perfecte temperatuur zorgen niet alleen voor gretig gebruik door de Tsjechische brouw meesters, maar ook voor lon kende blikken van brouwers uit het buitenland. De hop uit Bohemen wordt naar vijfenzes tig landen uitgevoerd. Chauvi nistische Tsjechen ontkennen niet dat de natuurlijke omstan digheden de basis vormen voor de roem van de Boheemse hop, maar voegen er graag nog een verklaring aan toe: de hop wordt met zorg geplukt door de tere handen van 'jonge Tsjechi sche deernen'. Ook voor de mout hoeven de brouwers van Pilsner Urquell de grens niet over. Die mout wordt gemaakt van inheemse gerst uit Centraal Moravië, een streek die door het warme kli maat een lange en hoog ge waardeerde gerstcultuur kent. En alsof de Tsjechische brou wers dan nog niet genoeg zijn verwend, hebben zij ook nog de beschikking over water dat aan zienlijk zachter is dan waar dan ook. Met name het water in Pil- sen, 'Plzen' op z'n T sjechisch, is door zijn zachtheid uitermate geschikt als brouwwater. Het was ondermeer dat zachte wa ter dat de bezitters van de brou wersrechten in Pilsen in 1839 aan het denken zette. Doordrinkbaarheid Op dat moment werden in Tsjechië uitsluitend bieren van hoge gisting gebrouwen. De in woners van Pilsen en omgeving waren niet tevreden over die bieren. Naast de allesbehalve optimale kwaliteit, kleefde er in de ogen van de Tsjechische bierdrinkers nog een groot na deel aan die hooggegiste bieren: ze waren niet gemakkelijk doordrinkbaar. Aangezien de Tsjechen tot de dorstigste volkeren ter wereld behoren, met een huidig bier- verbruik van bijna 170 liter per hoofd van de bevolking (in Ne derland is dat cijfer ongeveer 90), was het niet bepaald ver standig om door te gaan met het brouwen van zware bieren van hoge gisting. Er was dus duidelijk behoefte aan een goed doordrinkbaar, aanmerkelijk lichter bier. Omdat het water in Pilsen uitermate geschikt was voor het brouwen van een licht, ondergistend bier, vroe gen de brouwers in Pilsen het stadsbestuur in 1839 toestem ming voor de bouw van een nieuwe brouwerij. Drie jaar la ter werd de monumentale poort van de brouwerij geopend en werd het eerste flesje Plzen- ky, oftewel Pilsner, afgevuld. Gouden glans De brouwmeester kon tevre den zijn. Het laaggegiste bier dat hij na vele proefbrouwsels uiteindelijk presenteerde, was licht van kleur en voorzien van een gouden glans. De smaak was vol, karakteristiek hoppig en werd gekenmerkt door een hoge bitterheid. Wanneer het goed getapt of ingeschonken werd, ontstond er als kroon op het werk van de brouwmeester een dikke, romige schuimman- chet. Belangrijk was verder dat het ten opzichte van de bieren van hoge gisting inderdaad wèl goed doordrinkbaar was. Bo vendien was het alcoholgehalte vrij laag, namelijk 4,1 procent. Wat de brouwmeester op dat moment nog niet wist, was dat hij biergeschiedenis had ge schreven. De Tsjechen vonden zijn brouwsel fantastisch en zetten zich massaal achter een bierpul vol Pilsner. Andere brouwerijen konden kiezen of delen: soortgelijk bier gaan brouwen of definitief sluiten. Geen Tsjech die nog een bier van hoge gisting bestelde. Bier drinkend Tsjechië was geheel en al in de ban van Pilsner. Maar het bleef niet bij Tsjechië alleen. Pilsner ging voorzichtig ■■I De lageiing in grote houten A vaten is typerend voor het traditioneel gebrouwen Pilsner Urquell de grens over en kreeg in enke le tientallen jaren tijd heel Eu ropa aan zijn voeten. Europese brouwers waren aanvankelijk allesbehalve blij met deze vreemde eend in de T>ierbijt'. Het pilsje stal harten en al snel kreeg Pilsner Urquell neefjes en nichtjes: pilsener bieren ge brouwen door andere Europese brouwerijen. Brouwen Wanneer de Tsjechen zeggen dat hun Pilsner de oorsprong is van alle pilsener bieren, zeggen ze daarmee dus geen woord te veel. Pilsner was niet langer een merk, maar een soortnaam. Om zich toch te onderscheiden van de andere pilsners, voegden de brouwers uit Pilsen 'Ur quell' aan de naam Pilsner toe.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1993 | | pagina 29