Plezier in het werk, maatwerk voor de klant Serviceteams Heineken Brouwerijen Midden-Brabant: Heineken Brouwerijen Midden- Brabant werkt sinds driekwart jaar op een nieuwe manier. Ser viceteams vormen daarbij de spil - en dat blijkt een groot succes: de klanten krijgen maatwerk, de medewerkers doen met plezier hun job. Marinus van Dorst, regionaal unitmanager Heineken Brouwerijen Midden-Brabant, nam de veranderingen op 3 okto ber nog eens door met zijn men sen. Ook de partners waren daar bij uitgenodigd. Na het officiële gedeelte volgde een boottocht. Reden wijze van de veranderde werk- kwijze vormt de 'fusie' tussen de drankenhandel (Van Dorst-Liebrand- Olderaan), de technische dienst en het Heineken-verkoopkantoor in Den Bosch. "Het is de bedoeling om tot één unit te komen die zeer klantgericht is en korte lijnen heeft. De goede relatie met de horeca-ondememer is daarbij héél belangrijk", zegt Marinus van Dorst, die uitlegt dat deze ontwikke ling voortkomt uit het Mensen Maken Heineken-proces. Per 1 januari 1999 verandert de naam van drankenhan del en verkoopkantoor officieel in Heineken Brouwerijen Midden-Bra bant. Dit is de kroon op het werk, want de praktische veranderingen zijn al doorgevoerd. Kon geleden is begonnen met nieuwbouw, gekop peld aan het bestaande verkoopkan toor. De medewerkers van dranken handel en technische dienst verhui zen daar in augustus 1999 naartoe, zodat de lijnen nog korter worden. SERICETE AM5 Wat houdt de nieuwe manier van werken in? Marinus van Dorst: "Voor heen hadden onze klanten, die in een straal van veertig kilometer rond Den Bosch zitten, te maken met twee ver tegenwoordigers. Eentje van de dran kenhandel en eentje van de brouwe rij. Dat is voorbij. Er is nu één horeca- vertegenwoordiger, die het aan spreekpunt is voor de klant en wordt bijgestaan door een serviceteam. Dat team bestaat uit de chauffeur die de klant belevert, zijn eventuele bijrijder, de verkooptelefonist, de commercieel assistent(e), de medewerker(s) tech nische dienst en de betrokken mensen van het magazijn." Wat doet zo'n serviceteam? "Elke ver tegenwoordiger behandelt met zijn team zowel commercieel als distribu tief zijn klanten", vertelt Marinus van Dorst. "Om iedereen optimaal te informeren, is er elke zes weken over leg. Het team krijgt dan te horen of er veranderingen zijn in het klantenbe stand, of er klanten zijn met bijzonde re omstandigheden (zoals een ver bouwing), kortom: het laatste nieuws. Daarnaast is er natuurlijk alle aan dacht voor de actieve verkoop en wij zigingen in het assortiment. Elk team lid heeft op het overleg zijn of haar eigen inbreng. De chauffeur bijvoor beeld is degene die elke week bij de klant komt en daardoor waardevolle informatie kan geven. Het feit dat er van elke afdeling iemand in het servi ceteam zit, maakt het team voor de vertegenwoordiger een belangrijke informatiebron." Om het contact met de ondernemer te verstevigen, maakt het serviceteam elk half jaar 's avonds een gezellig rondje langs een aantal horecabedrij ven. De klant leert zijn team zo op een ongedwongen manier beter kennen." WERKEN MET PLEZIER Als er bijzonderheden bij een onder nemer zijn, zoals een receptie of huwelijk, gaat daar een delegatie van het serviceteam heen. Het team zorgt ook dat nieuwe klanten een bos bloe men krijgen bij hun eerste bestelling. De medewerkers zijn gemotiveerd om op de nieuwe manier te werken. "Aanvankelijk zaten de mensen van het magazijn niet in een serviceteam", vertelt Marinus van Dorst, "en daar door dreigden zij minder betrokken te raken. Nu ook zij in de teams zijn opgenomen, is dat opgelost. De mede werkers hebben duidelijk plezier in hun werk. Eigenlijk hebben we bin nen de grote unit kleine bedrijfjes gecreëerd met eigen verantwoorde lijkheden. Dat stimuleert de mensen om zich extra in te zetten. Dat het de klanten ook bevalt, weet ik uit per soonlijke contacten met hen, en door de cijfers die wij krijgen in klantonder zoeken. Die cijfers waren al goed, maar er zit nu een duidelijke opgaan de lijn in. Plezier aan boord

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1998 | | pagina 27