jjH- \'t. !i si I N \V "I ts^V' NV> :u /J SH9S Vv/ - siVN.W-.'"-'z s - A. Mevrouw Kapelle jr. onthult in 1964 twee gedenkstenen, die sindsdien de gevel van Die Port van Cleve sieren. Links staat jhr. P.R. Feith. schap zou ruim een eeuw blij ven bestaan. Het bestond aan vankelijk uit Pieter Bolten, zijn twee broers, een oom en diens twee zoons, ds. Tijken, drie broers Van Aalst en Michiel Bruyningh. Pieter Bolten wordt directeur van De Hooiberg tot zijn dood in 1757. Daarna volgt de onderdirecteur Nicolaas van Dijk hem op. Deze moest niet alleen helpen bij het boekhou den, maar ook overdag en 's- nachts altijd aanwezig zijn als er werd gebrouwen. Daarvoor kreeg hij salaris van duizend gulden, plus twee stuivers voor elk mud bostel dat hij verkocht plus vrij bier plus vijftig ton turf per jaar. Er had weliswaar één man de leiding, maar de andere geïnteresseerden werden uitge breid op de hoogte gehouden van het wel en wee van de brou werij. Op de vergaderingen werd steevast een toost uitge bracht op De Hooiberg. In het boekje van mejuffrouw Van Eeghen staan foto's afgebeeld van een drinkglas, dat uit het midden van de 18e eeuw stamt. Aan de ene zijde van het glas is De Hooiberg gegraveerd. Aan de andere zijde een versje. "Drink mij (ten boorde vol gegooten) Opt heil van Hooibergs Brouwerij. Wenscht dat haar winst steeds groeje En elk der deelgenooten Ten dierbren zegen zij. Export De brouwerij breidde steeds meer uit. In 1785 werd bijvoor beeld een mouterij op het Roe- terseiland aangekocht. Vijf jaar later volgde de aankoop van een pakhuis op de Nieuwe Zijds Achterburgwal, de Twee Wa- terhaalders genaamd. Ook de molen was verbouwd en was een achtkantige molen gewor den. De afzet nam toe. In 1784 staat geschreven dat De Hooiberg de grootste was van de twaalf Am sterdamse brouwerijen en ver reweg de grootste van geheel Holland, waar toen zevenen vijftig brouwerijen werkten. Met 497 last verbrouwen mout (een last is 30 hl) leverde De Hooiberg 18,5% van het in Hol land gebrouwen bier. Uit 1785 dateert correspondentie van Anthony Bruyningh, een klein zoon van Michiel, die vele brie ven schrijft om het Hooiberg bier te promoten. In 1785 probeerde hij het in Spanje on der de aandacht te brengen. "Omdat het teegenswoordig in Vranckrijck zeer getrokke" kon worden genoemd. Een jaar later stuurt hij een halve legger (on geveer 290 liter) best Oost-In disch bier uit De Hooiberg naar een handelsrelatie in Paramari bo en schrijft onder meer"... en zoo Uw. Wed. gestr. de gelee- gentheyd mogt hebbe dit bier te recommandeeren zoude 't mij aangenaam zijn." Er zijn ook re gelmatig verschepingen naar Batavia. In 1805 sterft hij. Om dat hij vrijgezel is, gaat zijn be zit in De Hooiberg naar de kin deren van een van zijn zusters. Naamloze vennootschap De Hooiberg bleef aldoor een fa miliebedrijf. De aandelen mochten niet aan buitenstaan ders worden verkocht. Alleen aan gezamenlijk geïnteresseer den. Dat 'partenbezit' werd steeds ingewikkelder. Pieter Bolten was bijvoorbeeld voor 13/64 deel eigenaar. In 1821 is er al sprake van een eigenaar van 51/11520... In 1855 wordt het oude com pagnieschap mede daarom om gezet in een naamloze ven nootschap. Er worden 288 aan delen van elk driehonderd gul den uitgegeven. Er wordt bepaald dat er verder geen split sing mogelijk zou zijn. De op- richtingsacte van de nieuwe NV voor notaris Toe Laer op 9 maart 1855 is zo groot door de opsomming van alle geïnteres seerden, dat de beschrijving pas in juni in de staatscourant wordt opgenomen. Er zijn vier exemplaren voor nodig. In de opsomming komt een dagloner voor, een loodgieter maar ook een sergeant in het Nederlands- Indische leger. Het gevolg is dat de naam van de compagnieschap mr. Pieter Bolten en Co wijzigt in Maat schappij De Hooiberg. In tegen stelling tot de vele aankopen in de achttiende eeuw, is er in de negentiende eeuw vooral spra ke van verkopen. In 1856 wor den bijvoorbeeld de moutmo- len, mouterij, koetshuis, stalling, meesterknechtswo ning en verdere 'getimmerten' verkocht. 18 mei 1857 is een gedenk waardige datum. Op die dag ad verteert De Hooiberg in het Al gemeen Handelsblad als de 'stoombrouwerij-maatschappij De Hooiberg, geheel nieuw met stoom ingericht'. Eigendom van Heineken Dan komt Gerard Adriaan Hei neken in beeld. Een 22-jarige man, die wel belangstelling heeft voor De Hooiberg. Hij schrijft op 30 juli 1863 aan zijn moeder over een onderhoud dat hij heeft gehad met commissa rissen Heshuyzen en Roelofs. "Dan raadde hij mij aan de aan- deelen zoveel mogelijk magtig zien te worden, de vennoot schap zooals die was te laten be staan en haar onder dezelfde naam te blijven drijven! Daarin heb ik evenwel niet veel lust, tenzij hij mij schriftelijk de ver zekering kan geven, dat ik ze al len krijgen kan en tot wat prijs. Want anders krijg ik ja een groot gedeelte maar niet allen. Dan neem ik de zaak over, maak welligt goede renten en mag daarvan uitkeeren en dat wil ik niet. Alles! of niets!" De heer Heineken bestudeerde de gang van zaken enige maanden op kantoor. Op 15 februari wer den de gebouwen van de brou werij voor een bedrag van 48.000 gulden officieel eigen dom van Gerard Adriaan Hei neken, met terugwerkende kracht van 1 oktober 1863 af. Er kwam een einde aan de NV, precies 120 jaar na oprichting van het compagnieschap mr. Pieter Bolten en Co. Heineken breidde direct uit. Dat het gemeentebestuur be sloot de Achterburgwal in 1867 te dempen, vond Gerard Adri aan niet erg. Door de gestegen omzet wilde hij toch al uitzien naar uitbreidingsmogelijkhe den. Daarom verplaatste hij het bedrijf naar de Binnendijksche Buitenveldertsche Polder, de Buitensingel bij de Utrechtse Barrière. 17 mei 1867 werd de eerste steen geslagen van de brouwerij, die wij kennen als de brouwerij aan de Stadhouders kade. Traditie bewaard De panden tussen de nieuwe Spuistraat, gedempte Achter burgwal en Voorburgwal kre gen een nieuwe bestemming. De heer Heineken, enthousiast lid van het Oudheidkundig Ge nootschap, bood het oude pak huis De Klok bijvoorbeeld aan als museum. En in 1865 sloot hij een con tract met de gebroeders Hui sdier over het verbouwen van de oude brouwerij tot een bier huis. Bij een verbouwing kwam later de oude gevelsteen van het huis te Kleef tevoorschijn. Deze droeg het opschrift 'Die Port van Cleve'. In 1870 werd het bierhuis geopend, dat deze naam ook kreeg. Vier jaar later veranderde het bierhuis in een restaurant. In 1888 werd de he le voorgevel verbouwd. Het Huis de Zeven Keurvorsten werd als Bodega ingericht. Nog steeds is Die Port van Cleve een begrip in Amsterdam. De zaak (een Heineken zaak) is nog steeds gevestigd aan de Nieuwe Zijds Voorburgwal 178. Twee gevelstenen aan de buitenzijde en wandschilderingen binnen, herinneren eraan dat op deze plaats ooit de brouwerij De Hooiberg was gevestigd. Mejuffrouw dr. I.H. van Eeg hen heeft uitgebreid onder zoek gedaan naar de ge schiedenis van de Amsterdamse brouwerijen. In 1958 verscheen er een boekje van haar hand met als onderwerp 'De brouwe rij de Hooiberg'. Daarin pu bliceerde zij de geschiede nis van de Hooiberg. Hieraan is dit artikel ont leend.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1992 | | pagina 18