kantoorpersoneel naar de leg-
kelder. De heer V.d. Veen had
er de leiding. De eerste uren
gingen snel voorbij, mede door
herhaaldelijk bezoek. De voor
uitzichten werden echter
steeds slechter. Duizenden
werden op ons terrein verza
meld en na verloop van tijd
weer afgevoerd (lopend richting
Gouda). Daarbij speelden zich
hartroerende taferelen af met
de voor ons hek staande vrou
wen en kinderen. De controle
op het terrein was niet scherp.
Zelf constateerde ik dat groe
pen zich verspreidden als
schoolkinderen zonder toe
zicht en dat die en gene eens
een kijkje in de stallen ging ne
men. Het was logisch dat onder
die omstandigheden verschei
dene brutalen de geboden gele
genheid grepen en op ons fa
brieksterrein verdwenen. Het
totale aantal hiervan liep tegen
de honderd (kantoor, fabriek en
gasten). Dat er aan het slappe
toezicht ook goede zijden voor
onze mensen verbonden wa
ren, werd al gauw duidelijk
toen Slijper, die in zijn huis was
opgepikt, kans zag zich naar de
controle te begeven, daar een
kantoorjas aantrok en onmid
dellijk hevig aan het schrijven
toog. Hij liep na vele spannen
de ogenblikken vrij rond.
Koffer en deken waren natuur
lijk verloren. Messcher had het
geluk te behoren bij de laatste
ploeg, die in de schuilkelder
werd opgesloten. Daar zag dr.
Mendlik kans hem ongemerkt
uit te helpen. Toen onderweg
een Duitser opheldering vroeg,
leverde het antwoord 'Brauerei,
Stroh holen' doortocht.
Schuilplaats
We besloten op de hooizolder te
blijven. Toen echter bij het in
treden van de duisternis een
zeshonderdtal 'slaven' dat niet
meer weggevoerd konden wor
den, in de schuilkelder van de
fabriek werd gelegerd onder be
waking van Duitse militairen,
werd de toestand enigszins pe
nibel, omdat de hooizolder hier
slechts één verdieping boven
ligt. Aan de trap, die van de
hooizolder naar beneden voert,
stond een schildwacht. Daar
door kon ons die avond geen
Een foto, genomen op 31 maart 1943, van medewerkers van Heineken Rotterdam, vlak voordat
zij de revue 'Da's dik in orde'zouden opvoeren.
Liggend Koos Kamps jr. Op de eerste rij van links naar rechts de schrijver van dit verslag Gé
Kleingeld, hr. Van Bandemer, hr. Van Woensel, hr. Plagge, Deen Hensen, Ans Brandt.
Op de tweede rij Regisseur Pé Dorrenboom, Wil van Wattum, Liduin v.d. Poel, Wil Kristalijn,
Cock van Wattum, Rietje Aanen, Betty Struyk. Op de derde rij Nel van Wattum, Wil de Bruijn,
Annyvan Woensel, Hennyv.d. Meer, Dolly Scheffers, Giny Buursink, hr. Schroeter.
Daarachter zittend Paula Wertenbroek, Ina Dijkxhoorn, mej. Agatz, DolfAgatz, Marian
Scheffers, hr. Pols, Barry v.d. Berg.
Staand Gé Ulenberg, hr. Steenhorst, J. van Brakel, Roel Keyzer, fosien Lockhorst, mej. A. de
Raadt, mej. C. Ponjée, Hetty Veenendaal, hr. Giltay, R. Vestergaard.
Achter hem Han Brandt, hr. V.d. Spek, hr. De Neef naast hem mw. Giltay.
Geheel achteraan E. v.d. Hoff, P. Baard, Bep van Ginneke.
warm eten worden gebracht.
Die gehele dag heb ik slechts
drie boterhammen gegeten! De
rest is naar andere hongerigen
gegaan, die minder bedeeld wa
ren. Een onprettig ogenblik was
het luidruchtig bezoek van
Schalk, die om ongeveer elf uur
met een pannetje eten van een
der gasten naar boven kwam en
naar onze gedachten de Duitse
post onderaan de trap stellig
moest alarmeren. Alles liep
echter goed af.
De dag was lang geweest, maar
de nacht duurde eindeloos. Om
half zes was het donker en aan
gezien geen verduistering mo
gelijk is op de hooizolder, wa
ren we aangewezen op het
spaarzaam en uiterst voorzich
tig gebruik van enige zaklanta
rens. Zo goed mogelijk werd
voor allen een nachtleger in or
de gebracht, terwijl het afge
sproken toelatingsteken (vijf
lange kloppen op de deur) van
kracht bleef. Vrijwel iedereen
(vervolg op pag. 18)