Via een 'scuffingvriendelijke' flessen-
baan komen de flessen bij de Simonazzi-
vuller. Een dergelijke vuiler wordt ook
in de Bossche brouwerij gebruikt. Voor
het afvullen worden ze door inspectie
apparatuur nog gecontroleerd op een
eventueel beschadigde kroonmond en
op achtergebleven vuil.
De vuiler trekt eerst een vacuum in de
fles, spoelt de fles daarna met C02, om
de fles vervolgens met C02 voor te span
nen waarna deze kan worden afgevuld.
Na het luchtarm afvullen, komen de
kroonkurken erop. Deze worden aange
voerd via een magneetband. Het lawaai
dat door de doppen wordt veroorzaakt is
hierdoor een stuk minder en de aanvoer
is beter te doseren.
De pasteur is uitgevoerd met een automatisch systeem dat voorkomt dat
bij stilstand van de colonne de in de pasteur aanwezige flessen worden
overgepasteuriseerd. Als de flessen na een uur de pasteur verlaten,
worden zij door de etiketteermachine voorzien van een hals-, romp- en
rugetiket. Nieuw is de automatische magazijnaanvoer van etiketten. De
bedieningsman maakt een aantal magazijnen met etiketten klaar en
plaatst deze op de machine die een leeg magazijn automatisch vervangt.
Nadat de flessen zijn geëtiket
teerd en bij de inpakker aan
komen, worden zij verdeeld
Pover tien aparte banen. Zo
kunnen er vier 10-vaks krat
ten tegelijk worden gevuld.
Een inspectie-camera con
troleert daarna of er vol
doende flessen in het krat
zitten en of het handvat
niet beschadigd is.
De stapelmachine vult twee pallets tegelijk. Een aparte machine draait daarna nog
een kunststof band om de bovenste laag kratten, om de negentig kratten bijeen te
houden.
|2§f|