Vervolg van pag. 5
Sen Hoarij B0II
Nog ouder dan de stad zelf is de Binnendieze. Het is de natuurlijke loop van de rivier
de Domme! die via waterpoorten aan de zuidkant van de stad werd binnengelaten en
zich daar vertakte. Schuiten en kleine boten konden zo de stad in- en uitvaren. De Bin
nendieze met later gegraven zijtakken leverde drink- en bluswater en water nodig bij
ambacht en bedrijf. Voorde laken-en linnennijverheid was het water onmisbaar en ook
voor de talrijke bierbrouwerijen. (In 1567 telde Den Bosch 22, en rond 1600 zelfs meer
dan 50 brouwerijen). Opmerkelijk is dat de Binnendieze nergens vóór de huizen loopt,
zoals de grachten in veel Hollandse steden, maar erachter. En uniek is wel dit: men
bouwde over het water heen, waardoor de stroom werd overkluisd. Zo werd in 1533
het koor van de Kruiskerk (foto) boven de Binnendieze gebouwd. Het oorspronkelijke
stelsel van 12 km stadsgracht met 175 stenen en houten bruggen is voor driekwart
gedempt.
staan. Maar in september 1629 weet
prins Frederik Hendrik, daarbij gehol
pen door het waterbouwkundig genie
van Leeghwater, na een beleg van rui m
4 maanden de onwinnelicke stad te ver
overen. Dit staaltje van militair kun
nen, gepaard gaande met de inzet van
40.000 man aan troepen en met de
afdamming en omleiding van de rivie
ren Aa en Dommel, bezorgt de prins
de eretitel van Stedendwinger. Succes
voor de prins, voor de stad en Meierij
een regelrechte ramp.
Geïsoleerd van Brabant, waar het
ruim vier eeuwen heeft toebehoord,
wordt Den Bosch nu onderworpen aan
een allerminst welwillend gezag in Den
Haag. Belastingen worden verhoogd,
de katholieke godsdienst verboden, de
Sint-Jan wordt de katholieken afgeno
men, kloosterlingen verjaagd.
De stad blijft door haar centrale ligging
een belangrijke handels- en stapel
plaats, maar de inneming door Franse
troepen in 1794 geeft de bevolking
weer grote last in een toch al schrale
tijd. In 1810 wordt Holland bij het
Franse keizerrijk ingelijfd. Den Bosch
heet dan: Bois-le-Duc. In het nieuwe
koninkrijk wordt Den Bosch hoofd
stad van de provincie Noord-Brabant.
Bekneld
De aanleg van verharde wegen en van
kanalen (Zuid-Willemsvaart, 1826) en
later van tram-en spoorwegen brengen
de stad niet de verwachte welvaart.
Integendeel, de moderne verbindin
gen maken de Bossche stapelfunctie
grotendeels overbodig, doordat de
goederen nu rechtstreeks naar hun
bestemming gaan.
De stad zit bekneld tussen haar muren
en wallen, temidden van drassig land.
Fabrieksterreinen zijn daardoor
schaars. Doordat bovendien de meeste
ondernemers vasthouden aan traditio-
rige Oorlog vóór de katholieke
Spaanse koning Filips II komt haar
duur te staan. Herhaaldelijk vinden
langdurige belegeringen plaats die de
sterk verdedigde stad onder meer door
het wapen van de inundatie kan weer
Verval
Na 1520 daalt de betekenis van Den
Bosch als gevolg van de heersende eco
nomische malaise, veroorzaakt door
oorlogen en oproer. De keuze van de
gezagsgetrouwe stad in de Tachtigja
8