en' van één miljoen
Van links
naar rechts:
A. Slager,
A. Elmarjani,
M.A. van Zetten,
J. Polderman,
I.P. Franke.
oor deze gelegenheid hebben we
de rubriek Eén uit 6-duizend
aangepast. Ditmaal niet één
maar vijf medewerkers in de schijnwer
pers. Vijf personeelsleden die voor hun
werk bij de brouwerij in Zoeterwoude
dagelijks vanuit Zeeland komen rei
zen Per dag leggen ze zo'n slordige 230
kilometers af, en dat doen ze al vele
jaren. A. Elmarjani is met z'n 41 jaar
en 19 dienstjaren bij Heineken in dub
bel opzicht de jongste in dit gezel
schap. Maar uitgaande van ruim
50.000 kilometers woon-werkverkeer
per jaar heeft ook hij er al meer dan
één miljoen opzitten. J. Polderman -
hij werkt als container-controleur bij
Intern Transport, de andere vier
werken aan verschillende lijnen bij de
afdeling verpakken - pendelt thans al
21 jaar tussen het eilandTholen in Zee
land en de brouwerij. De heer A. Sla
ger doet dat als vaste chauffeur op de
"Zeeland-bus' al 23 jaar (en al die jaren
schadevrij!) terwijl de heren M.A. van
Zetten en I.P Franke in respectievelijk
mei en april de 26 dienstjaren volma
ken.
Begonnen in Rotterdam
Aan het begin van de jaren zestig was
het met de werkgelegenheid in Zee
land niet bijster rooskleurig gesteld.
Veel Zeeuwen en ook Brabanders
zochten hun heil ondermeer in Rotter
dam en omgeving, waar de industriële
expansie op dat moment grote vormen
begon aan te nemen. Ook de Heine
ken brouwerij in Rotterdam zat in deze
periode om personeel verlegen, en
begon in die contreien met werving.
Het was ook op die wijze waarop de
'Vijf Zeeuwen' (zoals ze door de colle
ga's aangeduid worden, ofschoon in
Casablanca geboren Elmarjani niet
bepaald van Zeeuwse afkomst is) bij
Heineken terecht kwamen. Pendel
diensten vanuit Zeeland en Noord-
Brabant naar de Maasstad waren aan
de orde van de dag.
Gezamenlijke reis
Voor Heineken reed in die dagen nog
een autobus op en neer die zo'n zestig
pendelaars vervoerde. In de loop der
jaren daalde dat aantal. En ook om te
voorkomen dat de halve brouwerij stil
kwam te liggen als de bus onverhoopt
pech zou krijgen werd na verloop van
tijd overgeschakeld op het gebruik van
kleinere busjes. De overplaatsing van
de brouwerij van Rotterdam naar Zoe
terwoude, die gepaard ging met de
overschakeling van de 2- naar 3-ploe-
gendienst, deed de animo onder verre
reizigers dalen. Ook de hier genoemde
vijf - die sinds begin van de jaren tach
tig gezamenlijk in één busje reizen, en
om die reden consequent in dezelfde
ploeg geplaatst worden - hebben des
tijds met de gedachte gespeeld wat
dichter bij huis werk te zoeken. Onder
andere om financiële redenen werd die
stap niet gezet, en achteraf gezien
blijkt de reistijd best mee te vallen.
Chauffeur Slager: "Destijds stopten
we op weg naar Rotterdam op tal van
plaatsen. Bovendien moesten we toen
nog via de Moerdijk-brug. Nu is die
verbinding via de Haringvlietbrug en
de Heinenoordtunnel aanmerkelijk
verbeterd en rijden we in dezelfde tijd
naar Zoeterwoude. Bovendien reizen
wij altijd buiten de spitsuren, en kun
nen we aardig opschieten. Normaal
leggen we het traject af in anderhalf
uur."
Pech
Uiteraard gaat het niet altijd van een
leien dakje, en speciaal tijdens de win
termaanden met slecht weer kan de
reis wel eens langer duren. Van Zetten
"Het is eenmaal voorgekomen dat we
met bar slecht weer 's morgens om
zeven uur vanuit Zoeterwoude ver
trokken en pas rond elf uur thuis
waren." Maar dat zijn uitzonderingen,
zoals het ook sporadisch voorkomt dat
de 'Zeeland-bus' niet uitrijdt, bijvoor
beeld bij ijzel of een zware sneeuw
storm. Materiaal-pech in de vorm van
een lekke band en een enkele keer een
gesprongen voorruit doet zich wel eens
voor. Gevolgen voor het werk heeft
dat tot op heden niet gehad, want als
zoiets gebeurde was het steevast tij
dens de reis naar huis!
De chauffeur van de bus - is in de regel
Slager, met Franke als le reserve,
Elmarjani als 2e en Polderman als 3e.
De stemming in de bus is altijd goed,
zo verklaart Elmarjani: "We kunnen
het goed met elkaar vinden, maar de
ene keer wordt er meer gesproken dan
de andere. Kom je in de winter uit de
nachtdienst, en stap je in die warme
bus dan slapen we - behalve de chauf
feur natuurlijk! - allemaal voordat we
op de Rijksweg zitten." De gespreks
onderwerpen die onderweg worden
aangeroerd lopen sterk uiteen; het laat
ste nieuws, het weer en soms het werk.
Dagelijks is het vijftal voor hun werk
en inclusief reistijd twaalf uur van huis.
Toch wenst geen van allen ook maar te
denken aan de mogelijkheid van ver
huizen. In praktisch alle gevallen lig
gen de wortels - mede via het gezin of
de familie - te zeer verankerd in het
Zeeuwse land. De heer Polderman -
die met het pendelen een familietradi
tie voortzet, zijn vader reisde al veer
tien jaar lang tussen Sint Maartendijk
en de brouwerij in Rotterdam - heeft
een verhuizing ooit eens voorgesteld
aan zijn vrouw en twee kinderen. Op
een zondag werd het wonen in Zoeter
woude en naaste omgeving verkend.
Eenmaal weer thuis dreigden de kinde
ren prompt om bij oma in te trekken
zodra er een verhuiswagen zou opdoe
men voor huize Polderman. Sindsdien
is dit onderwerp afgedaan in de huise
lijke kring. Aan het begin van de jaren
'70 wilden de wandelgangen doen gelo
ven dat de brouwerij vanuit Rotterdam
dichter bij Zeeland gebracht zou wor
den. Moerdijk werd genoemd als
nieuwe vestigingsplaats, zo weet Van
Zetten zich nog te herinneren. "Dat
leek ons aantrekkelijk, je werk wat
dichter bij huis. Ik heb geen spijt dat ik
ben meegegaan naar Zoeterwoude. Ik
heb altijd met plezier gewerkt. Ik heb
altijd met plezier gewerkt. Maar in alle
eerlijkheid zeg ik wel dat ik het nu,
gelet op de afstand, niet meer zou over
doen."
22