Sinds begin september 1987 houdt Heineken Technisch Be
heer zich bezig met het opknappen van de brouwerij van
'Brasseries du Logone' in Moundou, een stad in het zuiden
van Tsjaad. De verbouwing hiervan gebeurt voor het groot
ste gedeelte met behulp van materialen van de sinds 1980
gesloten brouwerij in N'Djamena. De produktie werd daar
gestopt vanwege de burgeroorlog in dat gebied. Het mate
riaal dat gebruikt wordt voor de verbouwing bestaat uit vier
gist/lager tanks van 440 hectoliter, vier gist- en restbier-
tanks, het bierfilter, de bierkoeler, de schoonmaakinstalla
tie, bijna de gehele koeling, de koolzuurinstallatie, de lucht-
compressor en de laagspanningsinstallatie. Het project zal
naar verwachting eind juli zijn afgerond.
Het opladen in N'Djamena
hierover: "Begin september viel name
lijk een 1500 kg zware bom uit een door
Franse militairen neergeschoten Libi
sche Tupolev op het brouwerij-terrein.
Deze bom was bedoeld voor de Franse
militairen die naast dit terrein gelegerd
zijn. De bom ging bijna tien meter de
grond in, maar ontplofte gelukkig niet.
Hij werd na drie weken uitgegraven en
opgeruimd. Al met al heeft het wel veel
vertraging opgeleverd voor het eerste
transport. Hierdoor zijn we een maand
achter op het schema, want eigenlijk had
de bouw al eind juni van dit jaar klaar
moeten zijn."
Montage
Momenteel is het montageteam onder
leiding van de heer Sikkema in Moun-
dou druk bezig met de eigenlijke verbou
wing. In mei is een deel van de koelin
stallatie opgestart. Tevens zijn de gist/la-
gertanks en de laagspanningsinstallatie
in bedrijf gesteld. "De renovatie van de
brouwerij in Moundou betekent nog
geen capaciteitsvergroting. Daarvoor
zouden we meer tanks nodig hebben.
Maar voorlopig is daar nog geen be
hoefte aan", aldus de heer Van der Wilt.
De heer S. Sikkema, montageleider,
vertrok in september vorig jaar
naar Tsjaad. Hij begeleidde ook de twee
materiaaltransporten van N'Djamena
naar Moundou. De vier grote tanks, die
elk tien ton wegen, werden op twee
vrachtwagens via het buurland Kame
roen vervoerd. Een route van achthon
derd kilometer over goede, meestal
geasfalteerde wegen. De rest van het
materiaal werd rechtstreeks van N'Dja
mena naar Moundou gebracht. Even
eens een afstand van achthonderd kilo
meter, maar met veel slechtere wegen.
"Alleen hadden we nu met veel minder
formaliteiten te maken. En dat scheelde
een hoop tijd", aldus de heer Sikkema.
Toch liep het transport veel vertraging
op. Volgens projectleider de heer A. van
der Wilt kwam dat vooral door de smalle
wegen en nauwe bruggen, waarover de
grote vrachtwagens moesten rijden.
Ook moest het transport geregeld stop
gezet worden om laaghangende takken
van de bomen weg te kappen of stroom
draden die laag over de weg hingen, om
hoog te houden.
Ook door een andere oorzaak trad er
vertraging op. De heer Van der Wilt
Hier en daar moesten onderweg wat tak
ken weggehaald worden
12