpioen 23/10 - 22/11 Het jaar 1999 is voor de Schorpioenen rijk aan bezoek jes en diepzinnige gesprekken onder het genot van een biertje. Vooral in Den Bosch werkzame Schor pioenen gedragen zich op het liefdesgebied als een ware Romeo of Julia. Het succes in de liefde wordt echter wreed verstoord door uw financiële besognes. Maar niet getreurd beste Schorpioen; zakelijk succes maakt uiteindelijk ook gelukkig.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1998 | | pagina 21