Een 55-urige CAO, zes dagen in week en alles met het handje. Op 13 april is hij aan zijn 35-ste jaar bij Heineken begonnen. De heer J. van Gog uit de dr. H.P. Heinekenstraat in En gelen, "een gehucht bij Den Bosch". Hij heeft in al die jaren aan de wieg gestaan van menige vernieuwing in het bedrijf. Ooit in Eindhoven begonnen als sei- zoens-chauffeur, bevoorraadt hij nu de horeca-ondernemers met een kelderbier wagen. Hij verhaalt graag over de dagen waarin "alles nog met het handje ging.". Tijden veranderen. De heer Van Gog begon in april 1952 bij het toenmalige filiaal van Heineken in Eindhoven. "De brouwerij had in het zo merseizoen een drukke tijd en nam daar mensen voor aan. Als in oktober de ker missen voorbij waren, werd het rustig en moest je tot de volgende zomer ander werk zoeken." Na een jaar kreeg Van Gog zijn vaste aanstelling. "Het waren met recht andere tijden. Wij werkten toen volgens een 55-urige CAO, zes dagen in de week. De vracht wagens waren nog niet zoals nu luchtge veerd, je stoel was niet meer dan een houten plankje met een kussentje en kende maar één stand." Geheel anders dan vandaag de dag ver liep ook het afleveren van de fusten. "Wij maakten bij de klant zelf de bon op. De houten fusten uit de kuiperij hadden geen exacte standaard inhoudsmaat. Per fust betekende dat een andere prijs. En we vertrokken niet voordat er was be taald, contant." Bij de sluiting van het fi liaal in Eindhoven in 1957 werdVan Gog overgeplaatst naar de nieuwe brouwerij in Den Bosch. Veranderingen Eind vijftiger jaren bestond het werk voor een chauffeur - anders dan nu - voor een groot deel uit wachten. "Men was in die nieuwe brouwerij nog minder goed in 'plannen' en de produktie kon de vraag niet altijd aan. Wij stonden wel eens te kijken naar het afvullen van de vracht waarmee we later op pad moesten." En tijdens carnaval was het extra druk. "Door de beperkte houdbaarheid van het bier in de metalen fusten kon je niets vooruit leveren." De grote veranderingen voor de chauf feurs kwamen begin jaren zeventig, toen de aluminium vaten hun intrede deden en de heftruck het echt zware werk over nam. "Echte, verbeteringen, dat zeker. Tegelijkertijd werd het werk steeds strak ker ingedeeld. De ritschema's werden volledig op tijd ingevuld en er kwamen meerdere ritten per dag. Alles verloopt op die manier veel efficiënter maar de chauffeur raakt een stuk vrijheid kwijt waaraan hij gewend was." De ontwikkelingen bleven doorgaan. In 1981 is Van Gog de chauffeur die, na vele proefnemingen, het eerste kelderbier af levert. "In Wintelree moesten de eerste drie tanks van duizend liter worden afge vuld, terwijl de concurrent letterlijk op de stoep stond toe te kijken. Met die con current gold een soort weddenschap dat vóór twaalf uur 's-avonds het bier moest zijn afgeleverd. Om half twaalf was ik nog geen druppel kwijt. Een uit Leeu warden overgekomen monteur wist de problemen op te lossen, zodat we klok slag twaalf uur het eerste kelderbier kon den tappen", zo vertelt een enthousiaste Van Gog. Strijdbaar Toch wil hij graag ook een kritisch geluid laten horen. "Wij werken in een modern bedrijf dat met vernieuwingen vaak voorop loopt. Voor het bedrijf is dat heel goed maar voor de mensen die er bij be trokken zijn is dat niet altijd even een voudig. Ik ben 19 jaar lid geweest van de Ondernemingsraad en de Centrale On dernemingsraad en heb me daar altijd in gespannen voor onze rechten en doe dat nu nog. Hij is één van de 22 kelderbier- chauffeurs en moet nog steeds wennen aan het idee als chauffeur niet meer tot het Bossche produktie-bedrijf te beho ren maar nu werkzaam te zijn onder Phy- sieke Distributie. Maar bovenal wil hij positief afsluiten: "Ik doe mijn werk elke dag nog met veel liefde en plezier. Toch houd ik er wèl mee op als ik er met zestig uit kan, want dan is het wel mooi ge weest. Het is alleen jammer dat ik dan de veertig jaar niet vol maak." 18

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1987 | | pagina 18