nieuw proeven gedaan, waarna we zul
len proberen om de bestaande hoeveel
heid sorghum bij boeren of op contract-
velden te vergroten."
Maar waarom is de meeste aandacht ge
vestigd op het graangewas sorghum?
De heer Arno Centen: "Gerst is een
graanprodukt dat wel in Noord-Afrika
voorkomt, maar niet kan groeien in de
tropische zone waarin Nigeria ligt. Die
mogelijkheid kunnen we dus wel af
schrijven. Dan blijven nog over sorg
hum, mais en rijst. Mais groeit niet zo
best in droge gebieden. Rijst geeft over
het algemeen de beste opbrengst, maar
wordt in Afrika uitsluitend als voedings
middel gebruikt. Bovendien is het pro-
dukt niet ruimschoots beschikbaar voor
de brouwerij. Daarom heeft sorghum,
dat een redelijke opbrengst geeft in dro
ge gebieden, gewoon de beste kansen.
Toch onderzoeken we nog steeds de an
dere mogelijkheden. Daarvoor ben ik
onder meer naar Central FoodTechnolo-
gical Research Institute (CFTRI) in My
sore geweest, waar ik kennis heb opge
daan van de vermouting van mais en
rijst."
Als laatste bezocht de heer Centen het
Indian Agricultural Research Institute
(IAR1) in Delhi. Ook daar hebben ze
een afdeling die naar alternatieve toepas
singen van gewassen kijkt. Centen: "Al
leen bleken de mensen daar niet te kij
ken naar de brouweigenschappen van de
granen. Dat is natuurlijk ook niet zo ver
wonderlijk. In India, dat ongeveer 750
miljoen inwoners heeft, wordt per hoofd
van de bevolking maar een kwart liter
bier gedronken."
Sorghum is een graangewas, waarvan de
hoogte '/2 tot 4ih meter kan zijn. De plui
men kunnen, afhankelijk van de soort, on
geveer tweeduizend zaden bevatten.
Genenbank
Eén van die dertien instituten is het Inter
national Crops Research Institute for the
Semi Arid Tropics (ICRISAT), waarvan
het hoofdkantoor in de Indische stad
Hyderabad is gevestigd. Dit instituut is
gespecialiseerd in het onderzoek naar
sorghum en bezit een genenbank waar
van meer dan 28.000 verschillende sorg-
hum-rassen, afkomstig uit diverse lan
den, 400 gram zaad opgeslagen ligt. De
ze kunnen ten minste honderd jaar lang
bewaard worden. De heer Centen be
zocht dit instituut als eerste tijdens zijn
werkbezoek aan India, met als doel
meer te weten te komen over de ervaring
die ICRISAT met vermouting heeft.
Ook wilde hij weten wat voor verschillen
er zijn tussen de rassen die zij verwerkt
hebben, en was hij geïnteresseerd in de
onderzoeken die ICRISAT nog meer
naar de kwaliteit van sorghum doet.
"Toen ik daar aankwam was ik meteen
onder de indruk van het groots opgezette
instituut. Het heeft wel wat weg van een
Amerikaans bedrijf. Geld lijkt er geen
rol te spelen. Het terrein beslaat onge
veer duizend hectare en er werken daar
zo'n negenhonderd mensen. Bovendien
heeft ICRISATin alle droge tropische ge
bieden onderzoeksvelden. Ik heb daar
een paar dagen rondgekeken en heb met
diverse mensen gesproken."
Is daar veel uitgekomen? Arno Centen:
"Er is één grote afspraak gemaakt: ICRI
SATgaat ons sorghumrassen leveren met
sterk uiteenlopende eigenschappen, die
wij op onze beurt hier in Zoeterwoude
gaan testen. We gaan het vermouten, la
ten het kiemen, waardoor natuurlijke en
zymen ontstaan, waarna we het verbrou-
wen. In een andere test gaan we de sorg
hum direct met enzymen verbrouwen.
Op grond van de resultaten kunnen be
paalde eisen worden gesteld waaraan de
verschillende sorghumrassen moeten
voldoen. Dat is later belangrijk voor de
kweker, die dan precies weet wat de
brouwer van het graangewas verwacht",
aldus de heer Centen.
Redelijke opbrengst
"Daarna levert ICRISAT ons de rassen
met de goede eigenschappen uit hun ge
nenbank, zodat wij die op proefvelden in
Nigeria kunnen uitzaaien. Dan kan be
keken worden of deze daar ook goede
opbrengsten geven. Bovendien zou het
kunnen zijn dat de zaden een lekkernij
vormen voor de vogels. In zo'n geval zul
je een andere soort moeten gebruiken.
Als de test positief uitvalt worden op-
Het CFTRI in Mysore heeft wel wat weg
van een paleis. Dit institiait heeft zes regio
nale onderzoeksstations, die zich bezig
houden met de bestudering van voedings
middelen.
17