aatna
120 jaar dicht
PRODUKTIE-ACTIVITEITEN A/HEL DEFINITIEF BEËINDIGD-
Toen de moutmaker Jan Thymansz
zich op 5 juni 1586 in Amsterdam
liet inschrijven als poorter om een brou
werij op te zetten, heeft hij in zijn stout
ste dromen de gevolgen hiervan niet
kunnen overzien. Hoewel hij zelf al
spoedig kwam te overlijden, zette na zijn
dood zijn struise weduwe Weyntgen
Elberts het ideaal van Jan Thymansz
voort. Ze koopt in 1592 aan de Nieuwe-
zijds Voorburgwal in Amsterdam een
huis en erf van Jan Dircxzoon Marcus en
vestigt daar een brouwerij. Ze noemt
hem 'De Hooiberg', een kleine variatie
op de naam die haar man aan zijn brou
werij gaf, namelijk 'De Hooischuur'.
Bijna driehonderd jaar later, op 15 fe
bruari 1864, wordt 'De Hooiberg' ver
kocht aan de dan 22-jarige Gerard
Adriaan Heineken. Al snel is uitbreiding
noodzakelijk en verhuist de brouwerij,
dan 'firma Heineken Co' genaamd,
naar een andere, nog landelijke, plek in
Amsterdam. Nagenoeg precies 120 jaar
lang zal daar Heineken bier worden ge
brouwen.
"Weldra verrijst op deze plek
de Stoom-Bierbrouwerij
De drank der vaderen herleev'
De bierkroes zwaaie vrij!
Niet meer het geestbedwelmend vocht
Zal onze volksdrank zijn
Neen, Hollands bier versiere steeds
De disch van groot en klein.
De naam van Heineken blijf steeds
In aller hart bewaard;
De naam, die om zijn werken toch
Een eerkrans voor zich gaart.
En bij het vieren van dit feest
Roept elke stemme blij:
Zijn leven zij van langen duur
Tot 't Heil der maatschappij.
Zo klinkt op 17 mei 1867 het lied dat
door personeel en genodigden wordt ge
zongen ter gelegenheid van de eerste
steenlegging voor de nieuwe brouwerij
aan de Buitensingel, de plaats waar later
de Stadhouderskade en Ferdinand Bol
straat zullen worden aangelegd. De
brouwerij heeft dan nog alle ruimte om
te groeienDe Buitensingel ligt namelijk
in een nog volkomen landelijk gebied in
de Binnendijkschen Buitenveldertschen
Polder.
Feest is het ook weer op 22 januari 1868,
wanneer het eerste brouwsel klaar is. Er
zullen er nog zeer vele volgen.
Heineken brouwerij zoals hij er eind vorige eeuw uitzag
In de loop der jaren breidt de brouwerij
aanzienlijk uit. Er komt een nieuwe pek-
inrichting, een nieuwe kuiperij met tim-
merwinkel en schaftlokaal. Er worden
tankkelders gebouwd met daaronder
een laadperron, en een silogebouw.
Vooral dat laadperron levert een belang
rijke arbeids- en tijdsbesparing op. De
houten vaten hoeven nu niet meer van
hand tot hand doorgegeven te worden.
Nu kunnen ze eenvoudigweg worden
klaargezet op het perron, dat dezelfde
hoogte heeft als de laadbakken van de
wagens. De koetsier zelf kan ze nu la
den. 1924 is het jaar waarin het kantoor
personeel verhuist naar het pand aan het
Weteringplantsoen 21
Een belangrijk jaartal in de geschiedenis
van de brouwerij aan de Stadhouders-
kade/Ferdinand Bolstraat is 1930. Dan
geeft de gemeenteraad toestemming tot
ingebruikname van een deel van de Ja
cob van Campenstraat. Tot die tijd was
de brouwerij namelijk in tweeën ver
deeld. Vroeger was de luchtbrug die
beide delen met elkaar verbond, een
goede oplossing. Eind jaren twintig,
wanneer de brouwerij door alle bebou
wing eromheen 'midden in de stad' is ko
men te staan, is deze oplossing niet lan
ger acceptabel. In ruil voor het stuk Ja
cob van Campenstraat krijgt de ge
meente een perceel op de hoek van de
Dam. Kort hierna kan worden begon
nen met een grootscheepse uitbreiding
van de brouwerijEr komt een kelderge
bouw en in de bovenlokalen worden
koelbakken, koelapparaten en een gist-
kelder ingericht. Toch was het niet een
en al voorspoed.
Begin 1937 wordt zelfs de gedachte ge
opperd de Amsterdamse brouwerij te
sluiten, wanneer de bierafzet daalt en de
accijnzen op bier voor dat moment zeer
hoog zijn. Zover komt het echter niet.
'Amsterdam' blijft bestaan. Ook tijdens
de moeilijke oorlogsjaren, al wordt de
produktie in de hongerwinter slechts in
beperkte mate voortgezet. In die tijd
staat een centrale keuken op het be
drijfsterrein, vanwaaruit dagelijks bij
voeding aan het personeel wordt ver
strekt. In de jaren zestig beleeft de brou
werij een bloeiperiode. Er komen
nieuwe gist- en lagerkelders bij, het
brouwhuis wordt uitgebreid, er komt
een nieuw bottelarijgebouw, een nieuw
ketelhuis en een nieuwe werkplaats.
Ook de bouw van een nieuwe bottelarij
in de jaren'74-'75 is een enorme opera
tie. Dan breekt er een periode aan
waarin veel blijft zoals het was. Dat heeft
te maken met de produktie in de nieuwe
brouwerij in Zoeterwoude, die inmid
dels is gebouwd ter vervanging van de
Rotterdamse brouwerij. Wanneer in
1982 de Amstel Brouwerij wordt geslo
ten, komt ook een discussie op gang over
het voortbestaan van de eerste nieuwge
bouwde Heineken-vestiging: de brou
werij aan de Stadhouderskade.
Vier jaar later volgt het antwoord. De di
rectie van Heineken Nederland B.V.
maakt bekend dat de Amsterdamse
brouwerij definitief dichtgaat. De rede
nen zijn bekend. Het is voor Heineken
om economische- en produktietechni-
sche redenen niet rendabel deze brou
werij nog een groot aantal jaren te laten
functioneren. Een bedrag van minimaal
80 miljoen gulden zou er in de komende
tien jaar geïnvesteerd moeten worden
om op hetzelfde niveau te kunnen blij
ven produceren. Daarnaast is de ligging
van het complex midden in de stad niet
ideaal. Aan- en afvoerproblemen zijn
het gevolg. Kortom, de brouwerij zal
haar produktie beëindigen. Inmiddels is
het zover. Op 30 december 1987 is het
laatste brouwsel gemaakt, 20 april 1988
zijn de laatste flessen van de transportba
nen gekomen. 121 jaar na de eerste
steenlegging, is begonnen met de ont
manteling van deze brouwerij.
3