"Ik zou het zo weer
overdoen" In onze serie interviews met naar het buitenland uitgezonden
collega's, heeft de hoofdpersoon in deze Vers van 't Vat tot nu toe de langste staat van (buitenlandse) dienst.
Tom Heijbroek werkt namelijk al sinds 1971 voor Heineken in het buitenland.
Tom Heijbroek heeft mooie herin
neringen aan de 26 jaren die hij
voor Heineken in het buitenland heeft
doorgebracht. "Ik zou het zo weer
overdoen. Absoluut. We hebben een
verdomd mooie tijd gehad. Vooral in
Afrika. Daar hebben we onze leukste,
beste tijd gehad. Het is een uitdaging
goed bier uit die buitenlandse brouwe
rijen te laten komen. Het heeft ook te
maken met de mensen met wie je
werkte. Je kon hard met
hen werken, maar ook
leuk met hen lachen. Ze
waren over het algemeen
leergierig, vriendelijk en
gastvrij. En dat gaat voor
al op voor de inwoners
van Ghana, waar we
zeven jaar met veel ple
zier hebben gewoond en
gewerkt. Over Afrika zijn
de meningen vaak
zwart/wit. Je hebt men
sen die het er fantastisch
vinden en je hebt mensen
die er niet kunnen aar
den. Er is volgens mij
geen tussenweg. Wij behoorden tot de
eerste groep. Misschien ook wel omdat
we vanaf het begin altijd naar het bui
tenland hebben gewild."
OPLEIDING
Dat begin was in juli 1970. Net toen
Tom Heijbroek zijn studies organische
chemie in Leiden en chemische tech
nologie in Amsterdam en het bijvak
bedrijfseconomie in Rotterdam had
afgerond, las hij een advertentie waar
in Heineken mensen vroeg die naar
het buitenland uitgezonden wilden
worden. Hij solliciteerde en werd bin
nen enkele weken aangenomen.
Voordat de nieuw geworvenen zoals
Heijbroek, Rutgers en Hamers naar het
buitenland werden gezonden, kregen
ze een gedegen opleiding in Rotter
dam. "Ik heb ook vijf a zes maanden
gewerkt in een brouwerij in het Duitse
Wittingen. Gewoon met een overall
en laarzen aan. We moesten er alles
doen: brouwen, flessen en lusten
afvullen, werken met de wortkoeling,
op de vorkheftruck en tanks sloepen.
Daarvan heb ik veel geleerd."
Na een aansluitende training op de
Rotterdamse brouwerij, brak dertien
maanden na zijn indiensttreding het
grote moment aan. Toen vertrok Tom
Heijbroek met zijn kersverse gezin
naar Nigerian Breweries Ltd. in Ka-
du na.
NEDERLANDSE WORTELS
In Kaduna werd de tweede zoon gebo
ren, Sander. Zijn oudere broertje Duco
was toen twee jaar. Vier jaar later zou
in Tsjaad de derde zoon, Patrick, wor
den geboren. Hoewel het in die tijd
gebruikelijk was dat een vrouw twee
maanden voor haar bevalling naar
Nederland vloog om pas drie maanden
na de geboorte weer terug te keren,
vroeg het echtpaar Heijbroek toestem
ming de geboortes van de twee jongste
zonen plaats te laten vinden in de lan
den waar ze toen woonden.
"Ik denk dat het goed is als kinderen
ook andere culturen meemaken", zegt
Heijbroek. "Onze zonen hebben bij
ons gewoond tot ze naar de middelba
re school gingen. Toen zijn ze naar een
pensionaat in Oegstgeest gegaan. Daar
woonden ze met ongeveer veertig
andere kinderen en hadden het zeer
naar hun zin. We vroegen hen altijd of
ze wilden dat we terugkwamen in
Nederland, maar dat wilden ze niet.
Het was voor hen ook aantrekkelijk
dat ze in de kerst- en zomervakantie
altijd bij ons konden komen. In de tus
sentijd brachten wij ons verlof in
Nederland door. Zo waren we toch
drie a vier maanden per jaar bij
elkaar."
Voordat de jonge Heijbroekjes naar
een Nederlands pensionaat gingen,
hebben ze allerlei kleuterscholen en
lagere scholen bezocht. In Nigeria was
dat een Engelstalige kleuterschool, in
Tsjaad een Franse lagere school, in
Singapore een Nederlandse, in Zaïre
een Belgische en in Ghana een Engels
talige school. Daarnaast bracht hun
moeder hen thuis de kennis bij die een
Nederlandse lagere schoolleerling
moest hebben. "Wij vonden het
belangrijk dat de jongens
wisten waar hun wortels
liggen. Vandaar dat we
ervoor hebben gekozen
hen hun middelbare
schoolopleiding in Ne
derland te laten volgen.
Bovendien hebben we
typisch Nederlandse ge
bruiken als sinterklaas en
kerst altijd uitbundig
gevierd met de andere
Nederlanders."
Na Kaduna volgde een
korte periode in het
Nigeriaanse Aba, tot Tom
Heijbroek een nieuwe functie kreeg als
directeur technique van Brasseries du
Logone in Tsjaad. Het echtpaar kocht
een auto en vertrok met de zoons,
hond, papegaai en huisraad vanuit
Aba naar Moundou in Tsjaad. De reis
zou een week in beslag nemen. Maar
een auto-ongeluk onderweg waarbij
een van de zoons gewond raakte,
gooide roet in het eten en leidde tot
een oponthoud van tien dagen. "Toen
we in Moundou aankwamen, waren
we allemaal opgelucht."
ECHT AFRIKA
"Brasseries du Logone was een vrij
kleine brouwerij met een capaciteit
van 200.000 hectoliter. We maakten er
Gala, misschien wel het beste lokale
bier dat ik ooit heb gebrouwen. De
tuin van ons huis grensde aan de rivier
Logone. We zagen nijlpaarden zwem
men. Voor onze deur liepen kippen,
parelhoenders, antilopen en apen. Het
was er zoals mensen denken dat Afrika
er uitziet. De bevoorrading van de
brouwerij was er trouwens een hele
toer. Alle verpakkingen en grondstof
fen kwamen per boot aan in Douala in