e zetten
schip.
In het midden van de jaren zestig
was het gebruikelijk dat de meeste
stuurlieden op vijftig na, werden
vrijgesteld van militaire dienst. Op
vijftig na, die de Koninklijke Marine
per jaar nodig had. Lewis Willing
werd geselecteerd als een van die
vijftig. Als aspirant reserve-officier
volgde hij zes maanden een opleiding
bij de KIM in Den Helder en koos later
voor de Marine Luchtvaartdienst,
waar hij als navigator vloog op
Gramman Trackers. Ook op deze tijd
kijkt hij met grote tevredenheid temg.
De enige wanklank zou de hoeveel
heid cornedbeef kunnen zijn, die
hij te eten kreeg. "Het was de tijd
dat de Marine de Karei Doorman ver
kocht aan Argentinië. Volgens mij
hebben ze hem gemild voor corned
beef, want dat kregen we daarna
eindeloos te eten!"
Ommezwaai
Zijn diensttijd eindigde anders dan
hij zich had voorgesteld. "Het was
een wilde tijd. We waren jong en vrij
gezel. Maar twee weken voordat ik
zou afzwaaien kreeg ik pleuritis. Daar
heb ik toen een paar maanden in
het Marinehospitaal mee gelegen,
voordat ik geheel goedgekeurd uit
dienst kon. Het voordeel was dat
ik doorbetaald kreeg en niets kon
uitgeven. Daardoor kon ik genoeg
sparen om mijn eerste studiejaren te
betalen. Want ik was inmiddels tot
het besef gekomen, dat het varen wel
heel leuk was, maar dat ik het niet
mijn hele leven wilde doen. Daarom
wilde ik Zeerecht gaan studeren. Een
specialisatie bij Nederlands Recht."
Zo begon Lewis Willing op 23-jarige
leeftijd aan een Rechtenstudie in
Leiden. "Daar heb ik ook mijn vrouw
ontmoet." Viereneenhalf jaar later
studeerde hij af. Niet met echt hoge
Omdat hij jarenlang gevaren had en
de derde rang had behaald, kon hij
na zijn studie een aanstelling krijgen
als jurist bij drie grote advocatenkan
toren in Rotterdam. Het werd Loeff,
Fruin Boeles. Daar bewees hij als
jurist met vaar-ervaring goede dien
sten. Hoewel hij de advocatuur leuk
vindt en met name de kort gedingen,
vielen de grote papierberg en de vele
lange procedures waarmee hij te
maken kreeg, hem wat tegen. De
nieuwsgierigheid naar andere plaat
sen stak de kop weer op en Lewis
Willing vertrok voor ruim een half
jaar naar New York om daar op een
advocatenkantoor te werken. Door
dat de onderhandelingen over zijn
tijdelijke detachering lang in beslag
hadden genomen, had zijn vrouw
inmiddels zelf ook een baan gevonden
en konden zij en de twee dochters van
inmiddels drie en vijf jaar niet mee
naar New York. Dat bood Willing de
gelegenheid de reis per schip te
maken. Half als passagier, half als
bemanningslid. Tijdens die reis vond
op Tenerife een vliegtuigramp plaats
met een Nederlands en een Ameri
kaans vliegtuig. "Nog voordat ik in
New York was aangekomen, was ik
al aan het werk gezet. Want het kan
toor waar ik zou gaan werken, verte
genwoordigde PanAm en ik kende na
tuurlijk het Nederlandse recht. Ook
daar was het hard werken, maar ik heb
het ontzettend naar mijn zin gehad."
Meer mogelijkheden
Na in totaal acht jaar advocatuur, wil
de Lewis Willing wat anders. Het
werd Heineken. "Kijk, het beperkte
van de advocatuur vind ik dat je
advies geeft, maar verder passief moet
afwachten of ze iets met dat advies
doen en hoe zo'n zaak afloopt. Bij
een bedrijf heb je veel meer moge
lijkheden. Je bent vaak vanaf het
allereerste begin tot het einde bij een
zaak betrokken. Je moet zelf de
vinger aan de pols houden en zeer
intensief met andere disciplines
samenwerken. Zelf actiever zijn.
Daar voel ik me meer bij thuis. De eer
ste twee maanden vond ik het hier
overigens maar saai. Ik dacht: 'wat
moet ik hier?' Ik heb dat ook weieens
gezegd. En ben er vervolgens tien jaar
lang mee geplaagd."
Uitdaging
Als de heer Willing terugkijkt op zijn
carrière tot nu toe, doet hij dat met
tevredenheid. "Ik vind dat ik geluk
heb gehad in het leven. Als je de ver
schillende stappen in mijn loopbaan
ziet, is het eigenlijk logisch dat ik in
1980 bij een internationaal bedrijf als
Heineken ben gekomen. Het is toch
heerlijk, als je voor elkaar krijgt, dat
je kunt doen wat je leuk vindt? Dat
gaat zeker voor mij op. In mijn vrije
tijd zeil ik nog steeds. Soms op zee,
met vrienden. Ik tennis graag en af
en toe zit ik op een racefiets. Dat laat
ste stamt uit de tijd dat wij met
Buckler een profwielerploeg met Jan
Raas sponsorden, waar ik nauw bij
betrokken was", aldus Lewis. Ik vind
Heineken een geweldig bedrijf met
ontzettend veel mogelijkheden. Als
je ziet wat er op ons afkomt, sanerin
gen en concentraties in de brouwerij -
industrie wereldwijd, toenemende
concurrentie, dan staat ons nog heel
wat te wachten. Het zal een opwin
dende, maar toch ook wel moeilijke
tijd worden. Ik heb een geweldige
afdeling met zeer gemotiveerde men
sen met een enorme inzet. We zullen
alle zeilen moeten bijzetten, maar dat
vind ik juist fantastisch. Dat vind ik
een uitdaging. Daar houd ik van."
Y Lewis Willing
cijfers, maar dat vond hij ook minder
belangrijk. "Ik wilde opschieten. Snel
met mijn studie klaar zijn. Dan neem
je genoegen met voldoendes." Hij
houdt trouwens nog steeds van
opschieten. Hij heeft bijvoorbeeld
een hekel aan lange, onbegrijpelijke,
teksten. "Ik vind dat als iemand een
advies moet uitbrengen, hij dat kort
en duidelijk moet doen. In korte zin
nen, in gewoon begrijpelijk Neder
lands. Zonder Latijnse woorden en
ellenlange passages met arresten.
Geen adviezen eindigend met 'ener
zijds' en 'anderzijds', doch met dui
delijke conclusies en aanbevelingen.
Daar gaat het om!"
gy -iWmj .+f['sjhi. j «-*
tl\u