Klimplant Geconcentreerd Hoplanden De hopplanten kunnen acht meter hoog worden en Frankrijk hun eigen hoptuinen. Gouda kreeg er een in de veertiende eeuw. Er werd destijds Duits bier mee gemaakt. Behalve hop, kende Europa ook een andere grondstof die het bier zijn smaak gaf: het gruit (zie ook VW 2/89). Gruit is een mengsel van planten en kruiden. Het groeide op mos, moeras en heide in Noord- en West-Europa. Hertogen, graven en bisschoppen hadden het alleenrecht voor de ver koop van gmit. Zij bepaalden de prijs. In Hamburg, Bremen en Lübeck werd uitsluitend met hop gebrouwen. Om dat dit hopbier veel beter smaakte en maker bovendien langer meeging, werd de vraag ernaar al snel groter. Het gevolg was een importverbod van hopbier in Holland. Later werd dit verbod in getrokken en mocht bier met hop ge brouwen worden, mits er wel belasting over betaald werd. Het einde van het lied is bekend: het gruit moest plaats maken voor de hop; tot op de dag van vandaag nog steeds de smaak maker van bier. Hop is een klimplant die in het voor jaar scheuten (uitlopers) vormt. Deze uitlopers worden langs draden geleid en kunnen een hoogte bereiken van ongeveer acht meter. De plant is tweehuizig. Dat wil zeggen dat er zo wel mannelijke als vrouwelijke bloe men zijn. Deze bloemen bloeien in de zomermaanden juli en augustus. De mannelijke bloem, die meeldraden bevat, vormt pluimen. De vrouwelijke bloemen worden hopbellen ge noemd. Ze zijn kegelvormig met vle zige schutbladen. Het gaat de brouwer om de onbevruchte vrouwelijke bloem. Deze wordt voor de bierbe reiding gebruikt, omdat de bloem zogenaamde 'lupiline' (hopharsen) be vat. Hierin zit hopbitterzuur dat het bier zijn bittere smaak geeft. Verder bevatten de schutblaadjes van de hop bel looizuur dat de houdbaarheid en, door zich tijdens het brouwproces met eiwitten te verbinden, de helder heid van het bier bevordert. Door di verse hopsoorten te mengen kan iedere brouwer het aroma van zijn bier beïnvloeden. De hopbellen worden in gedroogde en gekoelde toestand bij de brouwerij af geleverd. Omdat de kwaliteit van de hop onder invloed van zuurstof, voch tigheid en warmte sterk achteruit gaat, worden bijzonder hoge eisen ge steld aan de opslag van hop. De hop bellen worden in balen geperst en opgeslagen in gekoelde, droge ruim ten. Deze bewaarmethode is bijzon der duur in verband met de hoge bouwkosten van de grote geïsoleerde ruimten en de noodzakelijke koeling daarvan. Daarom maakt men tegen woordig veel gebruik van geconcen treerde hopextracten, die vacuüm in blik verpakt zijn. Mits koel bewaard, is het hopextract jarenlang houdbaar. Bovendien kan de hop in deze vorm gemakkelijker worden toegevoegd tij dens het brouwen. Verder is de nood zakelijke verwijdering van de hopbladeren na het wordt koken daarmee komen te vervallen. Naast de zogenaamde hopextracten wordt bij Heineken een ander van hop afgeleid produkt gebruikt, de hoppel- lets. Dit zijn hopbellen die samenge perst zijn tot hopkorrels en zo hun waardevolle bestanddelen behouden. Ze zijn speciaal bedoeld voor de aro ma van het bier. De pellets worden eveneens vacuüm verpakt, zodat de kwaliteit goed blijft. Ook hier geldt dat verwerken en verpakken van hop tot pellets of extracten voordelen biedt bij transport en opslag. Hop wordt uit diverse landen gehaald. De voornaamste gebieden zijn Au stralië, België, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Japan, Joegoslavië, Polen, Tsjecho-Slowakijë en de Verenigde Staten. Bekende Duitse, Tjechische en Engelse hopsoorten zijn Hallertau, Perle, Tettnang, Steirer en Brewers Gold. Heineken betrekt zijn hop voor al uit West-Duitsland, de Verenigde Staten en Tsjecho Slowakije. Elk van deze landen levert hopsoorten met verschillende smaken. Op een goede manier inkopen van hopsoorten, be tekent voor de brouwerij verzekerd zijn van een goede kwaliteit hop. En dat is weer bepalend voor de smaak van het bier. In de volgende aflevering gaat het over gist en het brouwproces. De hopbel

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1989 | | pagina 9