Oud-directeur zet
oorlogsherinne
ringen op papier
22
Het is 24 augustus 1944. De
twintigjarige Jan Martin van
Rossem hoort op een radio-uit
zending van de BBC dat Ame
rikaanse troepen bezet Parijs
zijn binnengevallen. Moeders
verjaardag verloopt extra fees
telijk door dit nieuws. Twee da
gen later wordt Jan opgepakt en
krijgt hij de mededeling dat hij
zal worden 'erschossen'.
Jan en zijn vriend Hans worden
echter niet doodgeschoten. In
plaats daarvan worden ze te
werkgesteld in Krefeld. Een
kamp waar een Spartaans regi
me heerst en waar elk uur ap
pèl wordt gehouden. En wee de
gene, die op het appèl
ontbreekt, maar later, met be
hulp van herdershonden, toch
wordt gevonden. Na drie maan
den geeft een bewaker onver
wacht het bevel dat drie man
nen de volgende dag niet
hoeven te werken, maar in het
kamp moeten blijven. Jan en
Hans zijn er twee van. "In onze
barak gaf dit bericht aanleiding
tot groot medeleven. De routi
niers waren het erover eens dat
we op transport zouden worden
gesteld naar Dachau", zo is in
het boekje Colfax te lezen. Een
boekje dat vorig jaar is geschre
ven en uitgegeven door Jan
Martin van Rossem. De twin
tigjarige van weleer is inmid
dels sinds vier jaar gepensio
neerd. De oud-directeur Special
Assignments, die tot zijn pen
sionering werkzaam was in
Zoeterwoude, heeft zijn herin
neringen aan het laatste oor
logsjaar in een boekje vastge
legd. Herinneringen die heel
bijzonder zijn en hem in het ge
heugen gegrift staan. Toch
heeft hij na de oorlog niet vaak
met iemand over zijn ervarin
gen kunnen praten.
Business
"Na de oorlog praatten de men
sen niet zo gemakkelijk over
wat zij hadden meegemaakt.
De herinneringen werden vaalt
diep weggestopt. Ook de Ame
rikanen spraken er niet veel
over. Voor hen was de bevrij
ding gewoon 'business'. Van de
oorlogsmisdaden wisten ze bo
vendien niet veel af. Het inte
resseerde hen ook niet zo. Al
leen op SS'ers waren ze fel. Dat
kwam omdat de SS in de Ar
dennen zevenhonderd Ameri
kanen had vermoord. Daarom
controleerden ze alle Duitsers
op een lidmaatschap van de SS.
Dat was vrij eenvoudig, want
SS'ers hadden hun bloedgroep
onder hun oksel getatoueerd
staan" vertelt Van Rossem, ter
wijl hij in gedachten ver terug
gaat in het verleden.
Hij weet veel van de gewoontes
van de Amerikanen. Het laat
ste oorlogsjaar bracht hij name
lijk door als soldaat van het
Amerikaanse leger. Als door
een wonder was hij niet naar
Dachau gestuurd, maar samen
met twee anderen voor drie
flessen Cognac geruild om in
een fabriek te komen werken.
Toen het door bombardemen
ten niet meer mogelijk was in
die fabriek te werken, verdwe
nen Jan en Hans. Ze zochten,
net als zovele andere bevrijde
gevangenen, het Amerikaanse
leger op. Jan bood zijn diensten
aan, maar deze werden niet
aangenomen. Toen Jan er op
een dag in slaagde een brand in
een kazerne te blussen, ging de
kapitein er anders over denken.
"That was nice work, Jan. You
are now one of us." En zo deed
de jonge Jan zijn intrede in het
Amerikaanse leger. Het boekje
is dan ook Colfax genoemd.
Dat was de codenaam van het
16e Amerikaanse Legerkorps,
gelegerd ten oosten van de Rijn.
Met het leger maakte hij een
opmars mee door Duitsland.
Duitse soldaten gevangen ne
mend, burgers aanwijzend als
burgemeester of brandweer
commandant van kleine, in
middels verlaten, plaatsjes.
Geen wraak
"Ik weet niet waarom ik mij zo
graag bij het Amerikaanse leger
wilde aansluiten", overdenkt
Van Rossem. "Zoals ik in het
boekje schreef: ik was wel trots
dat ik bij zo'n machtig leger
hoorde. Ik wilde helpen bij de
kruistocht tegen het kwaad.
Niet om wraak te nemen. Die
Amerikanen kenden ook nooit
wraakgevoelens. Ze handelden
altijd correct. Waren nooit
wreed. Ik had er bewondering
voor dat ze helemaal naar ons
waren gekomen omdat wij er
zelf niet in geslaagd waren ons
te verdedigen. Om onze rom
mel op te mimen." De heer Van
Rossem heeft zelf gelukkig
nooit voor de keuze gestaan om
een Duitser te moeten doden.
"Als je in zo'n situatie komt dat
een Duitser op je wil schieten,
kun je maar één ding doen. Éér
der schieten dan hij. Maar dat
heeft zich nooit voorgedaan.
Het was ook het eerste wat
mijn (Engelse) moeder vroeg,
toen ze mij na de oorlog terug
zag. 'Jan, did you kill a Ger
man?'. lit kon dat ontkennend
beantwoorden. Nog steeds
weet ik niet of mijn antwoord
een opluchting of een teleur
stelling voor haar betekende.
Gek genoeg gebeurde precies
datzelfde bij mijn Amerikaanse
vriend David. Ook zijn moeder
stelde diezelfde vraag toen hij
haar na de oorlog opzocht. Nu
ben ik blij dat ik niemand heb
hoeven doden. Ik denk dat je op
den duur toch last krijgt van je
geweten. Ik heb ook nooit be
grepen hoe de oorlogsmisdadi
gers gewoon konden doorgaan
met hun leven..."
Van Rossem liep al jaren rond
met plannen om zijn herinne
ringen op papier te zetten. Met
een gezin en drukke werk
zaamheden kwam hij daar niet
aan toe. "Na mijn pensionering
ben ik ervoor gaan zitten. Ik
wilde alles eens op een rij zet
ten. Dat kostte moeite. Herin
neringen komen niet in chro
nologische volgorde naar
boven." Zeker drie keer per
week zette Van Rossem zich er
toe zijn gedachten op te sclirij-
ven. Plaatsen, namen, alles
wist hij nog precies. "Die Ame
rikaanse namen heb ik trou
wens wel veranderd. Want ik
kon hen natuurlijk niet om toe
stemming vragen. Ik heb ge
probeerd alles van mij af te
schrijven. Ik moet zeggen, dat
dat niet geheel is gelukt."
Zelf uitgegeven
"In totaal ben ik er toch wel een
jaar mee bezig geweest. Daarna
was het moeilijk om een uitge
ver te vinden. Of ze vroegen een
eigen bijdrage van tien- of twin
tigduizend gulden, of ze wilden
het wel een keer uitgeven,
maar wisten nog niet wanneer.
Toen heb ik het zelf maar laten
drukken." Zo verschenen twee
honderd exemplaren van Col
fax. Na artikelen in het Leidsch
Dagblad en het Noordwijkse
huis-aan-huisblad De Zeekant
spraken vele Noordwijkers hun
plaatsgenoot aan. De boekjes
waren al spoedig verkocht. En
Van Rossem kreeg vele reac
ties. Soms emotionele brieven,
soms commentaar op de ver
zoenende stijl van het boekje.
"Het is natuurlijk de beschrij
ving van een persoonlijke bele
ving, gebaseerd op selectieve
herinneringen. Als ik terug kijk
op mijn tijd in het Amerikaan
se leger, is het een wonderlijke
tijd geweest. Ik wist niet waar
aan ik begon. Maar het bleek
een waardevolle ervaring. En ik
ben blij er nu over geschreven
te hebben."
De eerste druk van Colfax
is uitverkocht. Indien er
voldoende belangstelling is,
overweegt de heer Van Ros
sem een herdruk. De prijs
van het boekje zal ongeveer
dertig gulden bedragen. Wie
belangstelling heeft, kan dit
doorgeven aan foke van
Schie, telefoon 071-456165.