ROBERT VAN DER SIJDE OVER HET VLIEGEN MET EEN DAKOTA:
"Ik vlieg zelf niet, maar ben erg geïnteresseerd in de lucht
vaart. Daar ben ik van jongs af aan mee opgegroeid. Mijn
vader nam mij altijd mee naar het oude Schiphol om vlieg
tuigen te kijken. En dan vertelde hij met groot enthousias
me over zijn overleden broer, die piloot is geweest. Als deze
oom met het vliegtuig erop uittrok, ging mijn vader met zijn
familie mee om hem weg te brengen. Mijn oom groette hen
dan vanuit de lucht, door even met de vleugels van zijn Fok
ker zwaaiende bewegingen te maken".
"De Dakota is gewoon een prachtig toe
stel om mee te vliegen", verklaart hij en
thousiast. "Als je ermee de lucht in gaat,
waan je je terug in de pionierstijden van
toen. Een heel apart gevoel, dat eigen
lijk al begint als je naar het toestel loopt.
De brandstof die je neusgaten prikkelt,
het kleine trapje naar boven, het contact
met de andere passagiers. Je zit er wel
niet zo comfortabel in als in een Jet,
maar juist dat maakt het allemaal veel
echter. In een Dakota vlieg je 'onder het
weer'. Een Dakota kan namelijk qua
stijgvermogen niet echt hoog komen en
is daardoor extra gevoelig voor verande
rende weersomstandigheden. Het is het
pure vliegwerk! Mijn vrouw, die overi
gens ook van vliegen houdt, vindt de Da
kota maar een hobbelkist".
Vliegend museum
Van der Sijde koestert nog steeds de
wens ooit eens zelf te kunnen vliegen.
"Ik wil mijn vlieg-brevet halen om in een
klein toestel te kunnen vliegen. Maar
voorlopig komt het daar nog niet vanTe
weinig tijd", klinkt het spijtig. "Dezelfde
reden waarom ik momenteel veel min
der actief ben dan in de eerste twee jaar
van mijn lidmaatschap. Dat gaat me best
wel aan het hart. Maar ik steun nog
steeds het doel van de stichting: het in
ere houden van de Dakota".
En ontwikkelingen in die richting gaan
nog steeds door. In 1986 kocht de club
een tweede toestel aan. Dit maal van de
Turkse luchtmacht. Het type PH-DDZ,
liefkozend 'Doornroosje' genoemd. Zij
gaat voorlopig de 'motteballen' in en zal
pas na het jaar 2000 uit haar winterslaap
worden gehaald. Volgens Robert van der
Sijde gebeurt dat om ervoor te zorgen
dat de DDA een vervanger heeft als de
DC-3 in de steigers moet. Van der Sijde:
"Bovendien is het de bedoeling dat we
een vliegend 'museum' kunnen blijven
tonen. Dat ook het nageslacht dit toestel
in vliegende staat kan blijven zien".
Junior product-manager horeca Robert
van der Sijde van de vestiging in Zoeter-
woudeis helemaal weg van vliegen .Vier
jaar geleden werd hij lid van de Dutch
Dakota Association (DDA). Een club
die 10 maart 1982 door Anne Cor Groe-
neveld, captain bij Transavia, en Gerrit
van Gelder werd opgericht en momen
teel uit tweeduizend leden bestaat uit
binnen- en buitenland. Dakota-fans die
zich met hart en ziel op vrijwillige basis
inzetten voor het voortbestaan van dit
vooroorlogse toestel. Net zoals Van der
Sijde, die via een vriend van hem uitein
delijk lid werd van de club. "Die vriend
van mij was vlieger op een DC-10. Hij
vertelde mij dat de stichting DDAvrij wil
ligere zocht die mee wilden helpen met
het aankopen van een Dakota en vroeg
of dat niets voor mij was. Ik ben toen
naar een bijeenkomst van deze stichting
gegaan op Schiphol-Oost en heb me aan
gemeld als lid". Een actief lid, want Ro
bert van der Sijde ging een rol spelen bin
nen de financiële commissie die belast
was met de aankoop van de Dakota.
Troetelkind
Van der Sijde: "Via een computerbe
drijf, dat als hoofdsponsor optrad, is uit
eindelijk een DC-3 gekocht van de lucht
vaartmaatschappij Fin Air. Een zeer
mooie Dakota, die echt vertroeteld
wordt. Wij hebben bovendien een eigen
technische dienst die zorgt voor het on
derhoud van de Dakota. We gaan ook di
verse evenementen en luchtvaartshows
in binnen- en buitenland af, waar we 'ac
te de présence' geven met ons toestel. En
er worden rondvluchten georganiseerd.
Het is dan mogelijk boven je eigen woon
plaats te vliegen". Vluchten waar de Da-
kota-liefhebberVan der Sijde regelmatig
met zijn vader aan mee doet.
19