"Vanaf een dia kun je
zien hoe iemand duikt"
111!
IB
1
rnè
wSmm
WÊÊËÊÊÊÊM
Wie wel eens in Eilat op vakantie is
geweest, weet dat de Rode Zee één van de
mooiste plekken in de wereld is om te
duiken. Nico de Bruyn, vuiler van colonne 4
bij Vrumona, vindt dat ook. Alleen houdt
deze instructeur-duiken het voorlopig even
op de Oosterschelde in ons eigen land.
"Ik heb altijd al een kick gehad van ge
vaarlijke sporten", vertelt Nico. "Van
daar dat ik in 1986 lid werd van de
fotofilmduikvereniging 'Fish Eye' in
Utrecht." Daar haalde hij in 1987 zijn
éénsters- en in 1988 zijn tweesterren-
brevet. Binnenkort hoopt hij ook voor
het driesterrenexamen te slagen. Die
examens zijn vastgesteld door de
Nederlandse Onderwatersport Bond
(NOB). Ze bestaan uit drie onderdelen:
een theorie-, een binnenwater- en een
buitenwaterexamen. Met het behalen
van een brevet krijgt een duiker een
bepaalde bevoegdheid. Zo mag hij
met het éénsterbrevet overdag in
stroomloos water tot tien meter diep
te duiken. Als de duiker tenminste in
gezelschap is van iemand met een
twee- of driesterrenbrevet, in duikers
termen 'buddy' genoemd. Nico: "Dui
ken is niet echt gevaarlijk, zolang je
maar doet wat je geleerd is. Als je bij
voorbeeld een haai onder water tegen
komt, moet je niet wegzwemmen
maar op de bodem blijven liggen. Dan
doen ze je niets. Meestal ontstaan ge
vaarlijke situaties doordat iemand in
paniek raakt. Daarom duik je ook al
tijd met z'n tweeën."
Voordat iemand examen doet kan een
proef examen worden gedaan. Nico:
"Je haalt dan als instructeur de laatste
fouten eruit. Is iemand echt slecht,
dan adviseer ik nog een jaar over te
doen. Het snorkelen, het onder water
ademen door een luchtpijpje, is het
moeilijkste van de duiksport. Wie dat
eenmaal onder de knie heeft, komt ge
makkelijk door de andere examens
heen."
Tentoonstelling
Nico duikt in Nederland veel in Zee
land. Met name de Oosterschelde.
Daar heeft hij onder water al de mooi
ste dia's weten te maken. Dat hebben
inmiddels ook anderen ontdekt. Nico
won onlangs de tweede prijs in een
fotowedstrijd en enkele van zijn dia's
worden van de zomer tentoongesteld
in Artis. Nico hierover: "De jury kan
vanaf een dia zien hoe iemand duikt.
Is iemand een schrikachtige duiker,
dan heeft dat invloed op het voorwerp
dat hij fotografeert. Zo werd ik eens
voor een bange duiker uitgemaakt
omdat ik een gesloten 'zakpijp', een
poliep, had gefotografeerd. Alleen had
ik de poliep opzettelijk aangeraakt om
haar gesloten te kunnen fotograferen.
Dat vond ik een mooier plaatje."
Nico vindt duiken geen dure sport.
"De aanschaf van een uitrusting kost
je drie tot vierduizend gulden. Maar
dan kun je er, als je alles goed schoon
houdt, invet en op tijd laat keuren,
ook tien jaar mee doen. Dat moet ook
met de persluchtflessen gebeuren, ten
onrechte vaak zuurstofflessen ge
noemd. Alleen mariniers duiken met
pure zuurstof. De fotoapparatuur kun
je van de vereniging lenen. Het lesgeld
kost het eerste jaar 365 en de daarop
volgende jaren 265 gulden. In princi
pe kan iedereen van jong tot oud, die
medisch is goedgekeurd, duiken
leren. Je moet, denk ik, wel van de
onderwaterwereld houden. Als je
duikt moet je goed opletten wat je
doet. Met je zwemvlies sla je zo een
visje kapot. Iemand die dat opzettelijk
doet, vliegt er meteen uit! Vooral voor
fotografen is duiken een leuke sport.
Wie op het land uitgefotografeerd is,
moet het zeker eens onder water pro
beren."