bedrijf rr
H.F.M. Coebergh zegt
Heineken na 37 jaar
vaarwel. Van die jaren
was hij de laatste twaalf
lid van de Raad van
Bestuur. Hij gaat met
gemengde gevoelens met
pensioen: "Ik moet
zeggen dat het gevoel
nog niet prettig is.
Ik zal het bedrijf missen.
Niet alleen de mensen
waarmee ik in de loop
der tijd een persoonlijke
relatie heb opgebouwd,
maar ook de projecten
die nu op stapel
staan. Straks zal ik
alleen nog in Vers van
't Vat kunnen lezen wat
er van die projecten
geworden is."
Het scheidende lid van de Raad
van Bestuur, zijn afscheidsre
ceptie is op 16 december, ziet op
tegen de grote hoeveelheid vrije
tijd. Toch heeft hij veel hobby's,
waarmee hij zijn uren kan vul
len. "Ik heb een prachtige sloep,
waarmee ik door heel Neder
land wil varen. Daarnaast ben
ik dol op mijn miniatuur spoor
baan, die op zolder staat. De
komende wintermaanden zal ik
gebruiken om die spoorbaan op
te knappen en bij te werken.
Verder tuinier ik graag. Maar
mijn grootste hobby is waar
schijnlijk toch mijn wijnkelder.
Het is mijn bedoeling om een
nieuwe wijnkelder te bouwen
en in te richten. En als die hele
maal klaar is, ga ik daarvan
genieten. Dat heb ik dan wel
verdiend!"
Niets te doen
Een korte terugblik op de car
rière van Hans Coebergh. Vóór
de overname door Heineken
was hij commercieel directeur
van Coebergh's Verenigde Dis
tilleerderijen. De eveneens door
Heineken overgenomen firma
Bokma werd met Coebergh
samengevoegd, waarbij de heer
Coebergh de verantwoordelijk
heid kreeg voor de horeca bin
nen de sectie gedistilleerd van
Heineken. "Dat heb ik ander
half jaar gedaan, maar dit bevre
digde mij niet. Ik kreeg goed
betaald, maar had bijna niets te
doen. Ik ben dus binnen Heine
ken verder gaan kijken en werd
benoemd tot account manager
horeca, rapporterend aan de
heer Mollerus. Ik heb daar een
ontzettend leerzame en leuke
tijd gehad. Ik heb namelijk
mede een aanzet kunnen geven
tot de reorganisatie van Com
mercie, waarbij we van een
gewestelijke indeling naar apar
te horecagebieden gingen om zo
dichter bij de klant te kunnen
staan."
Enkele jaren later volgde zijn
benoeming tot directeur van
Vrumona. Hij kijkt met veel
genoegen terug op deze tijd.
"Dat waren heel plezierige
jaren, want ik kreeg van de toen
malige Raad van Bestuur een
hoge mate van vrijheid. Het leek
alsof ik mijn eigen bedrijf
runde en dat sprak me vanuit
mijn verleden als commercieel
directeur bij Coebergh natuur
lijk erg aan."
Raad van Bestuur
In december 1982, een week
voor Kerstmis, kreeg Coebergh
op vrijdagavond een telefoontje.
Of hij de volgende middag even
bij 'meneer Heineken' thuis wil
de langskomen. Hij piekerde
zich suf over de reden van de
uitnodiging, maar bleef in het
ongewisse, totdat de heer Hei
neken hem 's middags vroeg of
hij lid wilde worden van de Raad
van Bestuur. In april 1983, tij
dens de algemene aandeelhou
dersvergadering, werd Coe
bergh officieel benoemd.
Hij geeft toe verrast te zijn over
de benoeming. Hij had immers
geen grote ervaring op het
gebied van het internationaal
zaken doen en hij kreeg toch het
continent Afrika onder zijn hoe
de. Zo zullen de vele medewer
kers in Afrika ook verrast zijn
geweest. Coebergh stond voor
zijn mensen in Afrika, maar,
voegt hij er meteen aan toe, zij
stonden er ook voor hem. "Ik
heb kunnen kennismaken met
een continent en heb de enorme
cultuurverschillen gezien; de
hartelijkheid van de Afrikanen,
het geluk dat zij kunnen bele
ven aan kleine dingen. Die jaren
waren een geweldige ervaring
voor mij en ik heb ontzettend
veel plezier gehad, dankzij de
ondersteuning van fantastische
mensen. Ja, ik heb een zwak
voor Afrika gekregen. Dat heb
ik nog steeds. Het doet me dan
ook veel pijn als ik zie wat er in
Rwanda gebeurt. Ik ben er vaak
geweest, heb de mensen ont
moet en als je dan ziet en leest
wat er nu gebeurt... Nou, dan
krijg je een klap op je kop hoor!"
Optimistisch
Coebergh heeft voor zichzelf
het gevoel dat hij iets bereikt
heeft in Afrika, niet in de laat
ste plaats dankzij de mimte die
hij van zijn collega's kreeg om
ideeën te ontwikkelen en inves
teringen te doen. Ondanks alle
moeilijkheden en tegenslagen
waar het continent mee kampt,
blijft hij optimistisch over de