Deur matjes, fokcontracten en zwemvliezen 30 14 kamer liggen diverse hondenspeeltjes. Cadeautjes van bezoekers die op kraamvisite kwamen, want het trotse echtpaar Hendriks heeft sinds twee weken gezinsuitbreiding. Toen kwam namelijk hun hond Aymara r' weer thuis met de acht weken oude pup Bijou. In de ie in een Drunense nieuw bouwwijk bij de familie Hen driks aanbelt, wordt niet afgeschrikt door enorm geblaf of het geluid van tegen de deur springende honden. Toch hebben ze twee honden. En niet zulke kleintjes ook. Hoewel, de klein ste is nog echt klein. Ten minste, ver geleken met haar moeder. Pas tien en-een halve week oud, nog een ech te pup, speels, vertederend en met kleine puntige tandjes. Toch heeft Bijou, zoals de pup heet, eigenlijk al bijna het formaat van een Duitse her der. Als ze net zo groot wordt als haar moeder, komt daar nog wel een stuk bij. Want moeder Aymara meet zo'n 57 centimeter (schofthoogte) en is ongeveer vijftig kilo zwaar. Aymara en dochter Bijou zijn Leon- bergse honden. Een hondenras waar voor het echtpaar Hendriks bewust heeft gekozen. "Aymara is onze eerste hond. We hebben altijd gezegd: als we ooit een hond nemen, moet het een échte hond zijn. Dus niet zo'n klein tje", vertelt Peter Hendriks, die als Algemeen medewerker van DCS in Den Bosch werkt. Zijn vrouw Kath leen: "We kenden dit hondenras, omdat vrienden van ons deze honden fokken. Je moet ze goed opvoeden, want ze kunnen best dominant zijn. Maar ze zijn heel erg lief. Kunnen bij kinderen en bij katten, kunnen goed alleen blijven.... Ze hebben veel bewe ging nodig, maar in huis zijn ze heel rustig. Wij zeggen altijd 'het zijn net deurmatjes' vertelt Kathleen, terwijl ze naar de inmiddels languit op de vloer liggende Aymara kijkt. En ook de jongste is, na de eerste opwinding over een bezoeker, rus tig op haar bed in de gang gaan lig gen. "Deze hon den zijn het voor ons echt hele maal", vult Peter aan. "Ze zijn bij zonder. Als we deze niet zouden kunnen hebben, zou ik net zo lief géén hond heb ben." Het ras bestaat 152 jaar. Om een hond te krijgen die leek op het exemplaar in het stadswa pen van de Duitse stad Leonberg (nabij Stuttgart), kruiste Heinrich Essig ruim honderdvijftig jaar geleden een Sint Bernhard met een zwart-wit- te New Foundlander (tegenwoordig Landseer genoemd) en een Pyreneese berghond. Het resultaat was uiteinde lijk de Leonbergse hond. Enigszins eigenwijs, graag buiten, het liefst ver van de baas vandaan, in zijn element in de bergen, 's zomers én 's winters gek op water (waar hij zich mede Jppf - V -jfd SÈ dankzij de zwemvliezen tussen zijn tenen goed kan voortbewegen) en gezellige huisgenoten. Kennen we de Sint Bernhard van de reddingsacties (met een vaatje drank om de nek), de Leonbergse hond is nooit voor speci fieke doeleinden gebruikt. "Ze zijn heel wijs, lijken heel veel te begrijpen. Zelfs als je gewoon met z'n tweeën zit te praten, reageert Aymara op bepaal de woorden of zinnen. Natuurlijk hebben we de puppycursus met haar gedaan en een cursus voor elementai re gehoorzaamheid, maar verder zijn we niet gegaan. Het ras is niet zo leer gierig als bijvoorbeeld de Duitse her der of Golden retriever. Het is geen ras om kunstjes te leren. Het interesseert haar gewoon niet om meer te leren. Ze kan bijvoorbeeld best apporteren, dus dingen terugbrengen die we heb ben weggegooid, maar we hebben haar niet zover kunnen krijgen dat ze het dan ook loslaat en aan ons geeft", aldus Peter. De eigenaars van Leonbergse honden treffen elkaar nog weieens. Want regelmatig worden bos- of strandwan delingen georganiseerd, waarna geza menlijk ergens wordt gegeten. Mét de honden uiteraard. "Dat is zó leuk...", vertelt Kathleen. "Ze liggen overal, maar je hoort ze niet. De eerste keer dat we in Frankrijk waren, hebben we ons daarover echt verbaasd. Toen waren er zeker vijfhonderd honden, maar je had er geen last van. Zelf nemen we de honden ook mee, als we uit eten gaan. We vragen natuurlijk tevoren of dat mag. En als dat mag, gaan de honden onder de tafel, terwijl wij eten. Als we dan na een tijd opstaan en de honden tevoorschijn- komen, zie je het bedienend personeel vaak verbaasd kijken. Die hadden helemaal niet gemerkt dat ze er waren..."

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1998 | | pagina 14