SKEELEREN:
SCHAATSSPORT IN
DE ZOMER
Tegenwoordig kunnen wij bijna niet meer spreken over
seizoens gebonden sporten. Vele sporten in Nederland
kennen inmiddels hun zomer- en winter-versies.
Denkt u hierbij maar aan zaal- en veldkorfbalhandbal en
voetbal of wielrennen dat ook op overdekte banen
wordt verreden.
Een van de weinige sporten
waarbij uitbreiding van het
seizoen voor onmogelijk
gehouden werd is de schaatssport.
Maar wie denkt dat na het verdwijnen
van sneeuw en ijs ook het schaatssei
zoen ten einde is, komt anno 1986
bedrogen uit. Door de ontwikkeling
van een zogenaamde "skeeler" is het
mogelijk om ook in de zomermaanden
de schaatsbeweging in het lichaam te
houden. Schaatsenthousiasten als
"Dolle" Dries van Wijhe, Henri Rui
tenberg en Rein Jonkers binden nu
ook in de zomermaanden hun schaat
sen onder om hun rondjes mee te
draaien in het skeeler-circus.
Een "skeeler" ziet er uit als een
schaats. Alleen is het glij-ijzer vervan
gen door vier achter elkaar geplaatste
wieltjes. Het grote verschil zit hem
echter in de techniek. Om een normale
schaats voort te bewegen gebruikt men
het glijvermogen van het ijs, bij 'de
wielschaats' moet men eerst de schaats
optillen en vervolgens vooruitduwen.
Dit kost veel meer kracht. Veel wiel
renners gaan daarom juist in de winter
skeeleren om hun beenspieren extra te
sterken. Voor het tweede achtereen
volgende jaar is dit jaar een serie wed
strijden georganiseerd om de "Tijl-
cup". Dit in navolging van het enorme
succes van het marathonschaatsen.
Voor de Tijlcup tellen 22 wedstrijden
mee, waaronder het Nationale kam
pioenschap op 6 september in Hattem
en de finale van het seizoen in Zwolle
op 13 september. De skeelerwedstrij
den worden verreden op asfaltwegen
rondom gras- velden of winkel-centra.
De eerste wedstrijden, die op 3 mei
van start gingen, zijn een groot succes
geworden. De spanning, gezelligheid
en onbekendheid met deze sport trok
vele duizenden toeschouwers naar het
parcours. Omdat de wedstrijden veelal
verreden worden in de toeristen steden
lag dit ook in de lijn der verwachtin
gen. Bij de eerste twee wedstrijden in
't Harde en Dalfsen omzoomden zes
tot achtduizend toeschouwers het par
cours. De vele aanwezigen vergaapten
zich aan de bekende marathon cracks.
Vooral omdat 'het strijdtoneel' vrij
klein is, was het mogelijk voor de toe
schouwers het wedstrijdverloop goed
te volgen. De over het parcours wan
delende muziekband zorgde zowel
voor, tijdens als na de wedstrijd voor
de nodige gezelligheid.
De diverse teams zorgden voor een
interessant wedstrijd verloop. Ont
snappingspogingen van teamgenoten
werden beschermd. Afstoppen en
demarreren, alles gebeurde net zo als
tijdens het schaatsen in de winter. Aan
de wedstrijd namen -in twee catego
rieën- ruim 50 A-rijders en bij na 100 B-
rijders deel. Zij reden over een afstand
van 45 minuten en vijf ronden. De eer
ste twee wedstrijden van dit seizoen,
op 3 en 8 mei verreden, werden beide
gewonnen door Jan Eise Kromkamp,
ook geen onbekende onder de mara
thonschaatsers. Kromkamp maakte
hiermee al direct duidelijk dat hij hoge
ogen gaat gooien in het eindklasse
ment. Ook Henri Ruitenberg, winnaar
van de tweede Heineken 6-daagse had
een redelijke seizoensstart. Evenals bij
het marathonschaatsen is ons concern
ook betrokken bij deze zomereditie
van deze sport. Verkooppunten van
Heineken, Pepsi, Sourcy, Seven-Up
en Royal Club langs het parcours,
reclame op diverse manieren en orga
nisatorische hulp zorgen voor een
leuke aankleding van het wedstrijdter
rein. Verder worden er onder de toe
schouwers delftsblauwe bierpullen
verloot. Voor het eerst sinds jaren
worden weer de zogenaamde dubbel
zijdige Heineken salvaranibordjes bij
de finish gebruikt. Uitgaande van de
reacties van het publiek bij de sei
zoensstart is de verwachting dat het
skeeleren in Nederland in populariteit
nog verder zal toenemen. Misschien
dat wanneer het succes van deze jonge
sport aanhoudt een Elfstedentocht tot
de mogelijkheden behoort. Het voor
deel van een Elfsteden tocht op wiel
tjes is uiteraard dat doorgang ervan
minder afhankelijk is van het humeur
der weergoden.
18