Donderdag 11 juni vond een kleine plechtigheid plaats bij een van
de vatenleveranciers van Heineken, de firma Cornet te Mechelen
België). Dit gebeurde ter gelegenheid van het feit dat Cornet het 1-
miljoenste 50-litervat, dat in de loop der jaren door het Heineken
concern is gekocht, heeft geproduceerd. Op de foto ziet u de over
handiging van het miljoenste vat door de heer N. de Vogel, directeur
worden uitgevoerd. Behalve de inge
bouwde tapstang had het nieuwe vat nog
een aantal andere voordelenZoals de ci
lindrische vorm, de zichzelf sluitende
bier- en koolzuurklep op het moment dat
het fust werd afgeslagen en de standaard
inhoudsmaat van 50 liter. Deze tezamen
maakten de nieuwe vaten geschikt voor
automatische handling op de brouwerij
Korte tijd later, op 2 september 1967,
werd in Rotterdam Heineken's eerste au
tomatische fustencolonne in gebruik ge
nomen
"Ik vind dat Heineken destijds een heel
goede beslissing heeft genomen" zegt de
heer Doelman"Nog steeds functioneert
het in '67 geïntroduceerde systeem tot
volle tevredenheid. Ook op het toen ge
kozen materiaal is niets aan te merken.
Roestvrijstaal is een bier-vriendelijke
verpakking. Roestvrijstaal en bier heb
ben geen invloed op elkaar, het is sterk,
het vergt weinig onderhoud... Kortom,
er zijn geen zwaarwegende redenen om
over te gaan op een ander vatbiersys-
teem. Uiteraard zijn er in de loop der ja
ren tal van verbeteringen aangebracht,
maar het systeem is in principe nog het
zelfde." Dat de vaten en tapstangen een
lange levensduur hebbenblijkt wanneer
de heer Doelman vertelt dat nog altijd
vaten en tapstangen in gebruik zijn, die
dateren uit 1967.
Horeca
Niet alle landen zijn in de zestiger jaren
overgestapt op het toen in zwang geraak
te fustbiersysteem. Engeland, een land
waar bier vooral in de pubs wordt ge
dronken, introduceerde het systeem als
eerste. Nederland volgde al spoedig
daarna. Duitsland en de Verenigde Sta
ten zijn echter voorbeelden van landen
waar men pas de laatste jaren op grote
schaal overgaat tot dit systeem.
In Nederland drinken we vooral 'thuis'.
Dat wil zeggen: 69% van het Heineken
en Amstel bier dat we drinken, komt uit
fles en blik. Het resterende percentage
komt op rekening van de tap. De tapbier-
afzet is de laatste tien jaar vrij constant,
zo blijkt uit cijfers van de afdeling marke
ting onderzoek. In de jaren daarvoor
was dat geheel anders. Tussen 1962 en
1976 verdubbelde de verkoop van fust
bier zich. Dit gold zowel voor de totale
Nederlandse biermarkt als voor de afzet
van Heineken en Amstel fustbier. Sinds
dien is de afzet nauwelijks meer geste
gen. Het tapbier neemt vooral in de hore
ca een belangrijke plaats in. Van alle hec
toliters Heineken bier die vorig jaar in de
horeca werden uitgeschonken, kwam 65
procent uit de tap. Voor Amstel was dit
80 procent. Getapt uit een verpakking
die er in principe nog hetzelfde uitziet als
op het moment van introductie, twintig
jaar geleden!
van Cornet (links) aan ir. B.A. Horstman, directeurproduktie van
Heineken Nederland. Op de tafel tevens enkele fonkelnieuwe mini-
vaatjes, die door de firma Cornet werden aangeboden aan de heren
Horstman, ir. A.H. Stomp (directeur centrale inkoop HTB) en
B.A. Mense van centrale inkoop.
Ingebouwde tapstang
Van de constante tapkwaliteit verzeker
de de brouwerij zich door fusten in ge
bruik te nemen met een ingebouwde tap
stang. Daardoor was het gebruik van mo
gelijk niet steriele steekstangen bij de ho
recabedrijven voortaan uitgesloten.
Voor de afnemer was het nieuwe sys
teem prettiger, omdat het aanslaan van
een fust nu van een tamelijk omslachtige
handeling werd teruggebracht tot een
handeling die in een handomdraai kon
van een horecazaak de behendigheid
van de kastelein bij het aanslaan van fus
ten kon aflezen...
Maar het was natuurlijk niet alleen om
deze reden dat Heineken in augustus
1967 als eerste Nederlandse brouwerij
een nieuw systeem introduceerde. "Dit
betekent een vooruitgang op het gebied
van het fust zelf, van het gebruik ervan
door de horeca-afnemer èn van de ver
werking op de brouwerij. De wens het
dienstbetoon aan de klant op te voeren
heeft centraal gestaan. Daarnaast willen
we verzekerd zijn van een constante tap
kwaliteit bij het serveren van ons pro-
dukt in horecabedrijven en tevens de
mogelijkheid benutten van een geheel
geautomatiseerde produktiegang op de
brouwerij" lezen we in een Vers van 'tVat
uit 1967.
4