■oude
'e'ermei
Zoetenneer
Het gaat om hen. Voor mij hoeven ze
ook niet stil op een stoel in de zaal te blij
ven zitten. Laten ze maar naar me toe
komen, als ze iets willen vertellen. Dat is
veel leuker."
Sint weet waarover hij praat want hij
komt al zeker een jaar of zeventien op
bezoek bij de kinderen van de brouwe
rij-medewerkers. Iets dat hij altijd met
plezier doet. "Je kunt het niet uitleggen
hoe het voelt Sinterklaas te zijn", zegt
hij. Met de nadruk op 'zijn'. Want Sin
terklaas ben je of je bent het niet. Je kunt
het niet 'spelen'. "Zodra mijn baard en
snor goed zitten, mijn tabberd aan is en
de mijter op mijn hoofd staat, dan ben ik
Sint Nicolaas."
Wat vindt de Sint het leukste aan zijn be
zoek? "Voor mij is het moment waarop
we naar de brouwerij komen, het mooi
ste. De muziekband gaat spelen, de
paarden voor de Heineken-koets wor
den wat onrustig, de koets zet zich in be
weging en boldert over de stenen... Die
dingen ontroeren me. Ja, en dan die kin
deren. Ik vind hen allemaal leuk. Jon
gens of meisjes, kleintjes of ouderenhet
maakt me niet uit. Ik vind ze allemaal
even lief." Is het gemakkelijk? Je moet
wel goed blijven nadenken bij wat je
zegt. Want kinderen zijn heel kritisch.
Als ze op de televisie hebben gehoord
dat Sint bij de intocht vertelde hoe oud
hij is, willen ze van mij hetzelfde ant
woord.
Den Bosch
Ik noem mijn leeftijd trouwens nooit
precies. 'Heel oud hoor', zeg ik dan.
'Wel meer dan driehonderd jaar.' Dan
zijn er ook de wat oudere kinderen, de
twijfelaars, die strikvragen stellen. Ze
vragen of ik weet hoe ze heten. Natuur
lijk weet ik dat. Sint weet toch alles? Ze
moeten me er alleen een beetje bij hel
pen. Op de televisie heeft Sint Nicolaas
eens gezegd 'ik gun het iedereen dit eens
mee te maken'. Zo is het. Het is een ge
voel dat je niet kunt omschrijven. Maar
het is heerlijk."
Hoe vindt Sint nu dit feest? V-"'"
"Het Sinterklaasfeest is het mooiste
feest dat ik ken", zegt de Sint, die wel
wat overeenkomsten vertoont met een
gepensioneerde garagechef van de Am-
stel Brouwerij. "Als kind heb ik zelf ook
altijd uitgekeken naar het Sinterklaas
feest. Nu doe ik dat nog. Het gaat om de
sfeer. Je hoeft geen grote cadeaus te krij
gen, een kleinigheid is net zo leuk. Het
gaat om het idee. Ik kan me wel voorstel
len dat kinderen een beetje bang zijn
voor mij. Maar ik zal hen nooit dwingen
bij me te komen. Ik ben geen boeman,
die standjes uitdeelt. Daar is de Sint niet
voor. Sinterklaas is een kindervriend.
Als hij de boeman zou spelen, zou het
geen feest meer zijn voor de kinderen.