Het Amstelgevoel wen.' Wat dat betreft had ik waarschijnlijk een toekomstge richte blik. Uiteraard liet ik daar als goed gastheer altijd op vol gen: 'Maar als je een lekker pils wilt drinken, dan drink je natuurlijk Amstel!' Daar kon uiteraard geen twijfel over bestaan. Ook ging ik altijd overal waar ik kwam in een Arnstel- café een biertje drinken. Hoewel ik moet toegeven dat ik die ene keer in Rotterdam wel erg veel moeite had een Amstel-café te vinden. Daar was het allemaal Heineken." Geen nummer In eerste instantie was Gerben bang binnen de nieuwe organi satie een nummer te worden. "We waren bij Amstel één gro te familie. Achteraf echter ble ken we bij Heineken bepaald geen nummer te zijn. Ik denk ook dat we er wat Amstel betreft alleen maar beter op zijn geworden. Het merk is groter geworden, intemationaler. Ook persoonlijk zijn wij er op vooruitgegaan. Want mijn pen sioen is prima geregeld zoDan lacht hij plotseling. "Ik herinner me nog een anekdote, nog niet zo lang geleden gebeurd. Ik kwam toen een echtpaar tegen bij Albert Heyn met een krat Heineken. Ik zei tegen hen: 'zet neer die krat'. Ze keken me ver baasd aan, maar deden uitein delijk toch wat ik hen vroeg. Ik pakte hun beider handen en zei: 'Hartelijk dank dat jullie Hei neken kopen. Want daardoor heb ik zo'n goed pensioen. Ove rigens zou ik dat ook zeggen als ze een krat Amstel hadden gekocht." Dan opeens ernstig: "Natuur lijk is het Amstelgevoel er nog. Maar het is anders. Ik heb de herinneringen aan vroeger. En het liefste ga ik met de dag tochten in de buurt van oud Amstel-collega's zitten. Dat is ook logisch, want ik ken bijna niemand van de andere Heine ken-vestigingen. Ik ben in 1983 al bij de brouwerij weggegaan. En er zijn sinds die tijd vele nieu we gezichten bijgekomen. Een echt Amstelgevoel is het dus niet meer, het is wat gesleten. Maar het doet me wel goed als ik bij de nieuwe radiocommer cials van Amstel weer die bekende melodie van vroeger hoor. De vorige waren natuur lijk ook goed, maar deze is voor mij zeer herkenbaar. Dan zing ik ook mee. Nostalgie blijft." Kinderbijslagzakjes Gerben Struiksma werd van portier medewerker bij Perso neelszaken. "Dat was erg leuk, want toen mocht ik in het gehele land de 'kinderbijslag zakjes' naar de medewerkers toebrengen. Dat gebeurde toen nog zo. Vijf jaar daarna kwam ik bij Public Relations terecht. Daar werd ik chef Ontvangsten van de Ontvangstruimte aan de Mauritskade. Heel ander werk." Weer later werd Gerben Opleider, de functie die hij ook later na de overname door Hei neken zou vervullen. Gerben Struiksma: "De nostalgie blijft. familie. En natuurlijk lustte ik ook Amstel bier. Nog steeds, hoewel ik nu vanwege medicij- nengebruik alleen nog maar Amstel Light of Amstel Malt mag drinken." In een aantal afleveringen beschrijven (oud-)medewerkers in het kader van 125 jaar Amstel hun 'Amstelgevoel'. Deze keer is dat Gerben Struiksma, oud collega van de Amstel brouwerij Gerben Struiksma (77) kwam in 1952 bij de Amstel brouwe rij terecht als portier. "Ik kwam met mijn vrouw en toen nog twee kinderen volkomen ber ooid uit Indonesië temg en heb bij de Amstel brouwerij gesolli citeerd als portier. Uiteindelijk werd ik op mijn twee konink lijke onderscheidingen (Orde en Vrede en oorlogsherinne ringsmedaille) aangenomen." Hij kijkt zo ernstig mogelijk als hij verklaart: "Ja echt waar. Dat maakte nog indruk, want eigen lijk hadden ze daar geen extra portier nodig. Er waren er al genoeg. Uiteraard heb ik dat nooit aan iemand verteld. Dat ging ook niemand iets aan. Ik had getuigschriften genoeg om te bewijzen dat ik het werk zou kunnen doen." Een Amstelgevoel kende Ger ben Struiksma toen nog niet. "Dat kwam pas later, toen ik de medewerkers in de brouwe rij beter leerde kennen. Toffe collega's. Het was één grote "Ik ben me toen rotgeschrok- ken", vertelt hij daarover. "Ik was toen nog chef Ontvangsten en werd die bewuste overna medag door een journalist van Het Parool gebeld met de vraag of het Amstel hotel ook van de brouwerij was. Hij wilde dat weten omdat wij die nacht waren verkocht aan Heineken. Dat waren zijn letterlijke woor den, 'verkocht'. Ik dacht: 'Dat kan maar één ding betekenen. We zijn failliet gegaan'. Daar naast dacht ik meteen: 'Geluk kig zijn het niet de Engelsen die ons hebben opgekocht'. Want er gingen in die tijd ook geruch ten dat we door een Engelse brouwerij zouden worden over genomen. Maar echt erg vond ik de overname door Heineken niet. Ik zei in mijn oude func tie al tegen de gasten van de Amstel brouwerij: 'We hebben in Nederland allemaal goede brouwers, die goed bier brou

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1995 | | pagina 25