idersrol maken" Tegen de tijd dat deze Veis van 't Vat verschijnt, hopen de directies van de Gedistilleerd en Wijngroep Nederland (GWN) en Bols Nederland hun handtekening te hebben gezet onder een samen werkingsovereenkomst met als briefhoofd: Bols Benelux B.V. In deze en de volgende Vers van 't Vat gesprekken met twee van de 'architecten' van Bols Benelux, de heren J.P. Cohen en Y.H.M.N. Folmer. geen kleinigheid. De Bols vestiging in Hendrik-Ido-Ambacht zal uiterlijk in 1991 worden gesloten. Voor ongeveer 230 van de in totaal 700 Bols en GWN-medewerlcers zal binnen Bols Benelux geen plaats zijn. "Willen we een gezonde financiële basis schep pen voor een onderneming die een grotere continuïteit waarborgt voor de mensen die er werken, dan zullen we de kosten moeten beperken. Het sluiten van een distilleerderij en het werken met minder medewerkers is dan helaas onontkoombaar", reageert de heer Cohen. Bols Benelux moet volgens de heer Cohen vóór alles een onderneming met een eigen gezicht worden. "Men moet niet het idee krijgen met een halve Bols en een halve GWN-organi- satie te maken te hebben. Zowel intern als extern moeten we onze eigen identiteit ontwikkelen." De doelstellingen van Bols Benelux zijn duidelijk: opereren als marktleider, het uitstralen van een vooruit strevend imago en het vervullen van een leidersrol in de discussie rond alcohol en samenleving. Integratie Centraal in het gesprek met de heer Cohen staat het begrip 'integratie'. De twee bedrijven die tot voor kort nog eikaars concurrenten waren, zullen als één bedrijf naar buiten moeten gaan treden. "Intern moeten we ook hard werken aan een eigen identiteit. Vanzelfsprekend zal er in de begin periode nog zo iets bestaan als trots op de vroegere baas. Ik ben er echter van overtuigd dat we snel als een nieuwe club aan de slag zijn. Er zijn namelijk twee belangrijke bindende factoren. De medewerkers van zowel Bols als de GWN zijn erg kwaliteitsbewust. En de betrokkenheid van de mede werkers bij produkt èn bedrijf is groot. En dat is belangrijk om met Bols Benelux een goede start te maken." Sociaal Plan Van het begin af aan hebben de direc ties van Bols en de GWN hun mede werkers op de hoogte gehouden van de voortgang van de samenwerkings plannen. "We zijn ons ervan bewust dat we veel van de medewerkers vragen. Zonder hun medewerking en inzet hebben we nooit kunnen werken. En dat kunnen we nu ook niet. Daarom willen we de mensen goed informeren en begeleiden. Het sociaal plan is daarbij zeer belangrijk. Hierin staat voorop een geschikte arbeidsplaats te vinden voor de men sen die hier hun plaats verliezen. Ver der bevat het plan een 57V2-jarige regeling en verschillende garantie- en overgangsregelingen", aldus de heer Cohen. In de komende maanden zal eerst duidelijk moeten worden welke arbeidsplaatsmogelijkheden er bin nen Bols Benelux zijn. Is er voor iemand geen geschikte plek dan zal worden aangegeven op welke termijn er gezocht moet worden naar een an dere plaats. Dit kan zijn binnen een van de werkmaatschappijen van Heineken Nederlands Beheer of bij Bols Internationaal. Maar er kan ook worden gekozen voor een baan buiten deze ondernemingen. Het Sociaal Plan geeft in dat geval zekere finan ciële garanties." Strakke organisatie Het eerste half jaar wordt uit getrokken voor het samenbrengen van de afdelingen op het hoofd kantoor in Zoetermeer. Tegelijkertijd wordt er begonnen met de herinrich ting van de twee distilleerderijen in Nieuw-Vennep en Zoetermeer. "Dit gaat volgens een gefaseerd plan. Na twee jaar moeten in Zoetermeer de grote hoeveelheden voor de Neder landse en Belgische markt gedraaid kunnen worden. In Nieuw-Vennep gaan dan de kleinere produkten ge maakt worden en ook de produkten voor de export markten van Bols Internationaal." Bols Benelux krijgt volgens algemeen directeur Cohen een strakke organi satie. We moeten echter wel opletten dat we niet naast onze schoenen gaan lopen. Want groot en sterk, betekent niet per definitie dat je het goed doet. We zullen die leidersrol wel waar moeten maken."

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1989 | | pagina 41