Voorgesteld alcoholbeleid
overheid haaks op standpunt
Heineken
WEL NIET
drinken? rijden!
Vlak voor de Kerstdagen heeft staatssecretaris drs
D.J.D. Dees van Volksgezondheid de nota Alcohol en
Samenleving uitgebracht. De nota is besproken in de mi
nisterraad en vastgesteld. De nota komt in grote lijnen
overeen met de concept-nota van vorig jaar.
De Stichting Verantwoord
Alcoholgebruik (STIVA),
waarin alle fabrikanten en
importeurs van alcoholhoudende dran
ken, en dus ook Heineken en de
GWN, zijn vertegenwoordigd, heeft
grote bezwaren tegen de nota. In een
persbericht stelt de STIVA dat het
voorgestelde alcoholmatigingsbeleid
van de overheid leidt tot Scandinavi
sche toestanden. Gegeven de vele re
stricties en zeer hoge prijzen zijn er in
deze landen relatief veel niet-drinkers
en veel probleemgevallen.
De bezwaren gelden zowel de gevolg
de procedure, het beleid dat de over
heid wil gaan voeren als de voorgestel
de maatregelen. De STIVA stelt, dat
de nota een verkeerd uitgangspunt
heeft, uitgaat van foute cijfers en ver
keerde conclusies trekt. Er moet on
derscheid gemaakt worden tussen ge
bruik en misbruik. De ruim negen mil
joen Nederlanders die op volstrekt ver
antwoorde wijze omgaan met alcohol
worden op één lijn gesteld met enige
honderdduizenden probleemdrinkers.
De filosofie van de overheid gaat ervan
uit dat terugdringen van het totale ge
bruik automatisch leidt tot terugdrin
gen van het misbruik, wat de STIVA
een volstrekt onjuiste stelling vindt, ge
baseerd op een uiterst aanvechtbare
theorie uit de 50-er jaren.
Cijfers en conclusies overheid
kloppen niet
De heerW.Evan Rossum van de afde
ling Marketing en Onderzoek en Pu
blic Affairs, tevens adviseur van de
STIVA, laat zich zeer kritisch uit over
de gepresenteerde nota. "Het gaat om
effectieve bestrijding van misbruik en
dat zal met het door de staatssecretaris
voorgestelde alcoholmatigingsbeleid
niet bereikt worden. Uit zeer recent
onderzoek door de Rijksuniversiteit
Limburg is gebleken dat 17% van de
bevolking van 16 jaar en ouder geen al
cohol drinkt. Ook bleek dat het aantal
probleemdrinkers aanzienlijk lager ligt
dan tot nu toe aangenomen werd. Im
mers, er zouden zo'n 650.0CX) pro
bleemdrinkers zijn terwijl dit onder
zoek aantoont dat dit ongeveerde helft
is. Zo'n 150.000 mensen drinken ge
middeld 12 glazen per dag of meer en
ongeveer 170.000 mensen drinken tus
sen de 8 en 12 glazen. Dat is natuurlijk
te veel. Het aantal probleemgevallen is
echter aanzienlijk minder dan de over
heid ons wil doen geloven.
Volgens de nota van staatssecretaris
Dees neemt de groep zwaarste drin
kers drievierde van de consumptie
voor z'n rekening. Het onderzoek in
Limburg geeft echter aan dat de 20%
zwaarste drinkers ongeveer de helft
voor hun rekening nemen. Opnieuw
een bewijs dat de cijfers uit de nota niet
kloppen. Ook moet men ons niet voor
schotelen dat de consumptie de pan uit
rijst. Dat is pertinent onjuist. In 1960
dronken we 2,6 liter pure alcohol per
hoofd van de bevolking. In 1975 was
dat ongeveer 8,6 liter en in 1985 8,3 li
ter. De conclusie is dat er een verdrie
voudiging is van het gebruik tussen '60
en '75 én een stabilisering van de con
sumptie daarna. Duidelijk is dat de uit
gangspunten van het alcoholbeleid en
de theorie waarop dit beleid gebaseerd
is, onjuist zijn. Het is een illusie dat
door het terugdringen van het totale
gebruik het misbruik bestreden kan
worden.)
Reclameverbod effectloos
Een reclameverbod op radio en televi
sie zal ook volgens wetenschappelijk
onderzoek geen enkel effect sorteren.
Bewijzen daarvan zijn er te over. Het is
algemeen bekend dat Rusland worstelt
met het probleem alcoholmisbruik.
Dat probleem is ontstaan zonder dat
reclame een rol speelt. Er is helemaal
geen reclame in de Sovjet Unie. Onder
zoek van professor Leeflang van de
universiteit van Groningen toont aan
dat alcoholreclame geen bepalende in
vloed heeft op de vraag naar drank. In
Canada werd het effect van radio- en
t.v. reclame op het gebruik van alcohol
onderzocht. In provincies met een ver
bod op deze reclame nam het gebruik
met 36% toe; in provincies die geen
verbod op radio- en t.v. reclame heb
ben steeg het verbruik met 34%
Verband tussen persreclame en
t.v.reclame is er niet
In de periode van 1980-1985 bleven de
reclamebestedingen in Nederland
voor alcoholhoudende dranken in de
pers stabiel op een niveau van 30 mil
joen gulden. In diezelfde periode na
men de bestedingen op de radio en de
t.v. toe van 13 miljoen naar 24 miljoen
gulden. Het gebruik van alcohol in die
periode bleef echter stabiel. Het groot
ste deel van die 24 miljoen werd be
steed aan gedistilleerd. Dat marktaan
deel zakte echter.Terwijl wijn, waar bij
na geen reclame voor gemaakt wordt,
in marktaandeel steeg. Er is dus geen
verband tussen etherreclame versus
persreclame ten opzichte van de alco
holconsumptie te zien.
Voorlichtingscampagne nodig
Van Rossum: "Een goede voorlich
tingscampagne is hoognodig. Ik ben
het dan ook volledig eens met hen die
de overheidscampagne slecht vinden.
Men had het drankprobleem grondi
ger moeten analyseren en voorlich
tingsdeskundigen moeten raadplegen.
De overheid had er goed aangedaan
met de industrie te praten. Immers, wij
communiceren al jaren met de consu
ment en doen al jarenlang onderzoek
naar consumentengedrag." De meeste
van de maatregelen zijn een politieke
daadmen heeft straks de illusie iets ge
daan te hebben aan het alcoholmis
bruik. We hopen dat de overheid inziet
dat gerichte voorlichting aan de risico
groepen als bijvoorbeeld jeugd en ver
keer het alcoholprobleem voor een
deel effectief aanpakt. We hopen ook
dat de overheid alsnog met alle belan
gengroeperingen gaat samenwerken
en het voorgenomen beleid zo zal aan
passen dat misbruik echt bij de kop
wordt gepakt."
7