Een nieuw vaatje
aangeslagen
In deze rubriek belichten wij
nieuwe of vernieuwde
horecabedrijven waar een of
meer van onze biermerken
worden geserveerd.
Deze maand aandacht voor
de pas geopende
Bokkeslinger, Wijnhaven 11
in Rotterdam.
In misschien wel het meest
authentieke kwartier van Rot
terdam, rond de Oude Haven,
staat een fraai gerestaureerd
rijtje 18e-eeuwse handelshuizen.
In drie daarvan is het Mariniers
museum gevestigd, dat op 8
december geopend werd.
Tegelijk daarmee kwam ook
De Bokkeslinger in gebruik.
Met een dubbele functie: over
dag als museum-café en daarna
als een sfeervolle club voor het
publiek.
Twee weken voor de opening
spreken we met Frans Engels en
zijn zwager Willem van der
Vloed in de nog kale ruimte,
waar volop wordt gewerkt.
Alleen het skelet van de bar
staat op zijn plek en de vers-
gelegde rood en zwart natuur
stenen vloertegels er omheen
worden juist door hen geïn
specteerd. Beide heren lijken
tevreden over het karwei. "Dit
is eigenlijk de meest boeiende
fase van de opbouw. De mimte
op zich staat er en moet nu wor
den ingevuld. We weten wat er
op de tekeningen staat, maar nu
zie je het ook groeien. Die vloer
maakt het ruimtelijk en geeft
meteen wat klasse. Moet je het
■•r
25
straks eens zien met die geca
pitonneerde bar", zegt Van der
Vloed. Het opstarten van een
horecazaak is hem wel toever
trouwd; hij heeft het meer dan
eens, en met succes, bij de hand
gehad. Ook Frans Engels, inmid
dels de vierde generatie van de
bekende Rotterdamse horeca-
familie, is vol vertrouwen over
de gekozen formule van De
Bokkeslinger.
Aan de stadszijde van het blokje
oude panden liggen brasserie De
Tijdgeest en café Le Commerce,
eveneens in exploitatie bij
Engels en Van der Vloed. Daar
wordt al Heineken getapt. Voor
Han van Mierlo, brouwerij-ver
tegenwoordiger voor Rotter
dam-centrum, lag het voor de
hand dat De Bokkeslinger ook
een 'Heineken zaak' zou wor
den. Een opvatting die de beide
exploitanten van harte deelden,
want de goede relatie tussen de
Engels-horecadynastie en de
brouwerij bestaat immers al
honderd jaar.
Aanvulling
Zakelijk en organisatorisch ge
zien staat De Bokkeslinger los
van beide andere zaken. Het
heeft eigen personeel en een
eigen keuken. Maar bij de bouw
is er wel rekening gehouden met
een toekomstige binnendoor
gang naar De Tijdgeest en Le
Commerce. Frans Engels: "Als
je binnen één complex meerdere
horeca-concepten kunt aanbie
den met elk een eigen sfeer, dan
spreek je een breder publiek aan.
Of beter: meerdere publieks
groepen. De mensen kunnen
dan nog eens wisselen van loca
tie en blijven dus langer binnen.
Bovendien vullen de verschil
lende mimten elkaar ook func
tioneel aan. Veel eters in de bras
serie komen bijvoorbeeld in het
café 'afzakken'. De Bokkeslin
ger is in het geheel dan weer een
sfeervol apèritieflokaal voor de
vier stijlkamers in het pand,
waar besloten getafeld kan wor
den."
Engelse club
De dubbele functie van museum
café en 'club' stelt bijzondere
eisen aan het concept van De
Bokkeslinger. De 80 m2 grote
ruimte heeft een royale en uit
nodigende binneningang vanaf
de museumhal. Maar buiten de
museumtijden (dinsdag t/m
zondag van 10.00 tot 17.00 uur)
blijft de eigen buitendeur in
gebruik. Er zijn zitjes waar het
museumpubliek koffie, thee,
een drankje en een lichte lunch
kan gebruiken. Maar het meu
bilair is zo gekozen dat het bij
draagt aan het club-imago van
de zaak. "Een Engelse sfeer, een
club zoals je in Rotterdam nog
niet hebt. Niet te bruin, maar
een gezellig soort klasse. En
vooral comfortabel", typeert
De eigenaren van
De Bokkeslinger Frans Engels
(links) en Wim van der Vloed
Van der Vloed zijn zaak. Toch
wordt het mariniers-aspect na
vijf uur 's middags niet verloo
chend. Heel mooi belicht staan
er enkele museumstukken in
vitrines opgesteld, terwijl een
ronde wereldkaart aan het pla
fond laat zien waar 'onze jon
gens' in de loop van de tijd in
actie zijn gekomen.
Party aan boord
De mariniers en Rotterdam heb
ben wat met elkaar. Admiraal
Tromp richtte immers in de
Maasstad zijn korps 'zeesolda
ten' op. Niet voor niets draagt
een van de magnifiek gerestau
reerde museumpanden de naam
Tromphuis. Een historische bij
naam voor marinier is 'bok',
daarom worden de versieringen
van de beenwindsels van het
oude uniform boltkeslingers
genoemd. Het Mariniersmu
seum was al enige tijd in Rot
terdam gevestigd, op het Noor
dereiland. Maar de Wijnhaven,
precies op de plek van het voor
malige oostelijke stadsbolwerk,
ligt historisch gezien natuurlijk
meer voor de hand. Als de laat
ste bouwperikelen van de spoor
tunnel onder de Nieuwe Maas
bovengronds zijn weggewerkt,
ontstaat er langs de Wijnhaven
een doorgaande wandelroute
tussen de Oude Haven en de
Leuvehaven. Engels en Van der
Vloed hebben ook plannen voor
een terras aan de kade. Pal vóór
De Bokkeslinger worden nog,
bij wijze van museumattractie,
twee oude oorlogsbodems afge
meerd, die zelfs als party-schip
kunnen worden gehuurd.
Buiten museumtijd is De Bok
keslinger dan een sfeervol
besloten proeflokaal, met een
uitgebreid assortiment gedistil
leerd (vooral aandacht voor
Hollands gedistilleerd) en ach
ter de bar... een oud-marinier!