"Tien jaar Heineken en 'never a dull moment'.Zo kijkt Philip de Ridder terug op zijn carrière tot nu toe. Sinds kort wachten hem weer nieuwe uitdagingen als unit manager van de unit Horeca bij Heineken Nederland B. V. "De kracht van Heineken schuilt in onze bedrijfscultuur" Het is niet eenvoudig een afspraak te maken met Philip de Ridder vlak na zijn benoeming. "Dan zit hij in een horecagebied", klinkt veelvuldig als reactie op voorgestelde data voor een interview. Eind maart is de kennis makingsronde voorbij. "Toen ik met de mensen uit de horeca praatte, was het net alsof ik niet was weggeweest", zegt De Ridder. Hij heeft dan ook al eerder in de horeca-organisatie gewerkt. Twee jaar als hoofd Distri butie Technische Diensten in het horecagebied Amsterdam/Utrecht en drie jaar als hoofd van het horecage bied Noord-Holland. "In mijn huidige functie houd ik mij natuurlijk bezig met andere zaken dan toen. Bijvoor beeld meer met langere termijn planning. Ik zal ook zeker een groot deel van mijn tijd hier op kantoor zijn. Anders zou ik me niet met beleids matige zaken kunnen bezighouden." Liefde voor bomen In zijn jeugdjaren zag het er niet naar uit dat Philip later een dergelijke functie zou bekleden. De nu 38-jarige Philip groeide op in het Gooi en ging na zijn Atheneum B-opleiding naar de Landbouwhogeschool van Wagenin- gen. "Ik was geen snelle leerling en nogal weerspannig", omschrijft hij zichzelf. "Mijn vader en mijn oudste broer hadden in Delft gestudeerd, maar ik wilde iets anders dan zij. Het liefst wilde ik iets met bomen doen. In mijn schooltijd tuinierde ik al veel. Ik ontwierp bijvoorbeeld tuinen voor anderen, maar vond het ook heerlijk om in de aarde te wroeten. Daarom ben ik naar Wageningen gegaan. Ik ben afgestudeerd als bosbouwkundig ingenieur en heb onder andere industriële bedrijfskunde erbij gedaan. Tijdens mijn studie ben ik een tijd in Venezuela geweest. Daar zat ik echt in de bush bush. Toen heb ik de eenzaamheid leren kennen. Dat was voor het eerst want ik kom uit een gezin met zeven kinderen. In Wageningen had ik mijn hond, de boxer Bill, die ook naar colleges meeging. Echte eenzaamheid kende ik dus niet." Op 27-jarige leeftijd was Philip de Ridder klaar met zijn studie. Inmiddels had hij besloten toch geen baan in de bosbouw te zoeken. "In Nederland "Ik heb daar veel geleerd. Ik had twee drankenhandels onder me, in Amers foort en Hoofddorp, en kwam ineens voor tachtig man te staan. Vervolgens wilde ik graag brouwerijvertegen woordiger worden, om dat vak beter te leren kennen. Maar dat ging op het laatste moment niet door. In plaats daarvan werd ik product manager bij Vrumona om marketingervaring op te doen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar in het begin niet enthousiast over was. De eerste tijd bij Vmmona had ik ook weinig te doen. Ik had bij wijze van spreken alle tijd om de konijnen te zien spelen op het gras veld. Na drie maanden veranderde dat gelukkig. Behalve met 7-Up en het toen net nieuwe produkt Isostar ging ik me ook bezighouden met het project om de PRB-fles te introduceren. Nu, nadat ik tweeënhalf jaar in Bunnik heb gewerkt, trek ik het helemaal in dat het niet leuk zou zijn bij Vrumona te werken. Het is juist heel leerzaam te moeten werken op zo'n markt, die zwaar onder druk staat. Dan leer je wel vechten voor je produkten. Later werd het ook leuker, want we kwamen toen uit het dal en er begon een 'winning mood' te heersen. Zoiets werkt natuurlijk altijd motiverend op de mensen." "Alsof ik niet ben wegi heeft bosbouw allemaal te maken met subsidie. Dat trok me niet. Na mijn studie heb ik gereageerd op een advertentie van Heineken waarin pro- duktieleiders in opleiding werden gezocht. Heineken bood me daarop een baan aan als management trainee Tijdens het traineeship heb ik de produktiekant al verlaten. Toen ik eenmaal aan commercie had geroken, wilde ik eigenlijk niets anders meer." Leren vechten In augustus 1985 werd hij hoofd Dis tributie en Technische Dienst in het horecagebied Amsterdam/Utrecht. "Bij Fred Tromer, mijn grote leer meester", voegt De Ridder snel toe. Mooie tijd In het voorjaar van 1990 verhuisde het echtpaar De Ridder met hun twee kleine kinderen en een derde op komst, voor de zoveelste maal. Nu om dichter bij het werk in Noord- Holland te gaan wonen. Want daar was De Ridder per april benoemd tot hoofd van het horecagebied. "Ik heb daar een schitterende tijd gehad. Nadat ik in Bunnik had leren aan vallen, leerde ik nu verdedigen. Want Noord-Holland is al jarenlang een sterke provincie, wat onze biermer ken betreft. Vooral Amstel doet het daar heel goed. Ik kreeg een functie in een horecagebiedsteam dat daar al jarenlang zat. Van hen heb ik

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1994 | | pagina 8