Heineken en de
wisselkoersen
De laatste weken
werd de
economische
wereld opgeschrikt
door een aantal
flinke valuta-
schommelingen.
Behalve de
voortdurende
daling van de US-
dollar, zijn nu ook
het Britse pond, de
Italiaanse lire en de
Spaanse Peseta
flink in waarde
gedaald. Wat
betekenen deze
schommelingen
voor ons bedrijf en
bijvoorbeeld de
export van
Heineken bier naar
de Verenigde
Staten?
Die invloed moet je per geld-
eenheid bekijken. Dat gebeurt
bij de concern-afdeling Treasu
ry, die voor de financiën en
de beschikbare valuta's zorgt.
Heineken doet heel weinig
zaken in Engelse ponden. Ook
de geldstroom in Italiaanse lires
is vrij klein. Het grootste koers-
risico loopt Heineken met de
export naar de Verenigde Sta
ten. De bedragen die hier om
gaan zijn erg groot en de US-
dollar is één van de meest
onvoorspelbare munteenheden
ter wereld. Heineken ontvangt
dollars voor het in Amerika ver
kochte bier. De produktiekos-
ten betaal je echter in guldens,
omdat het bier voor de Ameri
kaanse markt in Nederland
wordt gebrouwen. Een lagere
dollar-stand betekent dus min
der winst. Tenminste, als je er
niets tegen doet. Maar dat doet
Heineken uiteraard wél.
Indekken
Een bedrijf probeert dit soort
schommelingen tegen te gaan
door zich in te dekken tegen
koersverlies. Dat kan door mid
del van zogenoemde 'put-op-
ties' of via 'termijntransacties'.
Termijntransacties gebruik je
vooral als de dollar hoog staat.
Heineken komt dan met een
bank overeen dat wij in de toe
komst dollars zullen leveren
tegen een bepaald bedrag in gul
dens per dollar. Hierdoor weten
wij wat wij in guldens zullen
ontvangen, ook al brengt het
wat bankkosten met zich mee.
fe kunt je echter als bedrijf niet
honderd procent indekken, om
dat je aan het begin van het jaar
nooit precies weet hoeveel bier
je gaat verkopen.
Staat de dollar laag, dan is er
meer kans dat hij gaat stijgen
dan dat hij verder daalt. In dat
geval werk je met put-opties.
Dit werkt als volgt: Je koopt het
recht om na een afgesproken
periode een bepaald bedrag aan
dollars tegen een bepaald be
drag in guldens te verkopen. Je
hoeft dit echter niet te doen.
Opties zijn vrij duur, maar als
de dollar toch verder in koers
daalt, ligt je minimum op
brengst in guldens vast. Je ge
bruikt dan gewoon je verkoop
recht. Als de dollars op het
moment dat je ze uit Amerika
ontvangt meer guldens waard
zijn dan de koers van je put
optie, worden de dollars tegen
de hogere koers verkocht. Er
wordt dan geen gebruik ge
maakt van de put-optie. Je wis
selt ze bij de bank om tegen de
hogere koers. Je loopt dus geen
risico meer bij koersdaling,
maar hebt nog wel voordeel bij
een koersstijging.
Aanpassingen
De vele schommelingen van de
dollar naar hoog en laag zijn on
voorspelbaar. Daar ligt duide
lijk het grootste probleem voor
een bedrijf. Blijft de dollar con
stant hoog of laag, dan is het
probleem veel kleiner. Als de
dollar bijvoorbeeld definitief
laag blijft, kun je op termijn
de verkoopprijzen aanpassen.
Bovendien zijn je marketing- en
verkoopkosten in Amerika dan
lager. Energie wordt goedkoper
(olieprijzen worden namelijk
ook in dollars uitgedrukt) en
daarmee eveneens transport,
flessen en kratten.
Kort samenvattend: Tegen
plotselinge koersschommelin
gen kun je niet veel doen.
Geleidelijke en voorspelbare
koerswijzigingen vereisen wel
de nodige aanpassingen, maar
er valt mee te leven. Stabiele
koersen zijn echter voor
het bedrijfsleven verreweg het
plezierigst.