Het Amstel-gevoel ieur. met irgen Hier aan eslo- ioge- uen. wie ipop id in t hij nde) sk is iste- zijn 'lace .t te sco- dis- igen ich- ;ane sche uur, eeld van op. teek il in vol- van van :hts eld, rna- eer. aar- otte de ter- len. /er- wd. oor de van ;en- het tier ge- •ge- ap- ale :eft :en ek- on- Zij tan aar is lan of ris ijn m- iok en Ton van Stek fusie, ben ik met voetballen gestopt. Wel ben ik bij mijn eigen vereniging blijven spelen, maar ook daar moest ik later mee ophouden. Ik moest te vaak in het weekeinde werken." Reünie Ton van Stek bleef na de fusie op de Mauritskade werken. Later ging hij naar de Van der Helststraat. "In 1975 kwam er een functie vrij bij de Reclame Service Dienst als medewerker Evenementenuitvoering. Ik had al een keer de Amstel Gold Race meegemaakt en nog enkele kleinere evenementen. Daarom leek mij die baan wel wat. Ik solliciteerde en werd aangeno men. Overigens werken hier nog vijf collega's van mij uit de Amstel-tijd. Dat maakt het extra gezellig. De 'familie-band' blijft." Volgens Ton gaat dat Amstel- gevoel nooit meer weg. "Dat blijft. En dat zal ook na mijn pensioen blijven. Ik blijf in hart en nieren een brouwerij-man. Zowel van Heineken als van Amstel. Maar Amstel is toch speciaal. Amstel is mijn familie en die houd je je hele leven. Een voorbeeld: Ik kwam laatst op de Molenzolder van het Ontvang stencentrum in Amsterdam. Daar was een niet-actieven bijeenkomst. Het leek wel een reünie van Amstel-mensen. Ut was nog niet binnen, of er kwamen verschillende oud- Amstel collega's naar mij toe. Vrouwen vlogen me om de hals, omdat ze me nog van vroeger kenden. Ilt stond opeens in het middelpunt van de belangstel ling. Dat bedoel ik maar: een grote familie. Mijn grootste wens is dan ook om ooit nog eens een reünie te houden van medewerkers uit de Amstel brouwerij. De bijrijders, de chauffeurs, hun familieleden. Oud-medewerlters en mede werkers die nog in actieve dienst zijn. Lijkt me erg leuk. Ik heb alleen twee problemen: geen mimte en geen adressen. Maar als ik het ooit eens voor elkaar krijg, wordt het een groot feest. Dat weet ik zeker. En dan nemen we z'n allen een Amstel pils. Op Amstel natuurlijk." Amstel brouwerij nog niet. "Dat is pas later gekomen. Na de fusie. Toen leerde je het verschil kennen in cultuur. Dat was er gewoon. Bij Heineken ging alles er veel zakelijker aan toe. Hier bij Amstel kende iedereen elkaar, het was één grote fami lie. Nog steeds, want ik zie nog geregeld mensen die bij Amstel gewerkt hebben. Je had in de Amstel brouwerij ook maar twee bazen en niet allemaal ver schillende afdelinkjes, zoals je nu bij Heineken hebt. En die bazen, die konden met je lachen en met je huilen. Als het moest kreeg je een arm om je schou der, omgekeerd overigens ook. Nu is alles toch afstandelijker. Niet dat ik tranen heb gelaten bij de fusie, dat niet. Daar was ik ook te jong voor, nog maar 24. Maar de veertig-plussers hadden het er best moeilijk mee." Ton was bij Amstel niet alleen chauffeur, maar ook aanvoerder van het Amstel voetbalelftal. "Dat was erg leuk", geniet hij nog en met een glimlach: "Ik stond bekend als de 'zwaarste voetballer van de KNVB'." Ook was Ton actief bij de concern sportdagen van de Amstel brou werij, waar uiteraard ook voet bal werd gespeeld. "Ik zat toen bij Abe Lenstra in het team. Die was in die tijd vertegenwoordi ger van Amstel in het noord oosten. We wonnen, uiteraard. Ook met het Amstel-voetbal- team hebben we veel wedstrij den gewonnen. Later, na de In een aantal afleveringen beschrijven (oud)-nredewerkers in het kader van 125 jaar Amstel hun 'Amstel-gevoel'. Dit keer is dat collega Ton van Stek van de Reclame Service Dienst in Amsterdam. Veel mensen kennen hem als Tonnie van Amstel. "En daar ben ik ook trots op." Zijn echte naam is Ton van Stek en hij werkt al weer twintig jaar bij de Reclame Service Dienst in Amsterdam. Hij heeft verschil lende taken bij diverse evene menten. Regelmatig staat hij achter de tap. "Ik werk het liefst bij een Amstel-evenement. Daar kom je heel veel bekende mensen tegen. Vooral ook Amstel-relaties, die al heel lang klant zijn. Dat is heel gezellig. Dan is het net of je weer even terugkeert naar de tijd van de Amstel brouwerij." Daar begon Ton van Stek op 18 september 1961 als bijrijder op de vrachtwagen. "Ik was zeven tien en had nóg geen rijbewijs, vandaar dat 'bijrijders-baantje'. Later haalde ik mijn groot rij bewijs en werd ik chauffeur." Ton begon bij Amstel vanwege zijn grote voorliefde voor vracht wagens. "Niet voor het bier. Ik was echt wat je noemt 'vracht- wagen-gek'. En bovendien, in die tijd dronken jongeren nog geen bier. Ik ook niet. Ja, een beetje schuimhappen op een verjaardag of in een café, je kent het wel. Maar daar bleef het bij. Uiteraard is dat nu wel veran derd. Wat ik nu drink' Amstel natuurlijk. Dat is het lekkerste pils dat ik ken. En af en toe een speciaal bier van de Amstel- familie, maar Amstel pils heeft toch de voorkeur." Het Amstel-gevoel kende Ton in zijn beginperiode bij de

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1995 | | pagina 23