sters voor Zoeterwoude moeten worden klaargemaakt. De gege vens die bij de monsters zitten vul ik in op een weekkaart voor het lab. De zak met mout wordt opengemaakt en over een ver- deelapparaat gehaald, zodat er een juiste verdeling van het mout komt. De ene helft van deze verdeling gaat in een bus, die een sticker krijgt met daar op het analyse- en weeltnum- mer, de hoeveelheid en de naam van de leverancier. De andere helft wordt vier maanden in een bus met dezelfde gegevens bewaard. Het eerste monster is nu klaar voor de verdere analyse." Analist Hans Fleuren hierover: "Wij analyseren het mout op een aantal aspecten zoals een Friabilimeter-test. Met die test meet je de hoeveelheid gemo dificeerd mout. Heel vroeger dan lossen we niet, maar roepen onze Wachtchef erbij. In overleg met de Kwaliteitsdienst wordt besloten wat er daarna moet gebeuren. Een slechte partij gaat terug naar de leverancier." Ziet de grondstof er visueel goed uit, dan gaat het lossen gewoon door en worden er vóór en tij dens het lossen monsters geno men. "Elk monster krijgt een etiket, waarop we vermelden in welke silo het mout gaat, wat voor mout het is (bijvoorbeeld licht of donker), van welke leve rancier het afkomt, de hoeveel heid mout, de datum waarop het monster is genomen en onze eigen naam", aldus Van Ham. Colette Timmer haalt A mout door een mengapparaat manier kunnen de gegevens van de moutleveranties per leve rancier worden bekeken. Daar bij worden ze vergeleken met de normen die vooraf aan de mout leveranties zijn gesteld. Chef Kwaliteitsdienst Joke de Jager hierover: "Kleine afwijkingen binnen de tolerantiegebieden komen wel eens voor. Gebeurt dat regelmatig, dan nemen we contact op met de leverancier. Overigens krijgt elke leveran cier onze testresultaten toege stuurd. Bij grote afwijkingen ten opzichte van de specificatie blijft het mout geblokkeerd in de silo liggen. Ernstige af wijkingen kunnen namelijk schadelijk zijn voor onze bier kwaliteit. Na overleg met de leverancier en Produkt Inkoop wordt er beslist of het mout naar de leverancier retour gaat. Want we leveren als Heineken tenslotte kwaliteitsprodukten." Metingen Medewerkjstjers van de Kwali teitsdienst in Den Bosch verza melen alle monsters van één veelheid stikstof, de zuurte- graad en het extractgehalte van het mout. Dat meten we door op kleine schaal het brouw- proces na te bootsen. Hieruit zijn gegevens te halen die ons een indicatie geven over de te verwachten bierkwaliteit. Bij voorbeeld ten aanzien van de schuimstabiliteit. Ik ben onge veer een dag bezig om twaalf monsters te onderzoeken. Daar naast moet ik nog een dag wach ten op de resultaten van de test op de eindvergisting. De gege vens worden in de computer ingevoerd en vergeleken met de gestelde normen." Kaartenkamer Alle testresultaten worden in de computer ingebracht en op geslagen. Aan de hand van de computergegevens worden gra fieken en tabellen gemaakt, die in de zogenoemde 'Kaartenka mer' komen te hangen. Op die Hans Fleuren analyseert het verdeelapparaat beet de brouwer op het mout om te kijken of het goed opgelost was. Nu gebeurt dat met deze test. Daarbij wordt een bepaal de hoeveelheid mout afgewogen en door een zeef gehaald. Wat op de zeef achterblijft is onbruik baar. Niettemin doen we daar nog een test mee om er zeker van te zijn dat dit geen goed mout is. Maar er zijn nog meer testen. We onderzoeken het vochtgehalte, de kleur, de hoe- Hans van Ham neemt een monster mout leverancier. Colette Timmer van deze afdeling hierover: "Ik haal 's morgens om half negen de monsters van de vorige dag op en breng ze naar het labora torium. Vervolgens kijk ik wel ke analyses er moeten worden gedaan, in welke frequentie dat moet gebeuren en of er mon-

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1994 | | pagina 29