C. Timmers Maakt het mensen graas naar de Én Van de circa 1200 mensen die in Den Bosch bij de produktie werken, weten velen de kamer van de heer C. Timiners te vinden. Het is kamer 118 op de eerste etage van het kantoorgebouw. In die kamer hebben tallozen in de loop der jaren van de heer Timmers antwoord gekregen op een bij hun brandende vraag over een personeelsregeling of het pensioen reglement. Dat is niet zo verwonder lijk. De heer Timmers werkt namelijk al 33 jaar bij Heineken, waarvan zo'n 29 jaar bij de personeeldienst. Het is dus niet zo gek dat juist hij alle regelin gen intussen wel moet kunnen dro men. Cijfers en mensen De start van Timmers' loopbaan ligt in Rotterdam. Daar werd hij aangeno men voor een functie bij de boekhou ding. Op zijn eerste werkdag kreeg hij echter van de toenmalige procuratie houder te horen dat er bij de boekhou ding geen plaats meer was. Hij kreeg nu een baan bij personeelszaken. "Ik vond dat best wel leuk," zegt de heer Timmers. "In dienst had ik ook een opleiding gevolgd om iets te doen op het gebied van administratie en uit betalen aan soldaten. Want in die tijd, het was 1951, werden bij PZ ook de pensioenen nog berekend en uitbe taald en werd de loonadministratie bij gehouden. Je kunt het je nu niet meer voorstellen maar toen betaalden wij iedereen eenmaal in de week contant uit. Het hoogtepunt lag op de zaterdag wanneer ook vakantiewerkers betaald moesten worden en vakantiegangers voor vakantiegeld in aanmerking kwa men." Na een reorganisatie binnen de Rotterdamse PZ-dienst, werd de afde ling gesplitst in een personeeldienst en een loonadministratie. Timmers zou zich met het laatste bezig gaan houden. Toch een vorm van boekhouderswerk? "Ik heb er nooit spijt van gehad dat die boekhouding voor mij niet doorging. Nu werkte ik ook wel met cijfers, maar had daarvoor en daardoor rechtstreeks contact met allerlei mensen". Naar het zuiden Na een onderbreking van vier jaar (twee jaar bij de centrale verkoop administratie en twee jaar bij panden administratie, te vergelijken met de huidige onroerend goed-afdeling) kreeg Timmers een baan in Den Bosch aangeboden. "Ik woonde toen in Rot terdam. Op mijn beoordelingsformu lier had ik echter eens gezet dat mijn vrouw en ik wel naar een andere plaats zouden willen, naar buiten. Zo werd ik eind 1971 administrateur bij de perso neeldienst hier." Gemoedelijk De overgang van Rotterdam naar Bra bant was groot. "Aan de Brabantse mentaliteit heb ik wel erg moeten wen nen," zegt de heer Timmers, zonder een spoor van een 'zachte g'." Men pakt de zaken hier veel rustiger aan, maakt zich er niet zo druk om. Het gekke daarbij is dat het toch wel voor elkaar komt. Daartegenover staat dat de mensen hier gemoedelijker, hartelij ker zijn dan in een grote stad. Als de nood aan de man is, word je van alle kanten geholpenHet hele leven is hier minder onpersoonlijk. Vooral in win kels merk je dat goed. Het bevalt me hier, ik zou niet meer terug willen naar Rotterdam." Tijd maken Doordat in Den Bosch veel ex-Rotter- dammers werkten, voelde de heerTim- mers zich al snel thuis op zijn nieuwe vestiging. Inmiddels kent hij uit hoofde van zijn functie de meesten van de 1200 medewerkers wel bij naam, terwijl hij van een paar honderd meer weet. "Zij behoren vaak tot mijn vaste klanten groep, die regelmatig inlichtingen over een bepaalde regeling komt vragen. Vanzelf vertellen ze dan meer over zichzelf. Soms komen ze achter elkaar, zodat je aan je eigen werk bijna niet toekomt. Nee zeggen tegen de mensen zal ik echter niet snel doen." Druk bezet De heer Timmers kan overigens toch niet gemakkelijk 'nee' zeggen. Zo zei hij ja toen hij in '78 werd gevraagd cor respondent te worden van Vers van 't Vat. Ja ook tegen allerlei activiteiten op het verenigingsgebied. Sinds vorig jaar, toen hij stopte met een functie bij de wandelclub, is hij binnen Heineken alleen nog penningmeester van de per soneelsvereniging. Natuurlijk houdt hij zich nog steeds bezig met het organi seren van de Nijmeegse Vierdaagse voor Heineken lopers. Ook is hij pen ningmeester van de wandelkring Noord-Brabant. Daarnaast zijn er nog de contact-middagen voor gepensio neerden, gepensioneerdentochten, het Sint Nicolaasfeest en -pas nog- het personeelsfeest, waaraan hij zijn medewerking verleent. Spijt heeft hij van al die toezeggingen nooit gehad. "Je moet natuurlijk steeds kijken of het wel kan met het oog op je gewone werk, dat eigenlijk voorop staat. Wat ik ook doe, ik zorg er daarom voor dat mijn werk afkomt, hoe dan ook. Ver der doe ik het allemaal graag. Het schrijven op zich vind ik bijvoorbeeld leuk voorVers van 't Vat, maar ook het geen er uit voortkomt: je leert de men sen binnen je vestiging beter kennen en daardoor ook hun werk. De vereni gingsactiviteiten doe ik omdat ik ener zijds geïnteresseerd ben in mensen en anderzijds graag incidentele activitei ten regel. Het is voor mij een uitdaging iets te organiseren. Dat geldt niet zozeer voor het organiseren zelf maar meer om het zodanig te doen dat de mensen het naar hun zin hebben."

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1984 | | pagina 22